25 april 2007

Jan Burke - Hocus (1997)

Goochelaars in kwade zaken




(Door Peter Kuijt)

Van Bill Clinton kun je zeggen wat je wilt, bijvoorbeeld dat zijn geslacht bizarre kenmerken vertoont of dat hij slechter saxofoon speelt dan Boris Jeltsin moppen tapt, maar het Amerikaanse staatshoofd kan niet worden verweten dat hij geen neus heeft voor de betere thriller. Clinton is niet alleen hartstochtelijk fan - en terecht - van de veelgeprezen misdaadauteur Michael Connelly, ook het werk van de Californische schrijfster Jan Burke heeft inmiddels een vaste plaats veroverd op het presidentiële nachtkastje, naast de foto van Paula Jones.

Ongetwijfeld zal de wereldleider inmiddels Hocus, Burkes vijfde thriller, verorberd hebben. Recent verscheen het boek in de Nederlandse vertaling. En ook nu maakt Burkes heldin, de inventieve journaliste Irene Kelly uit het fictieve badplaatsje Las Piernas, weer haar opwachting.

Ditmaal is het rechercheur Frank Harriman, Irenes echtgenoot, die het bijzonder zwaar te verduren krijgt. Terwijl hij op zoek is naar een informant, wordt hij ontvoerd door een bende die zich Hocus noemt. Vóór deze kidnapping had Hocus overigens al flink van zich doen spreken. Door een ingenieuze goocheltruc uit te halen met het computersysteem van de gemeente Las Piernas hoefden de burgers hun parkeerboetes niet te betalen. Daarna liet Hocus honden en katten uit het asiel ontsnappen - tijdens deze actie liet een nachtwaker het leven - en bestond hun volgende wapenfeit uit het vermoorden van een peloton drugsdealers.

Brein achter deze kwade zaken zijn twee mannen, die in hun jeugd een verschrikkelijk trauma hebben opgelopen, toen ze hun vaders voor hun ogen afgeslacht zagen worden. De twee willen dat de verantwoordelijke (agent) voor deze moordpartij alsnog wordt gepakt. Met Frank Harriman in hun macht willen de Hocus-leden dat het (eigen) recht alsnog zal zegevieren.

Het is Irenes taak om achter de identiteit van de betrokken politieman te komen. Hulp van gijzelingsexpert Tom Cassidy accepteert ze aanvankelijk met gezonde weerzin, maar allengs loopt hun samenwerking steeds vlotter. Hun woordenstrijd levert in het begin vermakelijke kost op en juist op het moment dat de aandacht even dreigt te verflauwen, geeft Burke een verrassende draai aan het verhaal. Intrigerend is ook de wijze waarop Harriman met zijn ontvoerders aan het 'Stockholmen' slaat en een vriendschappelijke band probeert op te bouwen. Tel daarbij op dat Burke de lezer ook nog verblijdt met een aantrekkelijk plot, waarin voor Irene een explosieve hoofdrol is weggelegd, dan heeft Hocus de kwalificatie 'vakwerk' ruimschoots verdiend.

Jan Burke - Hocus, uitgeverij Meulenhoff, 334 pag.

Geen opmerkingen: