25 april 2007

Jan Burke (interview, 1997)




'Helden moeten lijden'




Toen Bill Clinton net 'in office' was, hield hij voor de tv-camera's een thriller van Jan Burke omhoog als zijnde zijn ultieme boekentip. Het gaf de Californische schrijfster een lucratief presidentieel kontje. Onlangs verscheen haar vijfde thriller Hocus in Nederlandse vertaling. Haar zesde roman Liar, met opnieuw een hoofdrol voor journaliste Irene Kelly, ligt nu al bij de Amerikaanse drukker. Jan Burke spreekt over schrijven en lijden. 'Het slachtoffer is erg belangrijk in mijn verhalen. Want hij brengt de schurk en de held per slot van rekening samen.'

(Door Peter Kuijt)

AMSTERDAM _ Dikke vrouwen op de dansvloer. De in Houston geboren Jan Burke (1955) zal dit beeld tot in lengte van jaren koesteren. Volslanke dames in stroboscooplicht gaven namelijk de aanzet tot een serie thrillers van haar hand, waarvan het eind nog lang niet in zicht is. Diezelfde dames verschaften ook Irene Kelly bestaansrecht, vanaf het begin de heldin van Jan Burke.

Voordat Burke haar tekstverwerker winstgevend liet zijn, had ze slechts visioenen van een bestaan als auteur. 'Toen ik jong was, hield ik al van schrijven en verhalen vertellen aan mijn zusje en broertje. Maar ik werd steeds ontmoedigd. Mijn familie waarschuwde me dat ik de hongerdood zou sterven in een appartement in Soho. Schrijvers zouden nooit rijk en gelukkig worden. Gehoorzaam als ik was, ging ik daarom maar geschiedenis studeren. Maar tussendoor volgde ik wel 'schrijfklassen' en cursussen journalistiek.'

Nadat Burke was afgestudeerd, kreeg ze een baan als onderzoeker bij de Rockefeller Foundation. Ze ondervroeg vrouwen die tijdens de Tweede Wereldoorlog in vliegtuigfabrieken in Californië hadden gewerkt. 'Daaruit kwam een aantal dingen voort: ik raakte blut, vanwege de reiskosten die ik moest maken om de vrouwen te kunnen interviewen. Maar ik leerde van hen ook de wijsheid, dat zij die het gelukkigst zijn op oudere leeftijd, mensen zijn die hun dromen hebben nagejaagd, die risico's hebben genomen. De verbitterden zijn degenen die altijd al viool hadden willen spelen, maar dat nooit van hun moeder mochten en het daarna nooit hebben gedaan. Ik dacht: als ik zeventig ben, wil ik zo zijn als de mensen die ooit de gok van hun leven hebben gewaagd.'

'Maar voordat ik dat deed, ging ik in het bedrijf van mijn vader werken, als manager. Daar bekroop me toch weer de vraag wat ik met mijn leven wilde doen. Ik realiseerde me dat ik de kant van mijn persoonlijkheid negeerde die iets creatiefs wilde ondernemen. Natuurlijk komen er creatieve aspecten om de hoek kijken bij het leiden van een zaak: je moet problemen oplossen. Maar ik hoefde weinig mijn verbeelding aan te spreken. Ik kwam in het bedrijf overigens wel alles te weten waarom mensen elkaar willen vermoorden. Ik deed er genoeg levenservaring op.'

Dat ze zich toch aan het schrijven zette, had Burke vooral te danken aan de aansporingen van haar man Tim. 'Ik wist dat hij gelijk had, maar ik wist niet hoe ik moest beginnen. Ik las al graag thrillers, dus een spannend boek was wat ik wilde maken. Op een avond was ik in een bar in Los Angeles, waar vrienden van ons aan het musiceren waren. In die kroeg was een aantal flink geschapen dames aanwezig, ze waren zeker vijftig kilo te zwaar. En die stonden op de dansvloer. Dat waren moedige vrouwen, als je je bedenkt hoe 'body conscious' men hier leeft in Californië. En toen kwam ineens de eerste zin voor een boek in me op. Whammo! 'He loved to watch fat women dance'. Hij hield ervan om dikke vrouwen te zien dansen.'

'Ik zei tegen mijn man: ik heb net de openingszin van mijn thriller verzonnen en als ik daar nu niet gebruik van maak, moet ik het idee van een boek echt van me afzetten. Ik verzon meteen dat die eerste zin was uitgesproken door iemand die diezelfde 'voyeur' had zien sterven. Ik vroeg me af welk persoon dat zou bedenken. En klaarblijkelijk vanuit mijn liefde voor de journalistiek ontstond toen: Irene Kelly, verslaggeefster.'

Humor

Voor lezers die nog kennis moeten maken met Burkes heldin: 'Mijn Irene Kelly is een dapper mens, maar lijdt wel onder de tegenslagen die ze te behappen krijgt. Ze is een verslaggeefster met ruime ervaring, halverwege de dertig, de veertig is in zicht. In het eerste boek is ze nog vrijgezel. Zeer zelfstandig. Zij is niet 'een door wolven opgevoede wees', geen 'loner' die ongelukkig is. Ze heeft hechte vriendschappen en een sterke band met haar familie. Een paar boeken verder is ze getrouwd met een oude vlam, rechercheur Frank Harriman. Er sluimert altijd een conflict tussen de twee, want politie en journalistiek bijten elkaar. Zowel het politiekorps als de krant is niet gelukkig met het feit dat ze getrouwd zijn.'

'Ik was niet van plan een serie rond één persoon te maken. Toen ik begon wilde ik gewoon weten of ik in staat zou zijn een boek te voltooien. Na voltooiing van mijn eerste boek, had ik nog zoveel plannen over en was ik zo gehecht geraakt aan Irene, dat ik ermee door wilde gaan. Men adviseerde mij na het voltooien van mijn eerste boek een tijdje rust te nemen, maar na twee weken werd ik al gek van het nietsdoen. Ik moest ermee verder.'

Irene Kelly en Jan Burke zijn niet dezelfde persoon, benadrukt de auteur. Ze delen een positieve kijk op relaties, zijn trouw en hebben een behoorlijk ontwikkeld gevoel voor humor. Bij de schrijfster overheerst lichtelijk een voorliefde voor 'sick jokes'. Een paar dagen na het interview e-mailt ze een aantal advocatenmoppen ('Wat hebben een advocaat en spermatozoïden met elkaar gemeen? Eén op de drie miljoen heeft een kans om een menselijk wezen te worden'. En: 'Waarom moet je niet met een advocaat naar bed gaan?' Antwoord: 'Hij naait je al in de rechtszaal').

Burke: 'Irene doet veel meer aan lichaamsbeweging en eet veel gezonder dan ik. Ze is veel moediger. We kennen elkaar nu goed, hoewel ze me nog steeds verbaast. Ze is veranderd in de loop der jaren. Door haar huwelijk met Frank is ze iets 'softer' geworden. In het eerste boek ging ze nog tekeer als een olifant door een porseleinkast. Maar nadat ze in het tweede boek slachtoffer van geweld was geworden, heeft ze af te rekenen met dat gevoel van angst dat haar soms verlamt.'

Lijden

Om succes te hebben als schrijver moet je niet alleen kwaliteit in huis hebben, er komt ook een forse dosis geluk om de hoek kijken. Vrouwe Fortuna was voor Burke een medewerkster op de advertentieafdeling van uitgeverij Simon & Schuster. 'Ze was de dochter van vrienden van mijn schoonouders. Ik had haar nog nooit ontmoet. Ik wist alleen waar ze werkte. En nu is het bij Amerikaanse uitgeverijen zo dat redacteuren en marketingmensen niet zo op goede voet met elkaar leven. Ze hebben constant ruzie met elkaar. Maar in mijn geval gebeurde een wonder. Deze vrouw had het manuscript gelezen en stapte er toch mee naar de uitgever en zei 'this is great!' De uitgever las het, belde me de volgende dag op en bood me een contract voor drie boeken aan. Nu was het ook de tijd dat een nieuwe generatie thrillerschrijfsters opkwam: met Sue Grafton en Sara Paretsky. En Simon & Schuster had nog geen vrouw in de stal. Dus ik kwam als geroepen.'

Burke is niet de enige auteur die ging schrijven omdat ze in de winkels de boeken mist die zij zou willen lezen. 'Ik hield van de boeken van Grafton en Paretsky, maar ook van de thrillers van Hammett, Chandler, de hard-boiled school. In al die boeken miste ik een hoofdpersoon die ook z'n portie leed te verstouwen krijgt. Miss Marple bekijkt onbewogen een lijk. Maar mijn held moet ook kunnen lijden. In boeken leggen de slechteriken altijd het loodje. In het echt blijven de mensen die ik verafschuw leven.'

'Wat ook vaak gebeurt in thrillers is dat de held zijn verplichte portie geweld wel incasseert, maar daarna doorgaat alsof er niks gebeurd is. Philip Marlowe schenkt zichzelf na een aframmeling een glas whisky in en gaat zijn kantoor weer uit. Maar van vrienden en familieleden die de pech hebben gehad flink gemolesteerd te zijn geweest, weet ik dat ze er heel lang onder lijden. Die hebben een enorm trauma: ze durven de straat niet meer op, beleven de gebeurtenis telkens opnieuw.'

Dia's

Burke schuwt het geweld niet in haar boeken. Als er gemoord moet worden, schrijft ze erover. Al op de tweede pagina van haar debuut, Sporen uit het verleden, wordt de man die graag dikke vrouwen zag dansen, door een bom in duizenden vleeskleurige stukjes gereten. Maar Burke beschouwt haar werk niet als 'hard-boiled'. 'Daarvoor zijn ze niet ruig genoeg. De boeken spelen zich niet af in duistere straten. Het gaat om het gevaar in het gewone, dagelijkse leven. Ik hou zelf wel van boeken met wat actie erin, ik gruw van die puzzeldetectives waarin je moet raden wie de butler heeft gedood. Ook vind ik dat je moord niet als een net, klein pakketje moet beschrijven. Bij mij moet je de moord kunnen voelen, de gevolgen, de lelijkheid van zo'n gewelddadige dood. Hoewel, je hoeft er niet ziek van te worden.'

'Ik heb een keer het kantoor bezocht van een lijkschouwer in Orange County. Hij nam ons mee naar het mortuarium, waar hij dia's showde van stoffelijke overschotten in diverse staten van ontbinding. Je zag aan die mensen dat de dood een opluchting voor ze moet zijn geweest, ze waren zo toegetakeld. Toen dacht ik: als ik rechercheur was, zou ik alles doen om zo'n gevaarlijke gek te pakken, want ze mogen zo'n stakker zoiets niet aandoen. Ik geef het slachtoffer een belangrijke rol in mijn verhalen. Hij brengt per slot van rekening de held en de schurk bijeen.'

Sprinter

Moet Irene Kelly in Hocus de confrontatie aangaan met door jeugdtrauma's aangetaste criminelen die haar man Frank ontvoeren, in Liar is er niet alleen een moord op te lossen, maar duiken ook het fenomeen bigamie en valse alibi's op. Het lijkt niet op te kunnen. Burke is niet bang dat haar ideeënbron opdroogt. 'Als ik moe ben van Irene Kelly, dan stop ik meteen de serie en probeer iets anders. Ik heb geen gebrek aan thema's, maar het moeilijke is om dat idee eruit te pikken, dat je kunt omwerken tot een boek. Je moet geen sprinter in een marathon inzetten.'

'Wanneer een boek af is, volgt er altijd een periode dat ik onzeker ben over wat ik heb geschreven. Tijdens het schrijven ben ik er altijd van overtuigd dat het 'horrible' is. Daarna begin ik er verliefd op te worden. Ik ben nu in mijn wittebroodsweken met Liar.' Ze verkneukelt zich al op de reclameborden die straks 'Jan Burke. Liar' zullen vermelden.

Waar ze niet naar uitkijkt, zijn de contacten met 'Hollywood'. 'Ik ben niet tegen het verkopen van een verhaal aan een filmstudio. Maar er moet wel een regisseur zijn die zich goed in de boeken verdiept. De essentie moet bewaard blijven. Er moet geen 25-jarige dame als Irene Kelly over het scherm gaan huppelen. Iemand suggereerde eens Shannon Doherty, die meid uit Beverly Hills 90210, als Irene. Ik liep gillend de kamer uit. Slechts als ze me een enorme berg geld beloven, wil ik er nog wel over nadenken. Maar vooralsnog wil ik Irene beschermen. Zij zorgde ervoor dat ik een leven kan leiden, waarvan ik niet eens durfde te dromen. Waarom zou ik haar dan zomaar 'verkopen'?'

De boeken van Jan Burke zijn verschenen bij uitgeverij Meulenhoff.

Geen opmerkingen: