11 augustus 2015

Het moet kloppen (achtergrond, 2015)


Simon de Waal: man van vakjes



Fans van zijn werk wachten al jarenlang op het beloofde mafia-epos De vijf families. Maar Simon de Waal komt er gewoon niet aan toe. Er zijn series en een film te produceren, scenario’s en policiers te schrijven. Daar komt nu het geschenkboekje van de Maand van het Spannende Boek 2016 bij En dan wacht hem ook nog het échte criminele leven.

Simon de Waal
Tegenwoordig staat in persberichten 'rechercheur zware misdaad bij de politie Amsterdam' achteraan in het rijtje functies dat Simon de Waal (1961) allemaal bekleedt. De eerste plaats is voor auteur, gevolgd door scriptschrijver, regisseur en producent. Toch heeft De Waal bij de hoofdstedelijke politie de langste staat van dienst. In het jaar dat hij achttien werd, trad hij daar in dienst om zeven jaar later toegelaten te worden tot het rechercheteam dat zich met de zware criminaliteit in de Amsterdamse binnenstad bezighoudt. Het is al weer een decennium geleden dat hij een schildje en bos bloemen voor een kwart eeuw trouwe dienst in zijn handen kreeg gedrukt. 'En een hand van de commissaris.'

Maar De Waal voelt zich in de eerste plaats schrijver. Dat zei hij al ten tijde van de publicatie van zijn eerste thriller Cop vs Killer in 2005. 'Dat is zo sinds ik parttime ben gaan werken', vertelde hij in een interview. 'Maar het recherchewerk zou ik niet willen missen.'

Met Cop vs Killer loste rechercheur De Waal een oude belofte aan zijn uitgever in. 'Oscar van Gelderen zat al heel lang achter mij aan met het verzoek om een thriller. Hij stuurde constant sms-jes met ‘Boek al klaar?’.' De totstandkoming van zijn debuutthriller nam twee jaar tijd in beslag. 'Bij mij moet een idee voor een boek heel lang door mijn hoofd stuiteren voordat ik het goed genoeg vind om te beginnen met schrijven. Het moet helemaal kloppen. Maar dan schrijf ik het ook redelijk snel op. Dit boek was binnen vier maanden af.'

Cop vs Killer viel direct in het pulletje bij de meeste recensenten en ook de jury van de Gouden Strop was ermee ingenomen. Het boek belandde op de shortlist. Ook De Waals volgende thriller, Pentito (2008), was een schot in de roos. Opnieuw een nominatie voor de Gouden Strop én de bekroning met de Vlaamse thrillerprijs De Diamanten Kogel. 'Prijzen winnen , of genomineerd worden, is geweldig', zei De Waal kort na zijn overwinning. 'Maar ik wil graag mensen vermaken, raken, iets zo mooi, spannend, intrigerend mogelijk opschrijven. Een zeer persoonlijke mail die ik kreeg over Pentito is voor mij bijvoorbeeld meer waard dan alle prijzen. Al was er van Pentito maar één exemplaar verkocht, juist aan diegene die me die mail schreef, dan was het voor mij alle moeite waard geweest.'

Het maffia-epos dat er nooit kwam...

Voor de lezers die Cop vs Killer en Pentito in de armen sloten had De Waal eind 2009 een plezierige mededeling: hij werkte aan een driedelig maffia-epos, getiteld De Vijf Families. Het eerste deel zou een jaar later in de winkel moeten liggen. Het decor van de trilogie werd gevormd door een klein dorpje ten zuiden van Napels, waar de maffia vrij spel heeft. Er is een dappere priester die tijdens de missen oproept tot verzet tegen de maffia, maar er is ook een charmante, maar foute advocate die weet te bewerkstelligen dat vijf maffiafamilies een vorm van samenwerking aangaan om zo veel machtiger te worden. Het eerste deel beschrijft de opkomst van de families, zo beloofde De Waal. De overige delen zouden vertellen over het hoogtepunt en de ondergang van de clans. Het is nog steeds wachten op het eerste deel van De Vijf Families. Publicatie ervan werd steeds uitgesteld. Of het uiteindelijk leidt tot uitstel, is niet bekend. Het is in ieder geval niet te hopen.

Dat het maffia-epos maar niet komt, heeft allemaal te maken met de karrevrachten aan creatief werk die De Waal verstouwt. En dan is er natuurlijk ook het echte politiewerk dat gedaan moet worden. De tekstverwerker van de speurende auteur staat geen dag onbenut op de eettafel in huize De Waal. Al een kwart eeuw schrijft hij scenario’s voor films en televisieseries. De International Movie Database bevat een ellenlange lijst waaraan De Waal heeft gewerkt en nog druk mee doende is. Zo schreef hij (mee aan) de series Bureau Kruislaan, Unit 13, Spangen, De geheime dienst, Russen, Grijpstra & De Gier, Baantjer (twintig episodes), Boks, Moordvrouw, Smeris en NoordZuid. En hij werkte onder meer mee aan de films Lek (bekroond met een Gouden Kalf), Bella Bettien, Kapitein Rob en het geheim van professor Lupardi en Pizza Maffia.
Sprong in het diepe

Met de televisiefilm Cop vs Killer (inderdaad naar aanleiding van zijn boek) maakte De Waal een sprong in het diepe. Hij schreef niet alleen het script, toen regisseur Hans Pos tijdens de opnamen ziek werd, vroeg de producent aan De Waal of hij in de regisseursstoel wilde gaan plaatsnemen. 'Ik heb allereerst gebeld met de twee hoofdrolspelers om te vragen wat zij ervan vonden', zei De Waal in een interview uit 2012. 'Ik had het begrepen als zij liever iemand hadden gehad die het klappen van de zweep kent. Maar zij spraken hun vertrouwen in me uit. Toen was het, weliswaar met steun van iedereen, toch: schop onder je kont, het diepe in en dan maar zien of je blijft drijven.'

Aan het resultaat te zien, is dat prima gelukt. Cop vs Killer heeft zich ontpopt zich als een strak geregisseerde film over de keiharde crimineel Mirko Narain die niet te vangen lijkt, totdat zijn tegenstrever, politieman Frank Spinola diens zwakke plek ontdekt. Jeroen Willems speelde een weergaloze rol als de bloedstollende crimineel met vele gezichten en ontving daarvoor een Gouden Kalf. De Waal: 'Het is nu eenmaal zo dat ook criminelen niet zo groot kunnen worden als ze niet "íets" hebben, noem het charisma. Willem Holleeder zat tijdens de rechtszaak grappen te maken met de rechtbankpresident. Dat doe je niet als autokrakertje. Jeroen deed dat heel goed: hij is in de film de nietsontziende Mirko, maar je krijgt op een gekke manier toch sympathie voor hem.' Tot groot verdriet van De Waal overleed Willems in december 2012 en Hans Pos in juni 2014.


De show must go on

Maar de show(s) must go on. De Waal heeft al weer een nieuw filmproject op stapel staan, getiteld The Fear of God. Acteur Yorick van Wageningen heeft toegezegd de hoofdrol te gaan spelen. Hij kruipt in de huid van een rechercheur die in een gemeenschap van Jehovah's Getuigen in een klein dorp onderduikt in de hoop daar een moordenaar te kunnen vangen. De Waal treedt op als scenarist en producent van de film, waarvan de release voor 2016 gepland staat.

Was de film Cop vs Killer al een groot succes, de tv-serie Bureau Raampoort belooft dat ook te worden. In 2014 werd een pilot op SBS6 uitgezonden, gebaseerd op de boeken die De Waal schreef met oud-rechercheur en bestsellerauteurAppie Baantjer. Die pilot werd door meer dan 1 miljoen mensen bekeken, vandaar dat de commerciële zender heeft besloten er een vervolg aan te geven. Vanaf eind september is de serie te zien en eerder die maand ligt ook onder de naam Bureau Raampoort een nieuwe policier van de hand van De Waal in de winkel. Met de vertrouwde namen uit de politieromans van De Waal & Baantjer-reeks: de oude rechercheur Peter van Opperdoes en zijn jonge, brutale kompaan Jacob Halm.

Met Appie Baantjer bedacht De Waal de opzet voor de serie politieromans Baantjer & De Waal, waarvan het eerste deel in 2009 verscheen. Maar de geestelijk vader van rechercheur De Cock heeft niet lang aan de reeks mogen meewerken. Hij overleed in augustus 2010 op 86-jarige leeftijd aan de gevolgen van slokdarmkanker. Baantjer heeft meegeschreven aan de twee eerste policiers en van de derde, Een dief in de nacht, heeft hij nog wel de cover onder ogen gehad. Op uitdrukkelijk verzoek van Baantjer besloten uitgeverij Lebowski en De Waal de reeks voort te zetten en wel onder de naam De Waal & Baantjer. 'Hoeveel delen er nog zullen komen? Pff, ik heb geen idee. Ik ga gewoon door en ik zie wel', zei De Waal kort na het overlijden van zijn kompaan. Het zijn er uiteindelijk twaalf geworden. Bureau Raampoort, waar alleen de naam van Simon de Waal nog boven prijkt, is een vervolg op deze reeks.
Vakje dicht, vakje open

De Waal heeft zich wel eens uitgelaten over het realiteitsgehalte van politieseries. 'Je moet er niet naar kijken als politieman, want dat haalt de lol weg', zei hij bij RTL Late Night. 'Peter R. de Vries vindt Smeris niet realistisch, want het klopt niet wat die rechercheurs daar doen. Daar heeft hij gelijk in, het is ook zo. Maar ik kan geen enkele andere serie noemen die wel realistisch is.' De Waal zei dat vanaf het begin van de misdaadverhalen er al een loopje werd genomen met de werkelijkheid. 'Kijk naar Sherlock Holmes en dr. Watson. In het echt wordt een moord nooit aangepakt door één rechercheur met een hulpje. Het is altijd teamwork.'

'De series zijn per definitie niet realistisch', vervolgde De Waal. 'Waar je naar op zoek bent, is geloofwaardigheid. Gaan mensen mee in het verhaal, vinden ze het fijn om te volgen. Sluiten de kijkers de karakters in de armen. Daar gaat het om.'

Al die projectjes en projecten, De Waal vindt het geen zware opgave, zo liet hij ooit weten. 'Ik ben niet afhankelijk van een creatieve bui. Ik ga zitten en ik schrijf. Ik kan ook 's morgens aan het ene project schrijven en 's middags aan wat anders. In mijn hoofd zit het allemaal opgeborgen in verschillende vakjes. Als ik klaar ben is het: vakje dicht, ander vakje open, en schrijven maar.'

Huishoudartikel (nieuws, 2015)



EXPERTS WETEN DADER EERDER TE VINDEN DAN HERCULE POIROT

Al een kleine honderd jaar vermaken lezers zich met de mysteries van Agatha Christie. Een team van wetenschappers zegt nu de formule te hebben gevonden, die antwoord geeft op de vraag: wie heeft het gedaan?


Ter gelegenheid van de 125ste geboortedag van Agatha Christie heeft een aantal deskundigen een houvast ontwikkeld waarmee de lezer eerder achter de identiteit van de dader kan komen, dan de tijd die Hercule Poirot of Miss Marple er voor nodig hebben. Tijdens hun onderzoek, in opdracht van het Britse tv-kanaal Drama, werden 27 boeken van de schrijfster (in totaal schreef ze er 83) tegen het licht gehouden. Daar zaten klassiekers als Moord op de Nijl (1954) en Moord in de Orient Express (1959) bij.

De deskundigen concludeerden dat de belangrijkste aanwijzingen lagen in de locatie waar het boek is gesitueerd, het belangrijkste vervoermiddel in de roman en de manier waarop het ongelukkige slachtoffer aan zijn of haar eind is gekomen. Onderzoeker Dominique Jeannerod van de universiteit van Belfast zei dat er lang gediscussieerd is over de vraag of de Queen of Crime een bepaald patroon volgde. 'We verzamelden gegevens, onder andere over het aantal keren per hoofdstuk dat er een verdachte wordt genoemd en het aantal opmerkingen over vervoer en we analyseerden op welke wijze een verdachte ter sprake kwam.' De onderzoekers signaleerden een bepaald patroon in de boeken van Christie. 'Trends verschenen toen we onze gegevens groepeerden via jaar, speurder, het geslacht van de verdachte, motief en doodsoorzaak.'

De experts gebruikten een analyseprogramma, genaamd Semantria, om thema's te ontdekken in het taalgebruik van Christie. 'De onderzoekers stelden bijvoorbeeld vast dat Christie in haar woordgebruik negatiever was als er een vrouwelijke verdachte in het spel was. Bij een mannelijke verdachte was ze meer neutraal of zelfs positief.' Uit het onderzoek kwam ook naar voren dat als een slachtoffer was gewurgd, de dader in veel gevallen een man was. Bij een moord 'op het platteland', was er 75 procent kans dat de moordenaar een vrouw was. Vrouwelijke verdachten werden veelal ontmaskerd aan de hand van een huishoudartikel, terwijl mannelijke verdachten doorgaans in beeld kwamen na het verkrijgen van informatie of logisch nadenken.

(Bron: The Guardian)

Ieder zijns weegs (nieuws, 2015)

THRILLERAUTEUR BREEKT MET UITGEVER NA 'LOZE BELOFTEN'

Als uitgever en auteur niet meer door één deur kunnen, heet dit doorgaans dat ze 'in goed overleg' uit elkaar zijn gegaan. Dat is niet het geval bij thrillerauteur Steve Hamilton. Hij brak na zeventien jaar met zijn uitgever omdat 'de passie' verdwenen was.


Steve Hamilton
Geschillen en conflicten tussen auteurs en uitgevers zijn niet ongewoon, zeker niet waar het gaat om marketing en pogingen om publiciteit rond schrijver en boek te genereren. Maar het komt nauwelijks voor dat de schrijver zijn uitgever een slag voor is en zijn boek terugtrekt voordat de uitgever de kans krijgt om het op de markt te brengen. Maar voor de Amerikaanse thrillerauteur Steve Hamilton was de maat vol. Hij maakte een eind aan een langdurige relatie met zijn uitgeverij St. Martin's Press.

Deze week werd bekend dat Minotaur Books, een imprint van St. Martin's Press de voorgenomen publicatie van Steve Hamiltons nieuwe thriller The Second Life of Nick Mason had afgeblazen. De uitgeverij bracht een korte verklaring uit waarin werd gesteld dat na een relatie van 'vele jaren' uitgever en schrijver hadden besloten 'ieder zijns weegs' te gaan.

Steve Hamilton liet daarop weten dat de verklaring van de uitgever 'misleidend' was. In tegenstelling tot wat St. Martin's Press suggereerde, was het de schrijver die had besloten om met de uitgever te breken. Hamilton, tweevoudig winnaar van een Edgar Award: 'Dit is mijn beslissing en van mij alleen. Elke andere suggestie is belachelijk.' De reden? Het ontbreken van een publiciteitscampagne om The Second Life of Nick Mason te promoten.

Hamiltons nieuwe boek gaat over een ex-gedetineerde die tegen wil en dank terugkeert in de onderwereld van Chicago. Op basis van de drukproef had Publishers Weekly al een sterrenrecensie klaar staan. Ook stonden er blurbs (aanprijzingen) op de cover van collega-auteurs als Michael Connelly, Lee Child en Don Winslow. De uitgever had aangekondigd dat er een eerste druk van 75.000 exemplaren zou zijn. Verder zou de uitgever advertenties plaatsen en een landelijke promotietournee voor Hamilton op touw zetten.

Volgens Hamilton waren dit allemaal loze beloften. 'Er was helemaal geen sprake van een landelijke campagne', laat hij aan Publishers Weekly weten. Hij vond dat hij niet langer bij St. Martin's Press kon blijven. De uitgever weigerde commentaar te geven op de beschuldiging van Hamilton. De schrijver zoekt nu naar een nieuwe uitgever. 'Ik wil samenwerken met een uitgever die gepassioneerd is over mijn werk en die ook werkelijk aan een plan werkt om mijn boeken onder een zo breed mogelijk publiek te promoten.'

De nu 54-jarige Steve Hamilton debuteerde in 1998 met A cold day in Paradise, de eerste in een serie rond Alex McKnight, een voormalige politieman uit Detroit. In deze reeks volgden nog tien boeken. Ook schreef Hamilton enkele standalone thrillers. Zijn boek The Lock Artist werd vertaald in zeventien talen, waaronder het Japans. Op Hamiltons website staat dat The Second Life of Nick Mason 'binnenkort' te verkrijgen is. In Nederland is Hamilton overigens onbekend.

(Bron: Publishers Weekly)

03 augustus 2015

Patrick de Bruyn (interview, 2015)





'MENSEN ZIJN ZO EINDELOOS SLECHT'


De gewone man is opnieuw de pineut in Slaapwel, de nieuwste psychologische thriller van Patrick de Bruyn. In de boeken van de Vlaamse auteur is geen plaats voor helden van staal, onkreukbaar en bikkelhard. 'Helden laten me koud. Het blijven toch al te vaak bordkartonnen personages.'

(Door Peter Kuijt)

Hij doet niet geheimzinnig over het feit dat hij wat spaarcenten over heeft. Mijnheer Adam, een gepensioneerde weduwnaar, mag graag verkondigen dat hij een levensgenieter is. Alleen, sinds zijn vrouw overleden is, heeft hij niemand meer om samen mee te genieten. Met een economische crisis die maar niet overwaait en banken die slechts geld lenen aan wie al geld heeft, vormt meneer Adam voor velen een interessant individu. In het slaperige stadje waar hij woont, is een aantal kapers uit op zijn spaarcenten. Alleen meneer Adam denkt dat ze voor zijn natuurlijke charme vallen.

Meneer Adam is de gewone man die het in Slaapwel, de onlangs verschenen elfde misdaadroman van Patrick de Bruyn (1955). De hoogste tijd voor een poging om de Vlaamse schrijver enkele ontboezemingen te ontlokken.


Slaapwel ligt net een paar weken in de winkel. In wat voor gemoedstoestand verkeer je op dit moment?

Patrick de Bruyn: ‘Anders dan anders na het beëindigen van een boek. Gewoonlijk worstel ik met een grote leegte, maar deze keer dus niet. Omdat dit slechts deel 1 is en ik momenteel aan het vervolg schrijf. Thrillerlezers zijn verwend: aan het eind van een boek krijgen ze gewoonlijk een mooi afgerond verhaal met wie de daders waren. Eind goed, al goed. Zo hoort het toch.’


Maar dat hoeven we dus niet te verwachten bij Slaapwel.
Slaapwel heb ik in dit eerste deel afgebroken op het moment dat iedereen, inclusief de lezer, pas begint te beseffen dat er iets aan de hand is geweest. Verbazing, verbijstering, boosheid, woede, frustratie over “hoe heb ik dit niet zien aankomen”. Zoals het er in het echte leven ook vaak aan toegaat.
Dit boek gaat over misdrijven die bij de politie niet tot de prioriteiten behoren. In het tweede deel ga ik op zoek naar wat er precies is gebeurd, wie de daders geweest zijn, hoe ze hun listige spelletjes hebben kunnen spelen.’


Het is al weer je elfde misdaadroman. Wordt het schrijven makkelijker naarmate het oeuvre groeit, of is het nog immer een worsteling?
‘Ik denk dat er nog heel wat onderwerpen zijn waarover ik wil schrijven. Mensen zijn zo eindeloos slecht dat het aantal onderwerpen vrijwel onuitputtelijk is. Ik heb dus maar elf van de elfendertigduizend onderwerpen behandeld die je over de slechtheid van de mens kunt schrijven.’


Zonder worsteling?
‘Nee, het schrijven zelf blijft natuurlijk een worsteling, een immens werk van concentratie, eenzaamheid, onzekerheid… Hoor me bezig. Je zou zeggen dat schrijven slavenwerk is. Maar dat ís het ook!’


Wat heeft Patrick de Bruyn gemeen met de gepensioneerde meneer Adam, de hoofdpersoon uit Slaapwel?
‘Helemaal niets, mag ik graag hopen. Het personage van mijnheer Adam is gebaseerd op mijn vader, die erin slaagde om het laatste jaar in vreemde situaties betrokken te raken en om zich excentrieker te gedragen dan menige romanfiguur.’


Kwam daar het idee voor deze thriller vandaan?

‘Mijn vader had in het afgelopen jaar drie zeer bizarre verkeersongevallen, waarbij hij er zelf steeds met amper een schrammetje was van afgekomen, maar die elk op zich een nationale ramp hadden kunnen veroorzaken. En ik heb hem hiervoor gewaarschuwd. “Pa, dit kan ik niet laten liggen,” vertelde ik hem destijds.’


Begreep hij dat?

‘Hij vond het een fijne gedachte. Ik kende hem wel, dacht ik, en vond een plot uit. Maar toen hij eind vorig jaar plotseling geheel onverwacht overleed en de “echte plot” aan het licht kwam, begreep ik dat er meer bagger naar boven kwam dan ik ooit in gedachte had voor mijn boek.’


Veel thrillers steunen in meer of mindere mate op de verrichtingen van een daadkrachtige held of heldin. De hoofdpersonages in een typische ‘Patrick De Bruyn-thriller’ zijn echter gewone mensen' die door het noodlot of door eigen toedoen in een nachtmerrie belanden.
‘Ik houd wel van een James Bond en consorten, maar die laten me als mens allemaal koud. Ik geloof daar niet in. Helden bestaan niet. Ik vind ze fijn om bij weg te dromen en net te doen alsof ik er een ben. Maar het blijven al te vaak bordkartonnen personages. Krachtdadige helden heb je in boeken en in de film, jammer genoeg veel te weinig in het echte leven. Vandaar dat ik inderdaad gewone mensen opvoer die doen wat de meeste mensen altijd doen: altijd over dezelfde steen struikelen.’


“Door zijn studies in de bedrijfspsychologie en zijn werkervaring in de personeelsrekrutering heeft hij een zeer goed inzicht gekregen in de menselijke psyche, wat hij uiteraard tentoonspreidt in zijn boeken”, meldt de uitgeverij in haar persbericht. Wanneer heeft de menselijke psyche je voor het laatst verrast? Wat gebeurde er toen?
‘Zegt mijn uitgever dat? Mijn uitgever is een onverbeterlijke positivo. Maar goed, misschien heb ik wel enig inzicht in de duistere kronkels van de psyche. Verrassen zou dus betekenen dat iets in positieve zin mij is bijgebleven. De laatste keer was, euh… nee, echt niet.’


Lees je zelf veel thrillers?
‘Ik lás ze! Ik heb een thrillerindigestie overgehouden aan alle rommel die jarenlang is verschenen. “Thriller” is jammer genoeg een heel erg breed plateau waarop je een nieuw boek kunt presenteren. En dat zal de lezer geweten hebben. Met alle negatieve gevolgen van dien. Ik lees gewoon nog maar zelden nieuwe thrillers. Het is te vaak tappen uit hetzelfde vaatje.’


Welk boek ligt er bijvoorbeeld nu op je nachtkastje?
‘Wat ligt er (eerder toevallig) vandaag op mijn nachtkastje? Thrillers die de tand des tijds hebben doorstaan en die ik nu herlees of voor het eerst lees: A kiss before you die van Ira Levin. De film gezien, maar nooit het boek gelezen. Onvoorstelbaar hoe fris het proza vandaag nog leest. Een ander boek is That Sweet Sickness van Patricia Highsmith. Ze bedoelt er de liefde mee. Wél gedateerd qua proza, maar messcherpe psychologie van de personages. Heerlijk.’


Waaraan moet een goede thriller dan voldoen?
‘Ik wil verrast worden. Als iemand mij een niet-gehypete maar steengoede thriller kan aanbevelen, graag, ik heb vandaag niets om aan te bevelen.’


Welke schrijvers bewonder je?
‘Ik bewonder boeken, geen schrijvers. Op eentje na dan, heb ik geen schrijvers die ik bewonder. Elke schrijver schrijft wel eens een heel goed boek en de miskleun van zijn leven. Elke schrijver is in het ene boek beter dan in zijn andere. Ik houd van aparte boeken. En laat me daarbij nooit gaan tot het bewieroken van één persoon. Want dat vind ik onzin. De enige die de dans ontspringt is Ernest Hemingway. Ik ken geen enkele van zijn vertelsels die beneden alle peil is. Een goede combinatie van talent en een strenge uitgever. Dat laatste zal hij zeker gehad hebben.’


Collegaschrijver Jo Claes sprak na de ontvangst van de Gouden Strop voor zijn thriller De mythe van Methusalemover “een Chinese muur” tussen Nederland en Vlaanderen. In Vlaanderen kent men de boeken van de Hollanders niet en in Nederland weet men niet wat er in zuiden gebeurt in de misdaadliteratuur. Kun je je vinden in zijn opmerking?
‘Noem het een Chinese muur of een IJzeren gordijn. Ondoordringbaar, onoverkoombaar is het in elk geval. Voor beide kanten. Ik mag gelukkig rekenen op een heel trouwe schare fans die mijn boeken steevast uit de Nederlandse bieb leest. Maar kopen? Vooralsnog niet. Waarom niet? Ik houd het op de taal. Als het Vlaams in een Vlaamse roman in Holland nog “sappig” klinkt dan doet dat het in een thriller helemaal niet.
Een thrillerlezer leest om gauw het einde te halen. Dus wil hij daar geen woordenboek bij. Hoe vaak lees ik niet: “met leuke Vlaamse uitdrukkingen, die je wel begrijpt door de context”. Als in een Vlaamse thriller een woord staat dat een Nederlander niet direct begrijpt, is het van “Yèèk! Dit is Vlaams!” terwijl het in die dikke van Dale misschien net wel als AN wordt bestempeld. Nou, deze keer kunnen ze vanaf mijn Belgisch-Nederlandse titel al afhaken.
Nederland slaagt er anderzijds in om met een paar duizend woorden een heel verhaal te construeren. Vlaams Nederlands is gewoon veel rijker. Eten is lekker. Daar kunnen wij als Vlaming nog inkomen. Maar “dit gesprek liep lekker”, en “we hebben lekker geslapen”, en “lekker gewandeld” en “de motor loopt lekker” en “de vergadering liep lekker” en “de blablabla… was ook weer lekker”, daar kan een Vlaming zich dan weer oeverloos aan ergeren. Vertaalde thrillers lijden ook vaak onder dit zogeheten 2K-woordenprobleem. Nuances in het origineel worden in vertalingen al te vaak omgezet door gebruik te maken van altijd dezelfde 2000 woorden.’


Een oplossing is er dus niet voor?
‘Ach, laten we gewoon een kat een kat noemen. Hollanders vinden Vlaamse thrillers maar niks en omgekeerd ook niet. Dat is een feit. We zijn gewoon twee aparte volkeren die allebei een taal spreken die een beetje op de andere lijkt. En marketingmensen zien dan ineens één groot verkoopgebied. En dat zullen ze zo blijven zien. Maar zo werkt dat niet. Wij in Vlaanderen hadden al sinds 1963 geen “gij” meer mogen zeggen… Allez gij, komaan zeg, dat meent ge toch niet.’


Hoe is het trouwens gesteld met het thrillergenre in Vlaanderen? Is de misdaadliteratuur kwalitatief in orde of valt er hier en daar nog het een en ander te verbeteren?
‘Over de kwaliteit van vandaag wil ik mij helemaal niet uitspreken. Dat past niet voor iemand die dan rechter en partij wordt. Wat me wel opvalt zijn twee trends: enerzijds worden er veel minder thrillers geschreven of uitgegeven dan 5 à 10 jaar geleden. Gelukkig maar, want toen is onvoorstelbare rotzooi op de markt gegooid. Daar heb ik mijn thrillerindigestie aan overgehouden. Anderzijds lijkt het me of er vandaag meer geschreven wordt “wat het volk wil”. En wat wil het volk? Altijd hetzelfde. En nog meer van hetzelfde. Ik bedoel: iedereen zoekt dezelfde lucratieve niche: de reeks met dezelfde personages, dezelfde stad of streek, dezelfde moorden… omdat de lezers ook steeds hetzelfde kopen.’


Maar is het gras groener in het buitenland?
‘Als we kwaliteit toetsen aan wat er ons vanuit het buitenland komt aanwaaien, dan zitten we in Vlaanderen wel goed. Het thrillergenre is sterk geprofessionaliseerd, maar heeft vooral veel ingeboet qua creativiteit. Ik denk dat het thrillergenre (ook en vooral internationaal) zichzelf heeft laten doodbloeden door te veel en te snel boeken uit te brengen die allesbehalve professioneel waren. Natuurlijk zullen mensen altijd geboeid blijven door een spannend verhaal, Ieder kind vraagt zijn mama om de boze wolf te spelen. Als het kind maar weet dat het ermee weg komt, en plots “stop” kan roepen en in plaats van de boze wolf weer zijn mama voor zich heeft. Maar vandaag als thrillerauteur op veilig spelen is morgen als thrillerauteur onder de zoden liggen. Denk ik.’


De Stichting CPNB heeft deze week bekendgemaakt dat Bloed in de polder het thema is van de Maand van het Spannende Boek 2016. De Nederlandse thriller staat daarin centraal. Kunnen de Vlaamse misdaadschrijvers in de slipstream hiervan ook nog een graantje meepikken?
‘Mag ik daar heel kort en cru op antwoorden? Ik denk dat beneden en boven de Moerdijk een andere wereld begint.

What happens boven de Moerdijk, stays boven de Moerdijk
En what happens under de Moerdijk, stays under de Moerdijk.’


Patrick De Bruyn werd op 22 augustus 1955 geboren in Halle. Hij studeerde psychologie en kwam terecht in de personeelsrekrutering. Hij publiceerde al een boek in zijn studentenjaren, namelijk Angst om de gijzelaars (1977), maar zijn echte debuut kwam met File (1998). Hij schreef daarna nog meerdere thrillers, maar het was met Verliefd (2007) dat De Bruyn definitief doorbrak bij het grote publiek. Zijn thrillers worden gekenmerkt door een beschrijving van gewone mensen die door het noodlot of door eigen toedoen in een nachtmerrie belanden. Naast nominaties voor de Gouden Strop en de Diamanten Kogel, werd hij maar liefst vier keer genomineerd voor een Hercule Poirotprijs. Voor Dodelijk Verlangen (2010) kreeg hij eindelijk deze prijs. In april 2014 verscheen Charly, het vervolg op Dodelijk verlangen. Patrick de Bruyn is met Slaapwel aan zijn elfde thriller toe. (foto auteur: Jurgen Rogier)

02 augustus 2015

De speelplaats met de wip (nieuws, 2015)



DE WEG VAN HET WATER

Een advocaat, een gedragswetenschapper en een kleinkunstenaar voegen zich de komende maanden bij het regiment van al bekende thrillerauteurs. Een inventarisatie van wat er zoal aan spannend leesvoer van Nederlandse misdaadauteurs in aankomst is.

Marion Pauw heeft - voorlopig - haar tekstverwerker in de wilgen gehangen en voor zover bekend valt er op korte termijn geen nieuw werk te verwachten van De Grote Drie: Saskia Noort, Esther Verhoef en Simone van der Vlugt. Maar niet getreurd: dit najaar kunnen we ons verheugen in nieuwe thrillers van een flink aantal andere schrijvers.

Als het aankomt op bloedstollende fictie uit het Nederlandse taalgebied, leunt uitgeverij Karakters dit najaar op het werk van een aantal vrouwelijke auteurs. Karaktervolle vrouwen met pit en durf, aldus de uitgever. Bekende namen zijn Loes den Hollander en Jet van Vuuren. De eerste komt in oktober met Genadeklap, deel 2 van Dossier Metselaer. En Jet van Vuuren ('de nieuwe Suzanne Vermeer') schrijft in De oppas (september) over ene Kim, die stelt dat ze ten onrechte is veroordeeld voor de moord op haar oppaskind Suze. Als ze uit de gevangenis komt, keert ze terug naar Delft, naar de speelplaats met de wip, waar het verschrikkelijke gebeurde. Ze wil wraak nemen op de echte moordenaar.

Een nieuwe naam bij Karakter is die van journalist en columnist Marjan van den Berg. In Joy (augustus) verhaalt ze over een old boys network. Vijf mannen die dik bevriend lijken. Ogenschijnlijk als zoveel mannenclubs. Maar Joy kijkt er heel anders naar. Zij ziet een clubje van vijf heren die haar ooit geestelijk en lichamelijk hebben vernederd en mishandeld.

Twee jaar geleden won scenarioschrijver Walter Lucius voor De vlinder en de storm, deel 1 van zijn Hartland-trilogie, de Schaduwprijs. Niet lang daarna werden de vertaalrechten van de thriller, over de dood van een Afghaans jongetje in het Amsterdamse Bos, verkocht aan zeven buitenlandse uitgevers. Een mooi succes. Uitgeverij A.W. Bruna had wellicht een potentiële bestsellerauteur in huis. Maar Lucius is inmiddels verkast naar uitgeverij Luitingh-Sijthoff, die het tweede deel uit de trilogie, Schaduwvechters, in januari uitbrengt. In dit deel wordt journaliste Farah Hafez gezocht door internationale veiligheidsdiensten vanwege haar vermeende aandeel in een gijzeling in Moskou.

Journaliste Maartje Fleur ziet na De au pair (10.000 verkochte exemplaren) ook haar tweede spannende roman, Chateau Zen, bij Luitingh-Sijthoff verschijnen. In het boek dat in oktober in de winkel ligt, reist een journaliste naar de Franse Dordogne om een actrice te interviewen die op het punt staat internationaal door te breken. De actrice verblijft op een chateau waar ook yoga en meditatie worden beoefend. Maar de journaliste ontdekt dat het spirituele centrum, niet een en al rust en harmonie uitademt.

'Een daverend slotakkoord'. En 'Amsterdamser bestaat niet'. Zo bestempelt uitgeverij De Arbeiderspers het laatste deel van De Posthumus Trilogie, Barmhartig (januari) van de ‘wereldburgers’ Britta Böhler en Rodney Bolt, beter bekend als Britta Bolt. Pieter Posthumus, medewerker van de dienst Uitvaarten van de gemeente Amsterdam, achterhaalt de identiteit van een dode jonge man. Het is een Zweedse expert op het gebied van olie- en gaswinning. Terwijl Posthumus dieper in deze zaak verstrikt raakt, wordt er op de Wallen nog een moord gepleegd.

Twee zussen die niet van elkaars bestaan wisten, is het centrale thema in De erfenis, de nieuwe thriller van Elisabeth Mollema (uitgeverij Q, oktober). Pas bij de notaris krijgt Emma, dochter van een kwekersechtpaar, te horen dat ze nog een halfzus heeft. Wat te denken van deze halfzus en haar kersverse vriend Oscar?

Grafschrift
Uitgeverij Ambo|Anthos presenteert twee nieuwe thrillerauteurs en het zijn ook nog mannen: Frank van Pamelen en Max van Olden. De eerste is kleinkunstenaar en tekstschrijver. Zijn thriller De wraak van Vondel (november) wordt gepresenteerd als een literair labyrint dat teruggaat naar de tijd van de auteur van Gijsbrecht van Aemstel. In de Oude Kerk wordt, in de dagen voor de troonswisseling in 2013 een lijk gevonden. Een onbekende dichter ligt op een grafschrift van Vondel. Zelfmoord, zegt de politie, ik vertrouw het niet, denkt een journaliste die vervolgens op onderzoek uitgaat.

In Lieve Edelachtbare (oktober) van advocaat Max van Olden staat Luna aan het begin van een veelbelovende carrière als strafpleiter bij een advocatenkantoor. Haar vriend zit ondertussen werkloos thuis, wat hun relatie niet ten goede komt. Als Luna na een ruzie de nacht met iemand anders doorbrengt, zijn de rapen gaar. Ze realiseert zich niet dat ze hiermee alles op het spel zet.

Oud-politicus Boris O. Dittrich bewees al met Moord en brand dat hij over een fijne pen en een veelbelovende hoeveelheid fantasie beschikt. In januari brengt hij bij Cargo zijn nieuwe thriller W.O.L.F. uit, die zich afspeelt in Berlijn. Wanneer in een park daar een hoofd in een plastic zak wordt gevonden, staat het politieapparaat op scherp. Wie is het slachtoffer? Zijn er terroristen in het spel? Politiecommissaris Fatima Ozturk leidt het onderzoek naar organisatie die zich W.O.L.F. noemt en een anti-joodse en anti-islamitische campagne voert.

Bijwerking (oktober) heet de vierde thriller van Heleen van der Kemp en is weer een nieuw avontuur van rechercheur Britt Franken. Binnen korte tijd vallen er twee doden, die gemeen hebben dat ze eenzelfde bar in Amsterdam bezochten. Franken ontdekt dat ook haar dochter Bo daar regelmatig uitgaat.

Geen nieuwe namen in de imprint Tomas Ross Crime. De 'oude meester' zelf, Tomas Ross, komt in november met Van de doden niets dan goeds, een thriller die zich afspeelt in het Den Haag van vlak na de bevrijding. In de residentie is het een chaos. Voormalige kameraden uit het verzet bestrijden elkaar op leven en dood, NSB’ers en oorlogsmisdadigers lopen nog vrij rond en liquidaties zijn aan de orde van de dag. Dan duikt er een document op waarin de namen zouden staan van collaborateurs die opnieuw hoge posities bekleden.

Bart-Jan Kazemier, uit het klasje van Ross, brengt in oktober zijn tweede thriller Drone op de markt. Daarin wil de minister van Defensie de Kamer laten instemmen met de aankoop van een nieuw type drone. Ze probeert uit alle macht de grootste oppositiepartij te overtuigen haar te steunen, maar de leider stelt bijna onmogelijke eisen. Binnen Defensie is ondertussen iets ernstigs aan de hand. Een hard drive met gevoelige data is verdwenen.

Nathalie Pagie verhaalt in Paradijsvogels (Boekerij, oktober) over een journaliste die naar Aruba vertrekt voor een reportage over succesvolle carrièrejagers. Als ze een Vlaams meisje ontmoet dat in nood verkeert, stuit ze op een heel ander verhaal.

Twee maanden later verschijnt bij dezelfde uitgeverij het debuut De weg van het water van Trudy Rijks, een gedragswetenschapper in het onderwijs. Daarin is de gescheiden veertiger Floor bewindvoerder van haar zusje Bente, die met korsakov in het verpleeghuis is opgenomen. Op een dag ontvangt Floor een dagvaarding waarin haar zus gesommeerd wordt twee ton te betalen aan een onbekende, die zich beroept op een schuldbekentenis. Een actuele thriller want volgens de politie is het aantal gevallen van babbeltrucs in verpleeghuizen een groot probleem.

Ook dit jaar verschijnt er bij A.W. Bruna weer een wintersportthriller van de hand van Suzanne Vermeer, of wie er ook voor doorgaat. In Sneeuwengelen (november) gaat een groep van zes meisjes uit het Leidse studentenleven naar de wintersport. Een perfecte vriendinnengroep, zo lijkt het. Maar schijn bedriegt.

Aanslag
De terugkeerling van onderzoeksjournalist Patrick Pouw (Lebowski, januari) wordt 'een uiterst actuele debuutroman over een explosief vraagstuk' genoemd. Mohammed el Amrani werkt bij de AIVD waar hij verantwoordelijk is voor het volgen van radicale moslims. Ondertussen beraamt de radicale bekeerling Bilal van Wijk een aanslag die hem tot de nieuwe Mohammed B. moet maken. In het boek kruisen de wegen van Mo en Bilal zich op onverwachte wijze.

Bij The House of Books ook volop aandacht voor Nederlandse thrillerauteurs. Van zeker vijf van hen kunnen we komend najaar nieuw werk verwachten: Michael Berg, Ingrid Ooninckx, Milou van der Will, Inge Ipenburg en Tjeerd Langstraat. De laatste komt in januari met Eeuwig Donker, een thriller gebaseerd op ware feiten. Jelena wordt geboren op de Krim in de nadagen van het communisme en vestigt zich na diverse omzwervingen in Rotterdam. Daar doet rechercheur Jan Vos onderzoek naar twee loverboys. Hij stuit al snel op de naam van Jelena. Is zij wel wie zij zegt te zijn?

Ingrid Ooninckx gaat in Medicijn (januari) in op het fabeltje van de eeuwige jeugd. Alleen een kleine eliteclub weet dat er al jaren een middel tegen veroudering bestaat. Wat hen betreft blijft dat geheim. Maar ontdekker en meedogenloze wetenschapper Jacob Grunberg wil wereldwijde erkenning voor zijn uitvinding.

Misdaadjournaliste Benthe Berg ontmoet in Stil in de stad (aangekondigd voor september, maar zal pas begin 2016 verschijnen) van Milou van der Will tijdens een reportage een prostituee die zegt belangrijke informatie voor haar te hebben. Berg komt terecht in de schimmige wereld van mensenhandel. In de tweede misdaadroman van Inge Ipenburg, Een schitterend ongeluk (september) staat de vraag centraal: wat is vriendschap? Merel, Jasper, Karin, Timo en Daniel zijn vrienden die meer dan dertig jaar alles met elkaar delen. Tot ze door een ernstig auto-ongeluk na een lome septemberdag aan het strand ontdekken dat er grote individuele geheimen bestaan.

Gouden Strop-winnaar Michael Berg komt in oktober met Het meisje op de weg. Geen Chantal Zwart-thriller deze keer. Psychologe Anne Givernaud woont samen met haar nieuwe vriend Guido op een afgelegen plek in Zuidwest-Frankrijk. Op een avond ligt er voor hun huis een onbekend meisje op de weg. Ze bieden haar een bed aan voor een nacht. Maar de volgende dag is de woonkamer een ravage en zijn Guido en het meisje verdwenen.

(Dit artikel stond eerder op Hebban.nl)

De eerste klap (nieuws, 2015)

PRIJSWINNENDE DEBUTANTEN

Het is niet veel schrijvers gegeven: met je eerste thriller meteen een prijs winnen. De Britse Sarah Hilary is de voorlopig laatste in dit rijtje laureaten. Nederlandse collega’s als Elvin Post en Donald Nolet gingen haar voor.


In de woning van voormalig bloemverkoopster Sarah Hilary staat nu een biervat op een boekenplank waarin haar naam gegrift staat. Ze kreeg de dorstig makende trofee vorige maand in handen gedrukt tijdens het Harrogate Crime Writing Festival. Haar eersteling Someone Else's Skin (Onder mijn huid) werd daar bekroond met de Theakstons Old Peculier Crime Novel of the Year Award.

Hilary is, na de Schotse Stef Penney die in 2008 werd gelauwerd voor The Tenderness of Wolves, de tweede debutant die deze prestigieuze prijs (en een cheque van drieduizend Britse ponden) kreeg overhandigd. In voorgaande jaren ging de trofee veelal naar gearriveerde auteurs als Mark Billingham, Val McDermid en Lee Child. 'Ik heb blauwe plekken overgehouden van het poseren met het biervat in mijn handen', twitterde een nog beduusde Hilary na afloop. 'Maar het zijn de mooiste blauwe plekken ter wereld.'

Debutantenprijzen zijn er te kust en te keur. In Nederland hebben we de Schaduwprijs. De VS kent de Edgar Award for Best First Novel, winnende debutanten in Australië hebben een Ned Kelly Award op de schoorsteenmantel staan en in Groot-Brittannië deelt de Crime Writers’ Association Debut Daggers uit. Maar een nieuwkomer die er met een statusverhogende thrillerprijs (voor auteurs met meer boeken op hun cv) vandoor gaat: het komt niet al te vaak voor. Toch zijn ze er wel, blijkt uit een verre van volledig overzicht.

Zo won Belinda Bauer (foto) vijf jaar geleden met haar thriller Blacklands (Rusteloos land) de Gold Dagger Award van de Britse Crime Writers' Association gewonnen. Haar boek gaat over een puberjongen die een brief schrijft aan de seriemoordenaar die zijn oom zou hebben gedood. De jongen wil het raadsel rond diens dood oplossen. Haar boek liet de jury flabbergasted achter. Bij de bekendmaking van de nominaties noemde de jury Bauers thriller 'een verontrustende coming-of-age-roman, waarin een huiveringwekkende confrontatie met een kindermoordenaar' plaatsvindt. Bauers carrière zit sindsdien in de lift, ze is een bestsellerauteur. Bovendien won zij vorig jaar nogmaals de Theakstons Old Peculiare Crime Novel of the Year Award, maar nu met haar derde boek Rubbernecker.

Voor zijn debuutroman Glacé (Een kille rilling) werd de Franse voormalige douanebeambte Bernard Minier tot drie keer toe bekroond met niet de minste prijzen, waaronder de Prix Polar en de Prix de l'Embouchure. Zijn in 2011 verschenen thriller begint met de ontdekking van een onthoofd paard in de ijskoude Pyreneeën. Het kleine valleidorp in het berggebied staat op zijn kop. De plaatselijke politiechef weet niet waar hij met zijn onderzoek moet beginnen.

De Brit Tom Rob Smith sleepte met zijn eerste boek Child 44 (Kind 44) een hele trits aan nominaties in de wacht. Het boek was in de race voor zeventien internationale awards, waaronder de Man Booker Prize en de Desmond Elliott Prize, en won er uiteindelijk zeven, zoals de CWA Ian Fleming Steel Dagger Award en de Galaxy Book Award for Best New Writer. Als klap op de vuurpijl werd Smiths thriller over een moordonderzoek in de Sovjet-Unie ten tijde van het Stalin-regime ook nog verfilmd. Die film haalde de Russische bioscopen overigens niet: volgens de autoriteiten gaf Child 44 een verkeerde voorstelling van zaken. De commotie en publiciteit die het opriep, moet als een extra prijsje voelen.

Voor het eveneens inmiddels verfilmde Before I Go to Sleep (met Nicole Kidman in de hoofdrol) van de Britse hoorspecialist S.J. Watson was er en handval awards. Zo werd het verhaal over de met geheugenverlies kampende Christine bekroond met de John Creasy (New Blood Dagger), de Galaxy National UK Thriller & Crime Novel of the Year, de Franse SNCF Prix du Polar en de niet minder onbelangrijke Crimezone Debuutprijs 2012.

Nog een meermalen gelauwerde nieuwkomer is Roger Hobbs. Zijn debuut Spookman over de criminele regelaar Jack vergaarde volgens zijn website maar liefst elf nominaties. Vijf ervan werden omgezet in prijzen, waaronder de Ian Fleming Steel Dagger, de Maltese Falcon Society Award for Best Hardboiled Novel en de Seeley James Award for best thriller. Hobbs’ Noorse collega Gard Sveen sloeg vorig jaar twee vliegen in een klap. Met zijn thriller Den Siste Pilegrimen (De doden hebben geen verhaal) won hij zowel de Glazen Sleutel, voor de beste Scandinavische misdaadroman, als De Gouden Revolver voor beste Noorse thriller. De enige auteur die dat eerder deed was Jo Nesbø met Vleermuisman.

In Nederland werd de belangrijkste thrillerprijs, De Gouden Strop, door vier nieuwelingen gewonnen. In 2004 doorbrak Elvin Post de hegemonie van ervaren auteurs als Tomas Ross, René Appel en Bob Mendes met zijn 'Amerikaanse' debuut Groene Vrijdag. Een jaar later was het prijs voor de Vlaamse Johanna Spaey met haar literaire thriller Dood van een soldaat. Daarna ging er vijf jaar overheen voordat Bram Dehouck zijn eerste thriller De minzame moordenaar met de Strop zag bekroond. En dat niet alleen: ook de Schaduwprijs voor beste debuut was voor de immer beminnelijke Vlaming. Die dubbelslag was er in 2014 ook voor Donald Nolet. De leerling uit de klas van meester Tomas Ross kreeg de literaire prijzen voor Versleuteld.

Dat het winnen van de Gouden Strop ook automatisch de kassa's voor de debutanten laat rinkelen, is een wat al te makkelijke aanname. Geen enkele van de vroege Stropwinnaars heeft zoveel op zijn of haar rekening bijgeschreven gekregen, dat daarvan een finca op party-eiland Ibiza kon worden gekocht. Dit in tegenstelling tot bestsellerauteur Saskia Noort die ooit met haar debuut Terug naar de kust doordrong tot de shortlist van de Gouden Strop. Afgezien van een Franse thrillerprijs en de door het Genootschap van Misdaadauteurs in het leven geroepen Meesterprijs is Noort voor zover bekend niet gelauwerd. Een Gouden Strop zit er voor haar nooit meer in, concludeerde ze drie jaar geleden. 'Als je het als jury hebt over Saskia Noort-klonen, weet je hoe laat het is.'

Zo heeft elke prijs zijn prijs.

(Dit artikel stond eerder op Hebban.nl)

Eenzaamheid (nieuws, 2015)

DE VERDWIJNTRUC VAN SCHRIJFMAN ROGER HOBBS

Toen hij net een puber was, schreef hij zijn eerste roman. Op zijn vierentwintigste was hij officieel een bestsellerauteur met een filmdeal op zak. Welkom in de wondere wereld van schrijfman Roger Hobbs
.

Roger Hobbs aanschouwde het levenslicht op 10 juni 1988 in Boston, Massachusetts. Hij is een man van obsessieve hobby's, vertelde hij eens in een interview. Zijn eerste grote liefde was het schaakbord. Maar toen hij inzag dat hij niet over de kwaliteiten beschikte om een grootmeester te worden, stortte hij zich op het schrijven. Hij voltooide zijn eerste boek op zijn dertiende. Een vreselijke sciencefictionroman, vond hij zelf.

Maar het schrijven zou hij niet meer staken. Zijn eerste toneelstuk werd geproduceerd toen hij 19 was. Een jaar later publiceerde The New York Times voor het eerst een artikel van zijn hand. Toen hij 21 was, tekende hij zijn eerste filmdeal en studeerde een jaar later af. Op zijn 23ste ondertekende hij een contract met uitgeverij Alfred A. Knopf. Een internationale bestsellerauteur werd hij op zijn 24ste en op zijn 25ste was hij genomineerd voor bijna elke belangrijke prijs in het thrillergenre. Twee jaar geleden was hij de jongste auteur ooit die werd bekroond met de CWA Ian F leming Steel Dagger.

Zijn doorbraak kwam met Spookman, zijn thrillerdebuut. Hij voltooide het boek over Jack Delton, ook wel spookman genoemd, de dag nadat hij geslaagd was voor de studies Engels, Klassieke Talen, Film Noir en Literatuur aan het Reed College in Portland. Hij werkte twaalf tot zestien uur per dag om zowel zijn studie als zijn thriller te voltooien.

Spookman Jack, de uitzonderlijk goed getrainde, ervaren en getalenteerde crimineel, keert ook terug in De verdwijntruc, de recent verschenen opvolger van Spookman. De ware indentiteit van Jack is zo geheim dat nog geen dertig mensen weten van zijn bestaan. Sommigen van hen denken zelfs dat hij dood is. Jack is een ijskoude kerel, zonder zwakte of moraliteit. Het enige wat Jack lijkt te emotioneren zijn de Latijnse en Griekse klassieke schrijvers die hij leest en ter ontspanning vertaalt. Jacks levensmotto komt uit Vergilius’ Aeneis: ‘Flectere si nequeo superos, Acheronta movebo’ (Als je geen invloed hebt op de hemel, laat dan de hel losbreken).

In De verdwijntruc is spookvrouw Angela, die Jack ooit opleidde, het brein achter het ingenieuze plan om ergens op de Zuid-Chinese Zee een schip met gesmokkelde smaragden te kapen. Het plan valt in duigen wanneer blijkt dat het schip, buiten haar medeweten, een tweede lading vervoerde - een lading die nog veel meer waard was dan de edelstenen. Nu ze in ernstige problemen is geraakt doet Angela een beroep op spookmanl Jack. De twee experts moeten samen een manier verzinnen om, liefst mét beide schatten, te verdwijnen. In Macau, de grootste gokstad van de wereld, worden ze nagejaagd door een plaatselijke bende en, wat voor grotere problemen zorgt, door Laurence, een gevaarlijke huurling, wiens mysterieuze opdrachtgever er alles aan zal doen om zijn geheime vracht terug te krijgen.

Hobbs steekt veel tijd in de research voor zijn boeken, zo vertelde hij. Hobbs legde contact met criminelen, las boeken over het kraken van kluizen, hing rond in vele chatrooms op het internet en deed 'veldonderzoek' in casino's. ''Niet alles wat ik in Spookman heb geschreven, klopt'', aldus Hobbs. ''Mijn research heeft alleen tot doel te weten te komen hoe in het echte leven misdaden worden gepleegd. Zo bestaat er bijvoorbeeld niet zo iets als een spookman. Wat ook niet waar is, is dat de Amerikaanse centrale bank geldtransporten voorziet van een gps-tracker en ontploffende inktpatronen.''

Het moeilijkste van het schrijven vindt Hobbs de eenzaamheid. ''Ik besteed veel tijd aan het praten tegen mijzelf in mijn werkkamer. Ik probeer er af en toe tussenuit te knijpen, voor een bak koffie bij Starbucks of zo. Maar ik maak meer hele lange dagen. Ik breng soms twaalf tot vijftien uur achter mijn tekstverwerker door. Het is moeilijk om daarna een koffietent te vinden, die dan nog open is.''
Als hij eventjes niet schrijft, leest hij graag. Een van de thrillers die hij recent las en waar hij van ondersteboven was, is Ik ben Pelgrim van Terry Hayes. ''Een buitengewoon goed geschreven thrillerdebuut.''

Uitgeschreven (nieuws, 2015)

True crime-auteur Ann Rule overleden 



De Amerikaanse schrijfster Ann Rule, auteur van tientallen true crime boeken, is overleden. Haar bekendste boek was The Stranger Beside Me, waarin ze de periode beschreef dat zij en seriemoordenaar Ted Bundy collega's waren.

Ann Rule stierf zondag 26 juli op 83-jarige leeftijd. Haar dochter, schrijfster Leslie Rule, meldde op haar Facebookpagina dat haar moeder kampte met meerdere gezondheidsproblemen, waaronder hartfalen. Ze overleed enkele dagen nadat ze was opgenomen in het ziekenhuis. 'Ze is vredig heengegaan', aldus Rule, 'ze heeft afscheid kunnen nemen van haar kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen.'

Ann Rule brak door met haar debuut The Stranger Beside Me uit 1980. Daarin beschreef ze gedetailleerd haar tijd samen met de latere seriemoordenaar Ted Bundy, met wie ze 's avonds een telefonische hulpdienst voor mensen met zelfmoordplannen bemande. Bundy was een van Amerika's bekendste serial killers, een necrofiel die dertig moorden bekende, gepleegd tussen 1974 en 1978. In haar boek, in Nederlandse vertaling in 1995 verschenen als Mijn vriend de seriemoordenaar typeerde Rule haar voormalige collega als 'een sadistische sociopaat, die geniet van andermans pijn en de controle die hij heeft over zijn slachtoffers, tot aan hun dood toe, en zelfs daarna'.

Rules grootvader was een sheriff in Stanton, Michigan. Zij bracht haar vakanties door bij haar grootouders, waar ze meehielp aan het bereiden van de maaltijden voor gevangenen. Volgens de biografie op haar website verbaasde ze zich over het feit dat 'zulke vriendelijke, ogenschijnlijk normale mannen achter de tralies zaten en dat de vriendelijke vrouw in de cel, die haar leerde haken, voor de rechter moest verschijnen wegens moord'. Dat was het begin van een levenslange fascinatie voor criminologie. Rule werkte korte tijd voor de politie in Seattle en begon in 1969 te schrijven voor tijdschriften als True Detective.

Haar boeken beschreven doorgaans waargebeurde misdrijven in en rond de staat Washington en Pacific Northwest, een regio in het noordwesten van Amerika. Zo schreef ze Small Sacrifices, een boek over de uit Oregon afkomstig kindermoordenaar Diane Downs. Haar meest recente boek, Practice to Deceive, gaat over een moordzaak op Whidbey Island.

Rule had vijf kinderen. In april van dit jaar werden haar twee zonen Michael en Andrew ervan beschuldigd hun moeder onder druk te hebben gezet om cheques ten gunste van hen uit te schrijven.