29 april 2007

David Ignatius - De journalist (1997)

Een aardige blik in de journalistieke keuken




(Door Peter Kuijt)

Een niet onbeduidend aantal thrillerauteurs laat graag journalisten heldenrollen vervullen in hun spannende romans. Ina Bouman brengt bijvoorbeeld steevast verslaggeefster Jos Welling in stelling als speurneus, de veelgeprezen Michael Connelly presenteert in De dichter misdaadjournalist Jack McEvoy die het vuile werk opknapt en Andrew Klavan scoorde een bestseller met True Crime, waarin een journalist het verhaal van zijn leven schrijft als hij een ter dood veroordeelde interviewt.

Ook de Amerikaanse auteur David Ignatius heeft de reporter als heroïsche bestrijder van Het Kwaad ontdekt. In A Firing Offence - in het Nederlands simpelweg vertaald als De journalist - laat de schrijver ons uitgebreid kennismaken met de redactie van The New York Mirror, waarvan correspondent Eric Truell uiteindelijk zal uitgroeien tot een - omstreden - hoofdpersoon.

Vooralsnog zijn in het eerste hoofdstuk alle ogen gericht op de kist van Arthur Bowman, een oude en gerespecteerde, maar nu vooral dode rot in het krantenvak. Op reportage voor de Mirror kwam Bowman in China op verpletterende wijze om het leven: een vrachtwagen reed over hem heen.

Dan flashbackt Ignatius ons twee jaar terug, als Truell van een gefrustreerde CIA-agent die graag journalist wil worden, belastende informatie krijgt over Bowman. De sterverslaggever zou als loopjongen van de Franse geheime dienst zijn kennis en vaardigheden aanwenden om een miljardendeal met China op het gebied van telecommunicatie in de wacht te slepen. Truell gaat op onderzoek uit, z'n speurdersneus ruikt een gigantische primeur. En daarbij houdt hij zelf trouwens ook zijn handen niet schoon: de CIA maakt met plezier gebruik van Truells diensten. Zijn zoektocht voert hem naar China waar dan de al bekende finale zich afspeelt: Bowman vindt de dood.

Ignatius biedt in De journalist een aardige blik in de keuken van de Amerikaanse journalistiek: een wereld waarin het woord gewetensbezwaren kennelijk niet bestaat. Zo schroomt Truell niet een presidentskandidaat te confronteren met zijn verleden als psychiatrisch patiënt, waarop de kandidaat het plots voor gezien houdt.

Qua actie is de thriller echter minder onderhoudend. Truell slaat zonder al te veel moeite de problemen van zich af: hij loopt nergens echt gevaar. Je vraagt je af waarom de auteur een miljoen dollar aan filmrechten heeft ontvangen. Ignatius had, voor hij zich aan het schrijven van De journalist zette, beter eerst kennis kunnen nemen van het onderzoek dat het eerbiedwaardige Nederlandse Genootschap van Hoofdredacteuren enige jaren geleden liet verrichten naar de meningen van journalisten. Belangrijkste conclusie: de pers beschouwt in meerderheid de journalistiek als een doodgewoon vak, niks minder en vooral niks meer.

David Ignatius - De journalist, uitgeverij Van Holkema & Warendorf, 302 pag.

Geen opmerkingen: