'Een keel van glas' grijpt je bij de strot
(Door Peter Kuijt)
Opnieuw heeft de Stichting CPNB in haar onmetelijke wijsheid besloten een Amerikaanse auteur het geschenkboekje voor de komende Maand van het Spannende Boek te laten schrijven. Na Dean Koontz (in 95) en Elizabeth George (vorig jaar) mag ditmaal Phillip Margolin met Rookgordijn de letterconsument animeren tot de aanschaf van een al dan niet spannend boek.
De keuze voor alweer een toch al succesvolle buitenlandse schrijver is een wonderschoon voorbeeld van een gemiste kans. De 'legal thriller'-kwaliteiten van strafpleiter Margolin buiten beschouwing gelaten, had de stichting net zo goed voor een vaderlandse thrillerauteur kunnen kiezen. Per slot van rekening behartigt de organisatie niet voor niets de Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek. Als volgend jaar weer een 'buitenlander' het cadeauboekje mag vullen, lijkt de afkorting CPB voor de stichting meer op zijn plaats.
Dat er in het Nederlandse taalgebied voldoende uitstekende thrillerauteurs rondlopen, staat buiten kijf. Denk bijvoorbeeld maar eens aan Gouden Strop-winnaars als Chris Rippen, René Appel, Tomas Ross en Bob Mendes. Maar ook journalist Peter de Zwaan, tweemaal genomineerd voor de thrillerprijs, heeft inmiddels bewezen in de top mee te draaien. En dat bevestigt hij nog eens met zijn nieuwste parel, Een keel van glas'.
Had voorganger Rafels een fundament van een flinke dosis geweld, in Een keel van glas gaat het er minder 'hardboiled' aan toe. Centraal staan de belevenissen van de halfzware scharrelaar Marc Johansz, chanteur van scheveschaatsenrijders en bij tijd en wijle koerier van 'stil geld', flinke stapels bankbiljetten van bedenkelijke herkomst en met een dito bestemming in het buitenland.
Johansz kampt met een kwaadaardige tumor op zijn stembanden en dient een intensieve behandeling te ondergaan. We volgen hem op zijn tocht langs artsen, specialisten, diëtisten en laboranten, de stralende mevatron en de clinac. Hier staan de sfeerbeschrijvingen van De Zwaan als een huis, hier zijn de dialogen tussen patiënt en de vertegenwoordigers van de zorgsector, die stuntelen in 'slecht nieuws'-gesprekken en af en toe snakken naar een cynische opmerking, griezelig levensecht. Hier schrijft een man met ervaring.
Zijn keel van gemalen glas belet Johansz niet door te gaan met zijn weinig zuivere praktijken. Zo ziet hij kans een chagrijnige verpleegster die na haar diensten vrolijk bij haar buurman binnenwipt, geld af te troggelen. Ondertussen beraamt hij plannen om de louche makelaars voor wie hij geld koeriert, en die eenzame bejaarden hun huis uit treiteren, in één klap een miljoenenbedrag afhandig te maken. Hierbij ontvangt hij de al dan niet welgemeende steun van de homoseksuele Roxx en de escortdame Pina, die steeds vaker bij Johansz aan huis komt. We laten hier in het midden wie er uiteindelijk met de poen vandoor gaat.
Ook nu vertelt De Zwaan op z'n bekende sobere wijze zijn verhaal. Wars van stilistische trukendozen mikt hij met zijn ingehouden taalgebruik, met (de soms morbide) humor als waardevast bestanddeel, op een maximaal effect. Slechts een kniesoor mag opmerken dat Johansz' ziekteproces net iets meer de aandacht trekt dan het thrillergedeelte. Een keel van glas grijpt je bij de strot.
Peter de Zwaan - Een keel van glas, uitgeverij Het Spectrum, 259 pag. (genomineerd voor de Gouden Strop 1997)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten