BESPIEGELINGEN OVER DE GOUDEN STROP
(Door Tomas Ross)
Na de peuteropvang, de AOW en het
verpleeghuis nu dus ook een eigen bijdrage aan de Gouden Strop. Tja,
dan is ’t pas echt crisis. Aan de CPNB voortaan door de uitgevers
van spannende boeken te betalen 160 euro per ingezonden titel, 1600
voor het winnende boek. Maar vanzelfsprekend wel weer korting, want
het is daar aan de Amsterdamse Herengracht net het Torentje waar de
tering naar de nering wordt gezet. Of de nering naar de tering, om
’t Haags te houden. Het geijkte werk: bezuinigingen verkopen als 'investeren in de toekomst'. Je hoort dat wel vaker, paradoxaal
vooral bij dreigende faillissementen. De eigen bijdrage. Loonoffer.
Of de werknemers een kleine donatie willen doen. Dan weet je het wel.
Navrant was de reactie van de
voorzitster van het Genootschap van Nederlandstalige Misdaadauteurs (GNM), Wendela de Vos, dat de prijs nu 'veilig' is gesteld. Het tegendeel lijkt wáár, gezien alle
negatieve reacties. De Vos, burgemeester in oorlogstijd,
voorzitster van wat ooit een belangenclub had moeten zijn, die de
Strop, het paradepaardje van het GNM , het enige wat die club nog
had, bij gebrek aan visie en doorzettingsvermogen dan maar weggeeft
terwijl je op je vingers kon uitrekenen dat het bezuinigingsmes al
werd geslepen. Ook al zo’n Haags verkooppraatje. Het eigen falen
verdoezelen onder het motto 'veilig stellen'. Je hóórt
Rutte glimlachen.
’t Was vooral zo frappant omdat La
Wendela, samen met Corine Hartman en met mij naar aanleiding van mijn kritische
bespiegelingen op deze blog over de Strop, juist deze maand zou
overleggen met de directie van de CPNB hoe het anders zou
kunnen en moeten met onder andere de Strop. En daarmee doelden Hartman en ik
zeker niet op de nu 'aangepaste' reglementen van de CPNB. Maar
Wendela c.s. kennelijk wel. Zoals wijlen Theo van Gogh placht te
zeggen: met zulke vrienden heb je geen vijanden meer nodig.
Goddank krijgt het GNM-lid voor
zijn/haar contributie nog het jaarlijkse Mystery Dinner, ook al is
dat nu gereduceerd tot Mystery Lunch (!). Het mysterie dan: géén
soep, geen broodje. Wat wél?
Ik zeg niet vaak dat het vroeger beter
was maar je kreeg wél fatsoenlijk te eten (en te drinken).
Plus een echt mysterie.
Het GNM meldt onderaan zijn website: 'Vrij en Onafhankelijk, geen
sponsoren, geen reclame'.
Hoe naïef kun je zijn.
Voor alle duidelijkheid, ik ben nog
steeds van mening dat de Gouden Strop na meer dan 25 jaar geen
bestaansrecht meer heeft, een te kleine genreprijs voor een klein
clubje. Die meer dan honderd ingezonden titels zegt me ook niet
veel. Ik ken in Nederland honderden voetbalclubs die mee zouden
willen doen aan de Champions League. ’t Is net zoiets als oplage- en kijkcijfers, alsof kwantiteit bepalend zou zijn voor
kwaliteit. (Als er in 1933 een publieksprijs voor het beste boek zou
hebben bestaan, was die voor 'Mein Kampf' van A. Hitler)
Maar goed, democraat in hart en nieren,
het ding bestaat nou eenmaal, dus om met Reve te spreken: 'Moedig
voorwaarts.'
Voor nog meer duidelijkheid, ik ben
niet tegen eigen bijdragen, ik ben er zelfs vóór. Net
als voor sponsoring en reclame. Waarom niet? Is Ajax geen
onafhankelijke vereniging omdat de club wordt gesponsord?
Sterker, toen we in 1985 met de Strop
begonnen, werd de prijs geheel en al gesponsord. Betaald uit
bijdragen van uitgevers aan het, inderdaad, vrije en onafhankelijke
GNM, ter promotie van het Nederlandstalige spannende boek, een
belang dat de uitgevers van dat genre, net als de boekwinkels,
bibliotheken, drukkers, zetters, recensenten en auteurs gezamenlijk
hadden. En nog immer hebben. De prijs toen was 10.001 gulden,
krankjorum genoeg ongeveer even weinig als nu in 2013. Er waren toen
vijf grote uitgevers die Nederlandstalige thrillers publiceerden
benevens een rits kleintjes. Ook niet veranderd. Samen betaalden zij
naar rato die 10 mille, ik deed er een gulden bij omwille van de
publiciteit.
Ik weet wel dat de tijden toen
gunstiger waren maar als nu de financiering van 10.000 euro op
dezelfde wijze als toentertijd zou worden geregeld , zou dat een stuk
redelijker en evenwichtiger zijn dan hetgeen de CPNB nu wil. En een
stuk goedkoper ook. De zeven huidige grote(re) uitgevers zouden dan
bijvoorbeeld duizend euro jaarlijks inleggen (= 7000), de naar schatting 15
kleinere uitgeverijen elk 200. Ongeacht dus het aantal in te brengen
titels want, zoals door velen opgemerkt, dat is een krankzinnig
criterium waardoor je de kleinere uitgever en zijn auteurs benadeelt,
zeg maar gerust buitenspel zet. Dat het, zoals anderen beargumenteren, een goed selectiecriterium zou zijn, is aperte
nonsens. Uitgevers noch geld bepalen de selectie voor de Gouden
Strop, dat doet een jury, wat daar ook op aan valt te merken.
Volgens de CPNB-reglementen: stel,
bij 'mijn' uitgeverij De Bezige Bij publiceren jaarlijks circa tien Nederlandstalige misdaadauteurs. De Bij krijgt korting, dus om en
nabij 1400 euro voor tien ingebrachte titels. Wanneer één
ervan de Strop krijgt, nog eens 1600, = 3000.
In mijn voorstel blijft het, de Bij een
grote speler, bij 1000.
Een kleintje als Ellessy met jaarlijks
zes titels zonder korting in mijn voorstel een vaste bijdrage van
200. Bij CPNB 640 en dan moet er geen titel bijkomen wat Ellessy en
zijn auteurs alleen maar benadeelt in plaats van stimuleert.
Goed, ik weet uit ervaring dat er meer
kosten aan de Strop zijn verbonden, de uitreiking, de promotie, de
reiskosten en het flesje wijn voor de juryleden. Maar als ik zo eens
naga dat er meer dan honderd titels per jaar worden ingestuurd,
betekent dat idealiter voor de CPNB zeg zo’n 17.500 aan
bijdragen(inkomsten). Plus nog eens 1600 voor de Stropwinnaar, ruim
19.000 euro. Mooi, 9 mille nog te besteden.
Maar dat is natuurlijk flauwekul. Die P
in CPNB staat voor Propaganda en daar is dat instituut ook voor
opgericht en wordt het al betaald, onder meer door diezelfde uitgevers!
Dubbelop dus. En kom nou niet aan dat het voor andere prijzen of in
de buitenlanden er zo aan toe gaat. Daarmee wordt de redenering toch niet
valide? Dan wil ik ook graag een lager belastingtarief zoals dat in
heel veel buitenlanden geldt. Of afschaffing van de wegenbelasting
zoals in de rest van de wereld. Of…
Zo’n redenering wordt alleen maar
toegepast als ’t in je straatje van pas komt. Onzin.
Nu wat anders :
Het GNM int op basis van het aantal
leden in 2013 (102) zo’n 16.000 euro aan contributie. Daar kun je
aardig voor lunchen, zelfs als je er een pasteitje bij neemt. Doe
maar ’s gek. Stel dat zo’n hapje 50 euro de man/vrouw kost,
stel ook dat er maximaal 75 van die 102 op komen dagen (en dat is dan
nog veel), dan is dat 3750,-. Resteert dus ruwweg 12.000 euro.
Bestuursleden krijgen niet betaald,
vergaderen kost niets, een excursietje per jaar met eigen reiskosten,
een website die bitter weinig voorstelt, geen huisvestingkosten, wat
zal ’t wezen? Nog eens duizend? Tweeduizend?
Nog steeds voldoende om de prijs zelf
te bekostigen afgezien van de huur van een locatie, een
welkomstdrankje, apparatuur, etcetera.
O ja, ook de Schaduwprijs brengt
kosten met zich mee. In zijn reactie stelt Jac. Toes dat er van die
debuutprijs niet veel terecht is gekomen. Dat is niet waar, het is
wel degelijk een stimulans en aanmoediging geweest. Maar gewéést.
Ik riep de prijs indertijd in het leven omdat ik het er niet mee
eens was dat debutanten de Gouden Strop niet konden winnen. Sinds
Elvin Post dat echter als debutant in 2004 wél deed, is de
Schaduwprijs sindsdien dus overbodig. Weg ermee dus.
Basisinkomsten van het GNM nu dus
16.000 euro van leden onder wie 27 uitgevers. Waaronder vijf grote
spelers op de markt. Laat die 27 geen contributie betalen maar wel
de Strop bekostigen volgens bovenstaande regeling. Naar draagkracht
dus zoals hiervoor omschreven. Geschatte inkomsten 26.000. Verlies
aan contributie 27 x 150 euro = 4050. Netto winst 21.950. Plus dus
geïnde contributie van 75 auteurs en recensenten = 11.250.
Totaal: 33.200 euro.
Daarmee ben je niet alleen gered en hou
je je onafhankelijke positie, je kunt nu meer doen aan
belangenbehartiging, aan activiteiten en eindelijk ook het geldbedrag
van de prijs substantieel verhogen. En nog steeds zonder externe
sponsoren. Maar waarom die niet gezocht, hoe moeilijk als het ook zal
zijn in deze tijden? Waarom geen reclame op die Avond van het
Spannende Boek? Schenk maar exclusief Heineken, laat de KRO maar
leden werven, een computerbedrijf zijn PC’s aanprijzen, verzin een
mystery-trip met de NS. Beloof BMW een geschenkboekje waarin de held
BMW rijdt, laat hem Johnny Walker drinken (jammer dat de sigaret is
uitgebannen).
De enige invloed en rol die het GNM na
de uitverkoop van de Strop nu nog heeft, is de samenstelling van de
jury. Daarin ziet La Wendela dan ook meteen de onafhankelijkheid en
slagvaardigheid van het GNM. Flauwekul. De CPNB veranderde die
samenstelling al meteen door vanaf heden één recensent
in te ruilen voor een boekhandelaar dan wel bibliothecaris 'met
kennis van zaken'. Van mij mag ’t al vraag ik me af hoe je die
kennis dan meet. Testje? Ballotage? ’t Blijft toch altijd een
kwestie van smaak, nietwaar?
Ik weet alweer uit ervaring hoe lastig
het is om steeds weer nieuwe, deskundige juryleden te vinden, een
probleem dat overigens bij elke prijs, en niet alleen literaire,
speelt. Ik ga geen namen noemen maar sta wel eens paf wie er nu weer
met de haren bij werden gesleept. Jac. Toes lijkt de voorkeur te
geven aan het Duitse systeem waar collega-misdaadauteurs het oordeel
vellen maar dat is natuurlijk de duivel verzoeken. Afgunst, haat,
nijd, vriendjespolitiek, niets is de misdaadauteur vreemd. Opnieuw: met zulke vrienden heb je geen vijanden meer nodig. Slecht idee dus.
Wat je ook doet, wie je ook kiest,
juryleden sluiten per definitie compromissen tussen hun eigen
voorkeuren die dikwijls in dat kleine wereldje ook al door
subjectieve factoren zijn gekleurd (niet licht zal ik vergeten
waarom ik de vierde Gouden Strop niet kreeg!) – dat zij zo, maar
liever een vast, om de zoveel jaar, roulerend gezelschapje van
deskundige recensenten van naam en faam, dan de geijkte BN'er of een
debutant van een of ander plaatselijk sufferdje. Neem tien
recensenten van allure, die zijn er, neem zes boekhandelaren die het
genre liefhebben en neem alleen een BN'er die er weet van heeft, van
misdaadboeken, van misdaad, justitie, politie, recht. Lubbers, Peter
R., Holleeder, Spong, Joris Demmink, Britta Böhler, Winnie
Sorgdrager, Arthur Docters van Leeuwen, Marian Husken –
bijvoorbeeld.
Afgezien daarvan heeft de keuze van
een jury geen barst te maken met de zogenaamde onafhankelijkheid van het
GNM. Die heb je alleen als je zelf de organisatie en de reglementen
van de prijs en prijsuitreiking bepaalt. Dat privilege is vergeven,
en daarmee ook het bestaansrecht van het GNM.
Tenzij....
Ik heb niets tegen de CPNB,
integendeel zelfs, een geoliede club waaraan we veel te danken hebben, maar ik vraag me wel af wat ze daar op de Herengracht zullen doen
als (een deel van) de uitgevers afhaken. Wat te oordelen aan de
reacties me niet onwaarschijnlijk voorkomt. Is ’t daarom niet
verstandiger, én voordeliger en minstens zo effectief,
wanneer het GNM, waarin die uitgevers toch al een behoorlijk aandeel
hebben, alsnog met bijvoorbeeld bovenstaande ideeën daar op die
gracht aan tafel schuift? Want dat je de CPNB nodig zult hebben,
staat buiten kijf, zie de Maand van het Spannende Boek, zie het
geschenkboekje, het netwerk, de promotie, maar daarom hoe je jezelf
toch niet uit te schakelen?
Tomas Ross (Den Bommel, 1944) is het pseudoniem van
Willem Pieter Hogendoorn. Sinds 1980 heeft hij tientallen boeken gepubliceerd. Ross werd driemaal bekroond met de Gouden Strop. Hij nam in 1986 het initiatief tot de oprichting van het Genootschap van Nederlandstalige Misdaadauteurs. Naast romanschrijver is hij ook scenarist, onder meer van de series '
De Brug', '
Bernhard, Schavuit van Oranje' en '
0605'. Eind oktober verschijnen bij zijn eigen imprint bij uitgeverij De Bezige Bij/Cargo,
Tomas Ross Crime, de eerste drie thrillers. Een daarvan is '
De tweede november', geschreven door Ross zelf, over de moord op
Theo van Gogh. Bij Tomas Ross Crime komt dan ook '
Versleuteld. Het Pearl Harbor complot' uit, het debuut van
Donald Nolet.