Justa Abbing schrijft net zomin postmodern als spannend
(Door Peter Kuijt)
'Het is een enorme literaire uitdaging om een goede thriller te schrijven: je moet veel verstand hebben van spanning doseren en je moet ook goed kunnen plotten.' Deze les gaf de schrijfster Hannemieke Stamperius in een uitzending van NOVA waarin ze haar 'coming out' als thrillerauteur Justa Abbing beleefde. Stamperius, ook wel bekend als Hannes Meinkema, reageerde lichtelijk onthutst op de vraag waarom zij de 'zware literatuur' de rug toekeerde en zich bezondigde aan misdaadromans. 'Alsof thrillers geen serieuze literatuur zijn!'
Stamperius/Meinkema/Abbing heeft het gelijk natuurlijk volkomen aan haar zijde. Zo bevond zich tussen de inzendingen voor de meest recente Gouden Strop, de prijs voor de beste Nederlandse misdaadroman, een flink aantal inzendingen die in andere, door critici hoger aangeslagen literaire genres ook goed zouden kunnen scoren. Dus waarom zou Abbing het ook niet proberen? Of zij aan haar eigen criteria voor een thriller voldoet, moet hier echter ernstig worden betwijfeld.
Van Meinkema/Stamperius is bekend dat zij in haar literaire werk vaak relatieproblemen en de verhouding tussen moeders en dochters beschrijft. Abbing doet niet anders. De schrijfster en tevens hoofdpersoon raakt in haar tweede roman Leraar leerling in een gewetensconflict, omdat ze een moord moet verzwijgen voor haar achtjarige dochter Maja en haar verhouding met politieman Markje komt eveneens onder druk te staan. Maar voordat dat gebeurt, wordt de schrijfster, die net een boek af heeft en al weer nadenkt over een volgende, gevraagd op een vakschool voor communicatie een zieke leraar te vervangen.
Ze is amper op school aangekomen als de directeur haar vraagt onderzoek te doen naar een opstand onder de leerlingen, die fel tegen de verhuizing van de Amsterdamse opleiding naar Almere zijn. Dan wordt plotseling een van Abbings leerlingen vermoord en even later valt er weer een slachtoffer.
Voor de tijdelijke detective Abbing herbergt de school verdachten genoeg. Er dient dus flink wat speurwerk verricht te worden. Maar in plaats daarvan verveelt de schrijfster de lezer met flink veel nutteloosheid. Zo meldt Abbing dat ze zich bij het schrijven van een roman onder meer laat inspireren door filosofische boeken over het begrip vriendschap en poststructuralistisch-feministische artikelen over epistemologie; de lezer dient hierbij zelf het woordenboek te raadplegen.
Haar vriend Markje beticht ze van 'hoffelijk seksisme', omdat hij het waagt haar zijn hulp aan te bieden en haar leerlingen onderhoudt ze over 'interacties die met de werkelijkheid gefilterd worden door conceptsystemen die zelf historisch en cultureel bepaald zijn'. En het is om de bladzijde postmodernisme wat Abbings klok slaat.
Het betreden van al deze zijpaadjes maakt Leraar leerling er niet overzichtelijker op. Ook Abbing zelf raakt het spoor wel eens bijster. Als het elimineren van haar verdachtenlijstje even niet wil vlotten, vraagt ze zich af hoe schrijvers van thrillers, door haar geringschattend 'detectiefjes' genoemd, de zaak oplossen. Uiteindelijk komt ze eruit, een vergezochte ontknoping is des lezers deel. Het moge duidelijk zijn: erg opwindend wordt Leraar leerling nergens. De combinatie van literatuur en thriller is hier niet geslaagd. Justa Abbing schrijft net zomin postmodern als spannend.
Justa Abbing - Leraar leerling, uitgeverij Contact, 224 pag.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten