Rijschoolhouder crasht in woonerfthriller
(Door Peter Kuijt)
Martin van Leeuwen is een zakkenwasser van het zuiverste water. Alles wat de hoofdpersoon uit René Appels zevende misdaadroman Tegenliggers onderneemt, pakt volkomen verkeerd uit. De rijschoolhouder ontmoet voortdurend - en niet alleen in letterlijke zin - tegenliggers. Je kunt niet anders dan medelijden met hem hebben.
Van Leeuwen krijgt snel te kampen met problemen van huiselijke aard. Martin heeft al langer in de gaten dat zijn vrouw Lenie de huwelijkse staat niet je dat vindt, maar beschouwt het als een tijdelijk probleem. 'Ze is een beetje overspannen, ze zal wel ongesteld zijn', denkt Martin als zijn vrouw weer eens niet aanspreekbaar is, om zich vervolgens vol overgave te werpen op zijn verzameling modelautootjes.
Maar Lenie blijft mokken - Appel maakt niet goed duidelijk wat haar problemen precies zijn - en Martins wereld stort dan ook in als zij hem toch verlaat, hun twee kinderen meeneemt en intrekt bij een vriendin. Martin ziet in de vriendin, Jeanine, de zondebok. Hij verwijt haar Lenie tegen hem te hebben opgestookt en beraamt dan ook een offensief tegen Jeanine. Hij gaat daarbij volledig door het lint. Al zijn toenaderingspogingen tot Lenie - die zich inmiddels Heleen is gaan noemen - mislukken terstond en ook een goede omgangsregeling met de kinderen - om wie hij zich aanvankelijk nauwelijks leek te bekommeren - zit er niet in.
Ook buiten zijn doorzonwoning stapelen de problemen zich op. Van Leeuwen, die in zijn eentje de rijschool Succes drijft, raakt in financiële problemen als concurrent Always Success zich in zijn territorium vestigt en met lagere uurtarieven onder zijn duiven schiet. Daarnaast heeft hij ook te kampen met een gefrustreerde leerlinge, die maar niet wíl slagen en al haar problemen met haar gewelddadige en racistische echtgenoot op Martins bord en bed deponeert. Alle acties die Van Leeuwen vervolgens ontplooit, lopen verkeerd af: er vallen slachtoffers. Hij komt tenslotte tot het besef dat er nog maar een uitweg mogelijk is en pleegt een wanhoopsdaad.
Appel beschrijft de treurige val van Van Leeuwen tegen een achtergrond van ondoordringbare woonerven met namen als Wielingen, Kontikidreef en de Van Eemerenlaan. Op een enkel personage na zet hij de psychologische ontwikkeling van de hoofdfiguren treffend neer. Grappig zijn ook de talrijke verwijzingen in het boek naar krantenberichten en aankondigingen van Teleac-cursussen, waardoor het geheel een actuele toon krijgt. Halverwege het boek lijkt de snelheid er even uit met beslommeringen over een politie-onderzoek die er niets toe doen. Maar even later pakt Appel de draad vlug weer op om ons te verrassen met een bizar eind.
'Ik ga voor zowel de AKO-prijs als De Gouden Strop', zei Appel vorige maand tijdens de presentatie van Tegenliggers. Of hij voor een van beide boekenprijzen in aanmerking komt, is gelukkig de taak van de desbetreffende jury's. Maar mochten zij criteria als 'snelle, verfrissende schrijfstijl' en 'uitstekend plot' hanteren, dan moet Appel toch een behoorlijke kans maken.
René Appel - Tegenliggers, uitgeverij Bert Bakker, 236 pag. (Genomineerd voor de Gouden Strop 1995)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten