'Er was geen weg terug'
(Door Theo Hakkert)
Tim Krabbé (68) heeft voor zijn doen een heel dik boek geschreven. Het is dan ook geen fictief verhaal, zoals 'Het gouden ei' of 'De renner'. Vier jaar heeft Krabbé tot in de kleinste details de beruchte schietpartij op de Columbine High School in Colorado bestudeerd.
Op 20 april 1999 stormden de leerlingen Eric Harris en Dylan Klebold de school binnen. Ze doodden twaalf leerlingen en één docent, waarna ze zelfmoord pleegden.
Het was niet de eerste schietpartij op een Amerikaanse school, maar Columbine zette wel een trend. Vrijwel alle daders van latere schietpartijen op scholen verwezen naar Columbine. Het is een moment van groot historisch belang geworden. Zoals Krabbé schrijft in 'Wij zijn maar wij zijn niet geschift': 'En nu hoort Columbine, samen met Pearl Harbor, de moord op Kennedy, de bomaanslag in Oklahoma City en 9/11, bij de grote schofferingen die Amerika zijn aangedaan.'
- Maar een gedegen en alomvattend boek was er niet?
Tim Krabbé, in zijn appartement, negentien hoog in Amsterdam: ,,Het klinkt bizar dat een Nederlandse schrijver de eerste is die hier een behoorlijk boek over schrijft, waarin de zaak echt bestudeerd is, maar het is zo. Het boek dat in Amerika als het standaardwerk beschouwd wordt staat vol feitelijke onjuistheden. En de analyse zit er totaal naast. De schrijver heeft zich laten inpakken door een FBI-psycholoog die een heel simplistische analyse maakte: de daders waren een psychopaat en een depressieveling. En dat verklaarde alles. Het krankzinnige is dat de Amerikanen genoegen nemen met dat boek.''
- Vanwaar deze fascinatie?
,,Destijds in 1999 heb ik de gebeurtenis een beetje voor kennisgeving aangenomen. Al had het onmiddellijk al wel iets raars. De schietpartij was niet uit noodzaak voortgekomen, maar uit een idee, en dat is griezelig natuurlijk.
Eric Harris en Dylan Klebold kwamen uit de gegoede families. Kinderen die alles hadden. Later zag ik de film van Michael Moore, 'Bowling for Columbine'. Toen gingen me de eerste dingen opvallen die ik vreemd vond. Van Moore nam ik aan dat ze bowling hadden gespeeld vóór de schietpartij, en ik dacht: wat raar. Dat was ook niet zo. Later was er een Koreaanse jongen die een schietpartij op een school aanrichtte en Eric en Dylan zijn helden en voorbeelden noemde. Ik ben eens iets gaan downloaden en opzoeken. Vanaf dat moment was ik 'hooked'.''
- Wanneer werd het een boek?
,,Vrij kort daarna. Ik ontdekte heel bizarre dingen. Dat het geen schietpartij had moeten worden, maar dat ze van plan waren geweest een bomaanslag te plegen op het schoolgebouw waarbij honderden doden moesten vallen. Wat ik ook ontdekte: dat ze maandenlang toespelingen hadden gemaakt dat ze dit van plan waren.''
Krabbé maakte gretig gebruik van alle informatie die op internet te vinden is. Alle rapporten, dagboeken, getuigenissen zijn er te vinden. Samen ruim 26.000 pagina's. Uit die informatie heeft hij een minutieus verslag, bijna van seconde tot seconde, weten op te stellen van de toedracht. Harris en Klebold drongen de school binnen met bommen. Die gingen niet af. Waarop ze besloten hun handwapens te gebruiken. Hoofdstuk 2 van 'Wij zijn maar wij zijn niet geschift' beslaat twintig pagina's. De rillingen lopen de lezer over de rug bij dit redeloze, willekeurige, satanische geweld. Leerlingen die leerlingen doodschieten.
,,Een poging om zo dicht mogelijk bij de werkelijkheid te komen. Op basis van alleen feiten. Ik wist uit die duizenden pagina's een overzicht te maken van wat er tijdens de schietpartij was gezegd. Alle getuigen zeiden iets anders. Die getuigen waren kinderen in totale paniek. Je kunt ze niet verwijten dat ze verschillende dingen hoorden. Als een boekhouder heb ik alles naast elkaar gezet om vast te kunnen stellen wat onomstotelijk was.''
,,Ik heb dat willen aanvullen met een calendarium van de laatste dagen, maar het is uitgegroeid tot het calendarium van het moment dat Dylan en Eric elkaar ontmoetten totdat ze het deden, zes jaar later. Waarbij ik ook zo weinig mogelijk als rechter ben opgetreden. Ik geef geen oordelen.''
- Een bomaanslag plannen en dan moeten overgaan op schieten. Dat is me nogal een verschil.
,,De bommen werkten niet. In hun ogen was het plan daarmee eigenlijk mislukt. Wat ik heb ontdekt, is dat Dylan Klebold Eric Harris bedroog. Die hele schietpartij interesseerde Dylan niet zo veel. Hij wilde zich in een soort gelukzalig hiernamaals met het meisje Marla Foust verenigen. Eric Harris wilde de hele wereld uitroeien, of in elk geval de hele school opblazen. Alhoewel mijn theorie is dat hij die ochtend eigenlijk niet meer wilde. Hij wilde niet meer dood. Maar er was geen weg meer terug.''
- Van wat een vrij anonieme aanslag had moeten worden, werden het individuele moorden.
,,Ze moesten improviseren, ze liepen maar een beetje rond door de school. Maar ze waren nu ook weer niet zo diep gezakt dat ze mensen die ze kenden konden vermoorden. Iedereen met wie zoiets als een gesprek ontstond, werd geheel ongemoeid gelaten. Neem Bree Pasqaule, van haar verhaal lopen mij nog altijd de rillingen over de rug. Ze heeft gezien hoe Eric kinderen vermoordde, dan komt hij op haar af. Ze weet zeker dat ze dood zal gaan. Maar het komt tot een gesprek, er ontstaat menselijk contact. Hij pest haar, hij vraagt of ze graag dood wil. Nee, herhaalt ze steeds. Hij schiet haar uiteindelijk niet dood. Er zat ook een laf aspect aan. Ze konden niet mensen doodschieten met wie ze oog in oog kwamen te staan.''
Tim Krabbé heeft ervoor gewaakt, zegt hij, psychologische termen te gebruiken. ,,Dat is pseudo-inzicht. Kijk uit met termen als psychopaat. Neem Anders Breivik, de Noorse schutter. Je kan, als je zo iemand gaat analyseren, een etiket opplakken en dan is hij opeens niet schuldig meer. Dan is het etiket schuldig. Ik heb zitten bladeren in Breiviks manifest. Breivik is een totaal lucide persoon. Die is helemaal niet gek. Bij Columbine was Dylan Klebold behoorlijk getikt. Maar dat bleek pas later. Voor de schietpartij kwam niemand op het idee dat hij of Eric Harris gek waren. Het leken verregaand normale jongens. Dat is het griezelige.''
- Eric speelde veel het computerspel Doom.
,,Doom speelde ook een rol. Maar veel minder groot dan is verondersteld. Ik heb uitgebreide wetenschappelijke beschouwingen gelezen waarom spelletjes als Doom nu juist dat soort geweld in de werkelijkheid voorkomen. Doom heeft veel minder invloed gehad dan de film 'Natural Born Killers', dat was een pure verheerlijking van geweld. Als satire wellicht, maar een verheerlijking bleef het. Het is wel zo dat Eric zich voor ging stellen dat hij op monstertjes uit Doom schoot. Dat zegt veel over Eric: hij was zich ervan bewust dat hij op mensen ging schieten en dat hij dat niet zomaar zou kunnen. Een psychopaat heeft dat probleem niet.
Bij Breivik is niets te vinden over het leed dat hij ging aanrichten. Hij wilde Noorwegen redden door Noorse kinderen dood te schieten. Die zou je dan, alhoewel mij het niet interesseert, een psychopaat kunnen noemen. Maar Eric Harris zit voortdurend met dat probleem te worstelen.''
,,Dat ze het echt hebben gedaan, blijft voor mij het grootste raadsel. Dat je tegenover een kind zit en het doodschiet. Dan moet je de stap hebben kunnen maken dat het een poppetje in een videogame is. Op die manier heeft Doom wel een rol gespeeld.''
- Een totaal ander boek dan waar het gros van de lezers Tim Krabbé van kent.
,,Dat zou je kunnen zeggen, maar een zekere belangstelling voor de zwarte kant van de menselijke geest zit hier heel sterk in en dat vind je in veel van mijn andere boeken ook. Maar weer niet in 'De Renner' bijvoorbeeld. Ik ben altijd een schrijver geweest die niet alsmaar één soort boek schreef. Ik heb ook schaakboeken geschreven met dezelfde bezetenheid en vermogen tot volledigheid.''
,,Een van de fascinerende verrassingen voor mij was dat mijn thema, twee geliefden die zich verenigen in de dood, hier een grote rol bleek te spelen. Iets wat ik absoluut niet wist toen ik eraan begon. Hoe belangrijk het voor Dylan Klebold was, is mij pas gaandeweg gebleken. Zijn wens zich met Marla Foust te verenigen was misschien wel de hoofdoorzaak dat 'Columbine' gebeurd is. Zij is later een beroemd fotomodel geworden. En ze was in het geheim ook verliefd geweest op Dylan.''
Tim Krabbé - Wij zijn maar wij zijn niet geschift. Uitgeverij Prometheus
(Bron: Twentsche Courant Tubantia. Foto auteur: GPD/Marcel Israel)
1 opmerking:
Het interview met Tim Krabbé maakt mij nieuwsgierig naar zijn boek. Toch doet het ook vragen rijzen.
Zo zegt Krabbé dat Klebold en Harris "niet zo diep gezakt" waren dat ze bekenden doodschoten, en vlak daarna dat er ook "laf aspect" zat aan het feit dat ze niet in staat waren mensen dood te schieten "met wie ze oog in oog kwamen te staan".
Lafheid of (een restje) menselijkheid? Het voelt tegenstrijdig. Ik zou, als ik er zo diep ingedoken was als Krabbé, hebben willen weten hoe die twee observaties psychologisch met elkaar te verenigen zijn.
Dan zegt hij dat hij heeft 'zitten bladeren' in het Manifest van Anders Breivik. En concludeert daaruit dat Breivik een "totaal lucide" persoon en "helemaal niet gek" is. Ik concludeer iets anders. Ik concludeer ten eerste dat Krabbé niet méér heeft gedaan dan zitten bladeren. Had hij wèl meer gedaan, dan had hij gezien dat het hele werkstuk (met *totaal* foutloos Engels enerzijds en het kreupele - en geplagieerde - Engels van de Unabomber anderzijds) 'totaal' ongeloofwaardig is. Ik concludeer ten tweede dat Krabbé zich ook in de feiten van die aanslag nauwelijks kan hebben verdiept. Anders zou hij hebben opgemerkt dat de officiële lezing eveneens 'totaal' ongeloofwaardig is, en zou hij hebben ontdekt dat er interpretaties bestaan - bijvoorbeeld die van Gerhard Wisnewski - die de aanslag veel aannemelijker verklaren. Ik concludeer ten derde dat Krabbé in zijn afkeer van psychologische etiketten vergeet dat er mensen bestaan - zoals hij zelf - die wel lucide zijn maar niet geschift, en dat zulke mensen zich o.a. daarin van psychopaten onderscheiden dat zij NIET menen dat het doel de middelen heiligt. Nogal een verschil, zou ik denken.
Dat brengt me op nog een bedenking. Harris en Klebold *leken* normale mensen, "verregaand normaal" zelfs, wat dat ook moge betekenen. Wat is nu "het griezelige"? Niet, zou ik zeggen, dat zij het waren, maar dat zij het LEKEN. Krabbé lijkt niet te beseffen hoe belangrijk dit verschil is.
Het is een cliché dat moordenaars normale mensen ('zoals u en ik')zouden zijn. En het is te begrijpen dat mensen die zich met agressors identificeren ons (en zichzelf) graag willen doen geloven dat het waar is. Maar daarom IS het nog niet waar. Wat ik persoonlijk "griezelig" vind, is dat deze mythe tegen alle evidentie in blijft voortbestaan. Het zijn juist integere en lucide mensen als Tim Krabbé die haar zouden moeten doorprikken.
Koen de Groot.
Een reactie posten