31 oktober 2007

Lieneke Dijkzeul - Koude lente (2007)

Magnifieke leeservaring




(Door Peter Kuijt)

Dat ze verdienstelijk kinderboeken kan schrijven, wisten we: ze heeft er al meer dan vijftig gepubliceerd. Maar vorig jaar verraste Lieneke Dijkzeul (1950) ook aangenaam met haar thrillerdebuut De stille zonde, dat vooral imponeerde door geraffineerd uitgewerkte personages en een ragfijne stijl. Nu haar tweede thriller, Koude lente, is verschenen, rijst de vraag: kan Dijkzeul de hooggespannen verwachtingen waarmaken?

Het antwoord is een duidelijk 'ja'. Sterker nog, met het formidabele Koude lente heeft ze een flinke stap voorwaarts gemaakt. Schreef ze in De stille zonde nog een aantal pagina's te ver door, in Koude lente gaat haar uitmuntende stilistisch vermogen gepaard met een intelligent en op de millimeter afgehecht spannend verhaal.

Ook in deze tweede thriller moeten inspecteur Paul Vegter en zijn politieteam weer flink aan de bak. Een aparte man, die Vegter. Zijn voorliefde voor pianosonates van Chopin, zijn gedachten aan Mahlers Kindertotenlieder bij de begrafenis van een meisje en het feit dat hij het juiste aantal spelfouten in een dreigbrief ziet, maken van hem een politieman van bijkans buitenaardse proporties.

Toch krijgt hij met een uiterst aardse zaak te maken: de moord op een zesjarig meisje. Haar lichaam wordt aangetroffen in de struiken van een park. Het fietsje dat ze voor haar verjaardag heeft gekregen, ligt verderop op het pad. Een oudere buurman van het meisje wordt enkele dagen later in zijn flat ernstig gemolesteerd door een jeugdbende: niet alleen loopt hij zware verwondingen op, zijn trots, een houten scheepsmodel, wordt evenmin gespaard. En dan is er nog die slungelige, kansloze, pukkelige puber die van alles in het werk stelt om aansluiting te krijgen bij die jeugdbende. Je voelt aan je water dat al deze verhaallijntjes met elkaar te maken hebben, maar pas echt aan het einde worden die door Dijkzeul vakkundig aan elkaar geknoopt.

Wat Koude lente zo'n magnifieke leeservaring maakt, is de uitzonderlijke stijl van Dijkzeul. Alleen al de zin over joggers die met vermoeide, afgetrainde gezichten een verleden achternarenden dat niet meer in te halen was, blijf je herlezen. Ze laat de lezer kennismaken met vergeten woorden: ze noemt een paard damsteeg. Later laat ze Vegter in het woordenboek opzoeken wat dat betekent. Haar observaties zijn treffend en soms ook hilarisch. Ze beschrijft een vrouw in een vuurrode coltrui die haar laaghangende borsten onflatteus accentueert en laat Vegter daarop denken aan een bepaling in de voorwaarden van zijn ziektekostenverzekering: als de tepel zich bevindt ter hoogte van de elleboog, dan komt men in aanmerking voor borstcorrectie. Wat zal haar redacteur een plezier hebben gehad, toen hij of zij haar manuscript onder ogen kreeg.

Stuk voor stuk wekt Dijkzeul personages nauwgezet tot leven: de weduwnaar Vegter die voor zijn gemoedsrust een huis op het platteland koopt, zijn stugge collega Talsma wiens vrouw aan de chemokuur is, de puber met zijn alcoholische moeder, de buschauffeur die kinderen naar de sporthal vervoert, de allochtone uitbater van een snackbar.

Met'Koude lente heeft Lieneke Dijkzeul duidelijk gemaakt dat zij een grote aanwinst is voor het gilde van thrillerschrijvers. Ze steekt ver uit boven de andere misdaadauteurs uit de stal van uitgeverij Anthos. Haar boeken hebben dat malle stempel 'literaire thriller' niet nodig. De naam Lieneke Dijkzeul alleen is al genoeg.

Lieneke Dijkzeul - Koude lente. Uitgeverij Anthos, 285 pag.

Bob van Laerhoven (nieuws, 2007)

HERCULE POIROTPRIJS VOOR BOB VAN LAERHOVEN

Bob Van Laerhoven (54) heeft woensdag 31 oktober met zijn roman 'De wraak van Baudelaire' de Hercule Poirotprijs, de prijs voor de beste Vlaamse misdaadroman, gewonnen. Misdaadschrijver Jef Geeraerts werd bekroond voor zijn carrière.

'De wraak van Baudelaire' is de eerste misdaadroman van Van Laerhoven die naast reisboeken en toneel ook thrillers heeft gepubliceerd. Het boek gaat over twee politieagenten die in 1870 een moord moeten oplossen in Parijs. ,,We zijn staccatozinnen en oneliners van Van Laerhoven gewoon en krijgen dit keer klassiek klinkende volzinnen, compleet aangepast aan de periode waarin het verhaal zich afspeelt'', luidt het juryverslag. ,,Een mooi en geloofwaardig tijdsbeeld in een intelligent geconstrueerd misdaadverhaal.''

Van Laerhoven kreeg voor de prijs, naast een geldsom van 5000 euro, ook een gegraveerde pen overhandigd op de Boekenbeurs in Antwerpen. Behalve Van Laerhoven waren ook de schrijvers Patrick De Bruyn (met 'Verliefd'), Roger H. Schoemans ('Knapenmelk'), Rudy Soetewey ('Moord') en Lydia Verbeeck ('Toevluchtsoord') voor de prijs genomineerd. Vorig jaar won Herman Portocarero de Poirotprijs voor 'New Yorkse nachten'.

Jef Geeraerts (77) ontving de eerste Hercule Poirot Oeuvreprijs. De jury noemt hem 'de peetvader van de Vlaamse misdaadroman. Geeraerts schreef onder meer 'Zodiak .58' en de 'Gangreen'-reeks. Zijn boek 'De zaak Alzheimer' werd ook succesvol verfilmd.

(Bron: VRT Nieuws)

30 oktober 2007

Jac. Toes & Thomas Hoeps (interview, 2007)

NEDER-DUITSE THRILLER OVER KUNSTWERELD

Een psychopaat die kunstwerken maakt van zijn slachtoffers. Daarover gaat de thriller 'Kunst zonder genade', een coproductie van de Nederlandse misdaadauteur Jac. Toes en zijn Duitse collega Thomas Hoeps. ,,De dader moordt op zeer wrede wijze en is ziek van geest. Ik schrok er zelf van dat we zoiets konden bedenken, zo bizar is het'', zegt Toes.
Hoeps: ,,We hebben kunst en misdaad echt samengebracht, zelfs zover dat kunst misdaad wordt.''

Twee schrijvers uit verschillende taalgebieden die samen een boek schrijven, dat komt niet vaak voor. Het is te danken aan Crossart, een samenwerkingsverband van tien musea voor moderne kunst in de Duits-Nederlandse grensstreek. Hoeps: ,,Crossart benaderde mij met het idee een misdaadroman te schrijven tegen het decor van de musea. Omdat het in beide landen moest spelen, leek het me handig er een Nederlandse auteur bij te zoeken.''

Hoeps kende Toes van een eerdere samenwerking. Ook speelde mee dat Toes ruime ervaring heeft in het thriller-genre - in 1998 won hij de Gouden Strop voor 'Fotofinish'. Voor Hoeps is 'Kunst zonder genade' (in het Duits verschenen als 'Nach allen Regeln der Kunst') zijn eerste Krimi.

Een gesprek met beide auteurs over hun boek verloopt grappig. Jac. Toes (links op de foto) uit Oosterbeek praat Duits op het niveau van Rudi Carell. Thomas Hoeps uit het Duitse Krefeld doet zijn best zo goed mogelijk Nederlands te spreken. ,,Zo doen we dat altijd als we elkaar ontmoeten'', zegt Toes.

Het schrijven van het boek hebben ze wel in de eigen moedertaal gedaan, om en om een hoofdstuk. ,,Maar eerst hebben we veel research gepleegd en alle acht musea bezocht waar het verhaal zich afspeelt'', zegt Toes. In Nederland zijn dat het Museum voor Moderne Kunst in Arnhem, museum Het Valkhof in Nijmegen en museum Van Bommel van Dam in Venlo. In dat laatste museum ontdekten ze ook de atoomschuilkelder die er onder is gevestigd en nu dienst doet als depot. Een aspect dat ook in de thriller een rol speelt.

Toes: ,,Het idee voor de gruwelijke moorden ontstond in het Wilhelm Lehmbuck Museum in Duisburg, waar enkele machineachtige kunstwerken staan van de Zwitserse kunstenaar Jean Tinguely. Zou je daar iemand mee kunnen vermoorden, vroeg ik me af. We zijn zelfs nog een stap verder gegaan: onze moordenaar maakt kunstwerken van zijn slachtoffers.''

Hoeps en Toes bedachten allebei een hoofdpersoon voor het boek. De Duitse restaurateur en kunstkenner Robert Patati is een creatie van Hoeps, Toes bedacht psychologe Micky Spijker, werkzaam bij de Arnhemse politie en deskundig op het gebied van daderprofielen. Hoeps: ,,Het was nog een hele kunst die twee personages in het boek samen te brengen. Jac. en ik hebben ze eerst letterlijk aan elkaar voorgesteld. Het is een mooie combinatie gebleken. Het zou best kunnen dat we met dit duo verdergaan in een tweede boek.''

Hoewel moderne kunst en de musea prominent aanwezig zijn in de thriller, benadrukken de auteurs dat het geenszins een 'reisgids voor de musea' is. ,,Het is ten eerste een spannende krimi. Daarnaast kun je zonder veel moeite iets leren over hedendaagse kunst. We zouden het leuk vinden als mensen naar de musea gaan om te zien over welke kunstwerken we hebben geschreven'', zegt Hoeps. ,,Maar na het lezen van dit boek kun je de machines van Tinguely nooit meer anders zien.''

Jac. Toes en Thomas Hoeps - Kunst zonder genade. Uitgeverij De Geus, 288 pag.

(Bron: De Gelderlander, Maarten Reith)

Wordt verwacht 17 (nieuws, 2007)

DE GEADOPTEERDE ZOON VAN LEONARDO DA VINCI

Op 12 november verschijnt 'De twijfel van Salaì', het eerste deel van een nieuwe serie historische thrillers van het Italiaanse schrijversduo Monaldi & Sorti. De bedeesde verteller Atto Melani uit de eerste reeks historische thrillers van het paar maakt plaats voor zijn boerse, brutale, leugenachtige en bijzonder praktische tegenhanger Salaì. Hij is de geadopteerde zoon en geliefde assistent van meesterschilder Leonardo da Vinci.

In 'De twijfel van Salaì' verhuizen vader en zoon in het voorjaar van 1501 van Florence naar Rome, waar de weelderige meisjes Salaì wel kunnen bekoren. Leonardo heeft een missie te vervullen voor een raadselachtige, machtige opdrachtgever. Hij weet echter niet dat Salaì ook een geheime opdracht heeft: Leonardo bespioneren.

Met 'De twijfel van Salaì' slaan Monaldi & Sorti volgens hun uitgever een andere toon aan: luchtiger dan hun eerste reeks, maar spannend en gebaseerd op uitgebreid bronnenonderzoek. Producent Dopplmeister heeft een korte documentaire gemaakt over dit boek. De thriller verschijnt bij uitgeverij Cargo en telt 416 pagina's.

24 oktober 2007

Kelders (nieuws, 2007)

THRILLERAUTEUR DOET GOED

Of het boek de aanschaf waard is, kan niet worden gezegd. Maar het initiatief van schrijver Hans de Kok is prijzenswaardig: van elk verkocht exemplaar van zijn thrillerdebuut 'De kelders van Kisela Banja' gaat er één euro naar de organisatie War Child, de helft van zijn royalty's als auteur.

Hans de Kok is eigenlijk nog maar net begonnen met schrijven, meldt uitgeverij Free Musketeers. Toch kreeg hij al vrij snel een contract voor zijn eerste thriller. 'De kelders van Kisela Banja' wordt een verhaal genoemd 'op de scheidslijn van feiten en fictie'. ,,Over doofpotten en de marginale verschillen tussen de Nederlandse onder- en bovenwereld.'' Kisela Banja was een dorp met 20.000 inwoners, voornamelijk Albanese moslims, waar de oorlog destructief heeft huisgehouden.

Uitgeverij Free Musketeers verwijst voor meer informatie en verkooppunten naar de eigen website, maar daar is niets over de thriller en de auteur te vinden. Meer succes is te boeken via www.dekeldersvankiselabanja.nl . Daar kan ook het boek voor twintig euro worden besteld.

22 oktober 2007

Hallucinaties (nieuws, 2007)

'HERSENTUMOR VELDE EDGAR ALLAN POE'

Er is zo goed als zeker klaarheid gebracht in een van de grootste literaire mysteries van de Amerikaanse literatuur: de bizarre dood van horrorschrijver Edgar Allan Poe (1809-1849). Volgens nieuw onderzoek van de Amerikaanse auteur Matthew Pearl, die Poe's dood al in een historische detectiveroman verwerkte, zou de schrijver gestorven zijn aan de gevolgen van een hersentumor, melden The New York Observer en The Guardian.

Pearl heeft drie jaar onderzoek verricht naar de omstandigheden van Poe's overlijden. ,,De hersentumor kan verklaren waarom hij zoveel hallucinaties had vlak voor hij stierf.''

De dood van de auteur van 'The Raven' is altijd met bijzonder veel speculaties omgeven geweest. Poe reisde in zijn laatste dagen naar Baltimore, Maryland, waar hij ettelijke dagen verdween. Passanten troffen hem ten slotte 's nachts ijlend aan in de goot. Hij was gehuld in andermans kleren. Poe werd vervolgens overgebracht naar het ziekenhuis waar zijn toestand er helemaal niet beter op werd. Hij belandde van de ene ijlkoorts in de andere, waarbij hij regelmatig de naam 'Reynolds!' uitstootte. Op 7 oktober 1849 blies hij zijn laatste adem uit.

Het duurde niet lang of de speculaties waren niet van de lucht. Velen dachten aan alcoholisme of cholera en zelfs hondsdolheid als doodsoorzaak. Anderen opperden een afrekening of zelfs verwikkelingen in plaatselijke politieke disputen.

Pearl baseert zijn conclusie nu op nader onderzoek van onder meer kranten van destijds, waarin ooggetuigeverslagen staan van de heropgraving van Poe's lichaam, 26 jaar later. Toen bleek dat Poe's hersenen nog te zien waren rond de schedel, iets wat nochtans erg ongewoon is: hersenen zijn bijzonder snel opgelost. Navraag bij forensische pathologen leerde Pearl dat bepaalde hersentumoren aanleiding kunnen geven tot verkalkingen na de dood en een harde massa op de schedel achterlaten. Dat bevestigde zijn theorie, die wordt bijgevallen door andere Poe-onderzoekers zoals James Hutchisson.

(Bron: De Papieren Man)
Zie ook: ''Poe Toaster' komt uit de kast'

21 oktober 2007

Robert Harris (interview, 2007)



De kwelgeest van Tony Blair




In de meesterlijke politieke thriller Geest plaatst Robert Harris een Britse oud-premier in een hoek waar flinke klappen vallen. Maar zijn boek is geenszins een aanval op zijn vroegere politieke vriend Tony Blair, verzekert de Britse misdaadauteur. 'Het boek valt binnen de grenzen van entertainment.'

(Door Peter Kuijt)

AMSTERDAM _ De cover toont de voordeur van 10 Downing Street, de ambtswoning van de Britse eerste minister. In een vorig leven, als politiek verslaggever van The Observer, werd voor schrijver Robert Harris vaak deze deur opengedaan. Zijn observaties daar kwamen goed van pas bij het schrijven van zijn jongste politieke thriller Geest.

Met verve vertelt de 50-jarige Britse bestsellerauteur van onder andere Vaderland, Enigma, Pompeï en Imperium, in Geest het verhaal over Adam Lang, de meest controversiële Britse premier van de laatste decennia. Na zijn aftreden zondert Lang zich af op het eiland Martha’s Vineyard voor de Amerikaanse oostkust om daar voor een belachelijk hoog bedrag zijn langverwachte autobiografie te schrijven. Maar daar heeft hij wel de hulp van een ghostwriter bij nodig, een auteur die onder Langs naam schrijft. Langs eerste ghostwriter Mike McAra vindt onder verdachte omstandigheden de dood. De tweede ghostwriter, een met een nogal cynische inslag, ontdekt al gravende in Langs verleden meer duistere zaken dan de oud-premier ooit had willen onthullen. Het zijn geheimen die riskant zijn om te weten, in het bijzonder voor de ghostwriter.

De lezer zal vergeefs zoeken naar de naam van deze tweede ghostwriter. Die heeft hij niet gekregen van Harris. 'Ik wilde van hem een mysterieuze figuur maken. Ik vond het ook een leuke uitdaging om een boek van ruim 300 pagina’s te schrijven zonder de naam te noemen van de ik-persoon, de ghostwriter. Het feit dat niemand zijn naam weet, voegt ook iets toe aan zijn wat spookachtige karakter. Ik heb van veel mensen gehoord dat ze in het boek hebben teruggebladerd omdat ze dachten dat ze iets over het hoofd hadden gezien.'

Op de eerste pagina van Geest citeert Harris uit Brideshead Revisited van Evelyn Waugh: Ik ben niet ik; jij bent niet hij of zij; zij zijn niet zij. Hij koos om meerdere redenen voor dit citaat, zegt de op en top Engelse en dus beminnelijke auteur. 'Geest draait om de 'ghostwriter' en zijn werk. De 'ik' in een autobiografie is dus niet altijd de 'ik' waaraan de lezer denkt. Het boek vertelt over bedrog en misleiding, dat de zaken niet zijn zoals ze lijken.'

Harris grijnst: 'Het citaat is ook een meer literaire variant van de juridische disclaimer waarin elke gelijkenis en overeenkomst met bestaande personen wordt ontkend.' Bang is hij niet voor schadeclaims. 'Het boek valt binnen de grenzen van entertainment. Ik benut de vrijheid van satire op machthebbers, een onderdeel van onze democratische vrijheid. Je moet alles wel erg letterlijk nemen als je dit boek beschouwt als een feitelijk portret van iemand.'


Charisma

Toch heeft de lezer met slechts een gemiddelde kennis van de Britse politiek niet al te veel moeite om in Adam Lang en zijn vrouw Ruth de vorige 'First Lord of the Treasury' Tony Blair, en zijn eega Cherie te herkennen. Evenals Blair was Lang als premier iemand die politieke clichés als nieuw wist verkopen, die tijdens zijn ambtsperiode geen enkel besluit nam dat niet in het belang was van de Verenigde Staten en die zijn troepen stortte in een onzalige oorlog in het Midden-Oosten. En ook hielden de camera’s evenveel van Lang casu quo Blair als dat ze Ruth dan wel Cherie haatten.

Er zijn zeker overeenkomsten tussen de Langs en de Blairs, erkent Harris. 'Maar Lang ís Blair niet. Ik heb wat karakteristieken van Blair overgenomen: leeftijd, zijn jeugdige aantrekkingskracht, zijn onbenul van geschiedenis, zijn talent om een voorstelling te geven. Maar er zijn net zo goed verschillen: Adam Lang is niet religieus, Blair gelooft juist heel erg in God de Almachtige. Blair is ook een intelligente jurist. Hij stort zich op een zaak en beredeneert het van alle kanten.' Ruth en Cherie verschillen nog meer van elkaar, stelt de schrijver. 'Ruth is politiek heel strategisch bezig, Cherie heeft niet zo’n briljante politieke antenne.'

'Als ik echt was gedreven door een antipathie tegen Blair en hem persoonlijk zou willen aanvallen, dan had ik een onplezieriger boek geschreven', vervolgt Harris. 'Volgens mij komen Adam en Ruth Lang er nog sympathiek van af. Zij worden als redelijk aantrekkelijke figuren afgeschilderd. Hij is een soort tragische held en zij is buitengewoon intelligent.'

Ooit kon hij goed opschieten met Blair. Als politiek verslaggever en commentator zag hij hem regelmatig. Twee keer mocht hij bij de toenmalige premier aanschuiven aan tafel. 'Dat was een keer in Chequers, het buitenverblijf van Blair, en in 2003 hebben mijn vrouw en ik opnieuw met hem gedineerd.'

Vriendschap tussen journalisten en politici is een merkwaardig iets, stelt Harris. 'Er zit altijd een element in van gebruik maken van elkaar. Ik denk dat Blair mij opzocht omdat ik columns schreef voor de Sunday Times. En ik was in Blair geïnteresseerd omdat hij een rijzende politieke ster was die later premier werd. Binnen dat raamwerk hadden wij een goede verstandhouding.'

Het ging verkeerd toen Harris problemen begon te krijgen met het beleid van de Labour-regering. De grootste miskleun van Blair vond hij de inval in Irak. 'Toen begon ik er echt genoeg van te krijgen. Al die duizenden doden. Het is een beleid van gekken, gebaseerd op onwetendheid. Ik ben daar heel erg kwaad over. De vraag waarom mijn regering elk gebrek aan verstand toonde en achter de Amerikanen aanliep, probeer ik in Geest te beantwoorden.'


Kelder

Harris had het verhaal over de ghostwriter al een jaar of twaalf in zijn hoofd zitten. Het was wachten op de juiste setting. 'Twee jaar geleden hoorde ik een interview met een oud-leider van een vredesbeweging, die een aanklacht wegens oorlogsmisdaden wilde indienen tegen Tony Blair. Daarop rijpte bij mij het idee voor een verhaal over een voormalige Britse leider die als gevolg daarvan in een verbanningsoord in de VS moet verblijven. Op dat moment werd het boek eigenlijk geboren.'

Hij schreef Geest in nog geen half jaar, een persoonlijk record. 'Wat ik in de loop der jaren heb geleerd is hoeveel van het schrijven al wordt gedaan in het onderbewustzijn. Stephen King noemt dat fenomeen de kerels in de kelder, wat ik een hele mooie omschrijving vind.'

Harris heeft veel van zichzelf in de ghostwriter gestopt, vertelt hij. De ghostwriter vindt dat de wereld zijn morele kompas is kwijtgeraakt. We leven in een Orwelliaanse samenleving en zijn het als aanvaard beschaafd gedrag gaan vinden om mensen te martelen. 'Ik groeide op met het geloof dat het Westen stond voor bepaalde regels, wetten en beschaafd gedrag. Maar de laatste vijf, zes jaar zijn de mensen voorgelogen, mensen worden zonder vorm van proces opgesloten. Ik had nooit gedacht dat mijn eigen regering zich daartoe zou verlagen. Natuurlijk moeten we terrorisme bestrijden. Maar met de middelen die nu gebruikt worden, jagen onze leiders ons angst aan. We worden gehersenspoeld en gaan het normaal vinden dat we onze schoenen moeten uittrekken voordat we door het detectiepoortje op het vliegveld gaan.'

Hij heeft geen exemplaar van Geest naar Tony Blair gestuurd. Lachend: 'Dat zou de zaak nog erger maken.' Een reactie uit het Blair-kamp heeft hij niet gekregen. 'Mijn Amerikaanse uitgever sprak met Blair over de rechten van zijn memoires. Tussen neus en lippen door vroeg hij wat Blair van Geest vond. Blair rolde met zijn ogen en deed voorkomen alsof-ie niet wist waarover de uitgever het had.'

Robert Harris – Geest. Vertaling: Janneke Zwart. Uitgeverij Cargo, 326 pag.

Ecothrillers (nieuws, 2007)

OPNIEUW EEN HOLLANDSE ECOTHRILLER

Het klimaat is hot. Al Gore won met zijn 'ongemakkelijke waarheid' over de opwarming van de aarde de Nobelprijs voor de Vrede en thrillerschrijvers hebben nu ook de weersveranderingen als onderwerp voor een spannend boek opgepikt.

Verscheen in september van de hand van Marten van der Veen 'Dagvals tijding', een thriller over grimmige stormen en een aanzwellende Noordzee, op 22 oktober staat de lancering gepland van 'Het Kyoto-complot', een ecothriller van Ruben van Dijk.

'Een ecothriller van eigen bodem, waarvan je vreest dat het geen fictie is', aldus de uitgever. Al Gore was de inspiratiebron voor de auteur van 'Het Kyoto-complot' en de voormalig vicepresident van de VS wordt ook op het boekomslag geciteerd. Gore stelde in een ingezonden artikel in nrc.next op 3 juli 2007 onomwonden dat 'het Kyoto-protocol in de Verenigde Staten is gedemoniseerd'.

De inhoud van 'Het Kyoto-complot' in het kort: Tim – student bedrijfskunde in Nijmegen – wordt door een beveiligingsbedrijf in Rotterdam gevraagd te infiltreren in de Nijmeegse milieubeweging. Hij moet de identiteit achterhalen van degene die vanuit de Rotterdamse havens informatie over de olie-industrie lekt naar een groep milieuterroristen. Maar in werkelijkheid is er een heel andere reden voor zijn opdracht.

In de Verenigde Staten wordt George W. Bush door de olie-industrie zwaar onder druk gezet om het Kyoto-verdrag niet te ondertekenen. De eisers hebben belastend materiaal over de president dat zij publiek dreigen te maken als hij niet inbindt. Maar een Nederlandse journaliste komt er via een klokkenluider achter dat een Rotterdams bedrijf betrokken is bij het internationale complot om het Kyoto-verdrag te torpederen.

Wanneer Tim de klokkenluider ontmaskert, komt de man korte tijd later om het leven bij een auto-ongeluk. Het is voor Tim het signaal om zich aan te sluiten bij de milieubeweging en de ware toedracht boven water te halen. En de waarheid over het Kyoto-complot zal zeer explosief blijken te zijn…

Veel van wat in 'Het Kyoto-complot' als fictie wordt gepresenteerd, blijkt op feiten te berusten. Van de weigering van president Bush om maatregelen te nemen tegen het broeikaseffect tot de verstrengeling van de olie-industrie, overheden en particuliere beveiligingsbureaus waarbij van democratische controle geen sprake meer is.

Volgens Ruben van Dijk, die onder een pseudoniem werkt en afkomstig is uit de wereld van politiek en milieu, is het Nederlandse klimaatbeleid veel te naïef. ,,Er wordt consequent de indruk gewekt dat alles goed komt als iedereen vrijwillig een steentje bijdraagt. Dat is een te eenzijdige benadering die, aantoonbaar, niet in overeenstemming met de feiten is. We kunnen onze ogen niet langer sluiten voor de andere kant van het klimaatprobleem, oftewel voor politieke en economische obstructie door tegenstanders van klimaatbeleid'', aldus de auteur.

'Het Kyoto-complot' is een van de reeks ecothrillers van A.W. Bruna Uitgevers. Met auteurs als Frank Schätzing, Kim Stanley Robinson en Ruben van Dijk beweert de uitgeverij 'op duurzame en commercieel verantwoorde wijze' een breed publiek te willen betrekken bij en informeren over vraagstukken rond klimaat, milieu en natuur. En alsof dat niet genoeg is drukt A.W. Bruna haar boeken en brochures bovendien op 'duurzaam gecertificeerd papier'. Per tien verkochte boeken doneert A.W. Bruna één boom aan de Vereniging Nederlands Cultuurlandschap.

Geen slechte boeken uitgeven zou ook een zegen zijn voor het milieu...

17 oktober 2007

Karin Slaughter (interview, 2007)

Dol op seks, geweld en religieuze uitwassen




(Door Monique Brandt)

AMSTERDAM _ Ooit werden er heksen verbrand in Grant County, het achtergebleven, fictieve gebied in het diepe zuiden van Amerika waar de boeken van de Amerikaanse thrillerschrijfster Karin Slaughter (1970) zich afspelen. Sindsdien is de streek er bepaald niet op vooruitgegaan. De inwoners leiden volledig mislukte levens, extreem drank- en drugsmisbruik is er gemeengoed. Achter de gesloten deuren van de vervallen krotten vinden kinderverkrachtingen plaats, en moorden die zo gruwelijk zijn, dat ze elk voorstellingsvermogen te boven gaan.

De personages in Slaughters boeken worden in dit inktzwarte decor voortdurend naar het randje van een gapende afgrond gezogen, beschadigd als ze zelf zijn door de gevolgen van geweld.

Neem Sara Linton, de plaatselijke kinderarts én parttime patholoog-anatoom van het fictieve gehucht Grant County. Ze werd verkracht en bijna vermoord, en heeft al haar kracht nodig om haar leven niet te laten beheersen door die ervaring. In Onaantastbaar, Slaughters laatste boek, krijgt ze bovendien een aanklacht voor haar kiezen van een ouder die beweert dat haar kind gestorven is door medisch falen van Linton.

Haar man, politieagent Jeffrey Tolliver, heeft het ook niet gemakkelijk. Met name rechercheur Lena Adams zorgt dat de misère nooit ver weg is. Getraumatiseerd door een vreselijke jeugd bij haar verslaafde oom, een zus die werd afgeslacht en een ex die haar verkrachtte en mishandelde, maakt ze voortdurend de verkeerde keuzes. 'Zoals heel veel vrouwen doen', zegt Slaughter.



De bestsellerauteur is gewend aan vragen over het zwartgallige, gewelddadige karakter van haar boeken. Die vragen verbazen haar nog steeds. 'Niemand zal mijn collega-auteur Michael Connelly vragen naar het geweld in zijn boeken. Mij voortdurend. Mensen verwachten zo'n stijl kennelijk niet van een vrouw. Vroeger was schrijven over geweld uitsluitend voorbehouden aan mannen, een uitzondering daargelaten. Zij schreven niet over de gevolgen van een misdrijf voor een slachtoffer, en zeker niet voor een vróuwelijk slachtoffer. Kijk naar de misdaadliteratuur in de veertiger en vijftiger jaren, en zelfs in de sixties. Het vrouwelijke slachtoffer werd aan het einde van het boek meestal vermoord, omdat de auteurs geen raad wisten met haar. Beschadigde waar maak je het beste af, om het maar grof te zeggen.'

Slaughter pakt het heel anders aan. Haar boeken gaan sinds haar debuut in 2001 als warme broodjes over de toonbank. Ook in Nederland is ze razend populair. Niet voor niets is ze gevraagd volgend jaar het geschenkboek voor de Maand van het Spannende Boek te schrijven. 'Vrouwen zijn dol op mijn boeken. Júist omdat ik wel over beschadigde vrouwen schrijf', vermoedt de Amerikaanse.

'Ik ben daar heel bewust mee begonnen. Elke vrouw kent wel iemand die seksueel is mishandeld of tegen haar wil seks heeft gehad. Uit onderzoek blijkt dat het in Amerika gaat om één op de drie vrouwen. Door een personage als Lena Adams wil ik dat probleem bespreekbaar maken. Veel lezeressen die hetzelfde is overkomen, herkennen zich in haar, in haar boosheid die Lena vooral op zichzelf richt. Die zelfhaat die haar te gronde richt. Ze maakt slechte keuzes omdat ze alles zelf op moet lossen en niet over haar ervaringen kan praten.'

'Aan de andere kant heb je Sara, die ook is verkracht. Sara heeft een stevig sociaal vangnet, dat haar ervoor behoedt te ontsporen. Ik wil laten zien hoe die verschillende achtergronden uitwerken. Ik schrijf geen zelfhulpboeken, het blijft entertainment, maar ik verwerk wel maatschappelijke issues in wat ik schrijf.'

Zoals de manier waarop de drug methamfetamine ('meth') in Amerika hele gemeenschappen ontwricht. 'Ik woon in Atlanta, maar ik heb een blokhut in de Blue Ridge Mountains in het noorden van de staat Georgia, waar ik me terugtrek om mijn boeken te schrijven. Het dorpje daar is in een paar jaar tijd kapotgemaakt door deze drug. Gezinnen worden ontwricht, kinderen verwaarloosd, er worden zware misdaden gepleegd onder invloed van die troep. Het is een probleem dat ik via mijn boeken gemakkelijk kan aanstippen.'

Slaughter maakt allerminst de indruk dat ze gekweld door depressieve gedachten door het leven gaat. 'Ik kom uit het zuiden van de Verenigde Staten en daar zijn we nu eenmaal dol op seks, geweld, religie, de donkere kant van het leven en alle uitwassen daarvan', grijnst ze. 'Hoe erger hoe beter.'


Seriemoordenaar

Haar belangstelling voor misdaadliteratuur ontstond in een ware horrorperiode. Toen Slaughter een jaar of tien was, werden meer dan twintig zwarte kinderen in Atlanta vermoord door een seriemoordenaar. Er werd iemand voor twee moorden opgesloten, maar Slaughter denkt dat de echte dader nog vrij rondloopt. 'De kindermoorden in Atlanta zorgden eind zeventiger jaren voor veel onrust. Het gebeurde op een uur van mijn dorp Jonesboro vandaan en mijn leven veranderde er ingrijpend door. Opeens moesten we onze deuren op slot doen, mochten we niet meer op straat spelen. Mijn onbezorgde wereld werd een oord van kwaad, van slechtheid. Mijn oudere zussen pestten me ermee: 'De kindermoordenaar gaat je pakken!' Daarna ben ik, als kind nog, alles over misdaad gaan lezen. Boeken over seriemoordenaars als John Wayne Gacy, Ted Bundy, Charles Manson. Het heeft me nooit meer losgelaten.'

In de kleine gemeenschappen uit haar jeugd was er genoeg materiaal te vinden voor bizarre verhalen. 'Juist in de kleine plaatsen broeien duistere geheimen en misdaden. De roddels en de achterklap doen vaak de vlam in de pan slaan, met enorme gevolgen. Mijn vader had vaak verhalen over dramatische gebeurtenissen, die steeds extremer werden.'

Op een keer nam hij zijn dochter mee naar een begraafplaats waar een prediker zichzelf had laten begraven in een kist, waarin hij een telefoon had laten monteren. Als hij zou herrijzen, zou één telefoontje genoeg zijn om iedereen op de hoogte te brengen. Later zou ze het voorval gebruiken in één van haar boeken.

Als auteur voelt ze zich verwant met zuidelijke schrijvers als Flannery O'Connor (1925-1964) die haar voorliefde voor de scherpe karakterbeschrijvingen, de donkere sfeer en de landelijke setting deelde. Ze bestudeerde O'Connors werk toen ze Engelse literatuur studeerde, een studie die ze niet afmaakte. Ze zette een bedrijfje op dat reclameborden vervaardigde, tot ze besloot alsnog een poging te doen om een boek uit te geven. Ze verkocht haar bedrijf en leefde van de opbrengst ervan. Nu staat ze overal ter wereld bovenaan de bestsellerlijsten. 'Iedereen verklaarde me destijds voor gek. Dezelfde mensen zeggen nu tegen mij: 'Ik zei toch dat je die stap moest zetten'!'

Karin Slaughter - Onaantastbaar. Vertaling Karina van Santen & Martine Vosmaer. Uitgeverij Cargo, 427 pag.

Zie ook interview met Karin Slaughter uit 2003

16 oktober 2007

René Appel - Schone handen (2007)

Sopranos in de polder




(Door Peter Kuijt)

Zelf heeft hij het liever over ‘psychologische misdaadromans’ als zijn boeken ter sprake komen. Maar nu hij is overgestapt naar uitgeverij Anthos, die uitsluitend 'literaire thrillers' op de markt brengt, moet René Appel eraan geloven. Op zijn nieuwste, Schone handen, prijkt nu ook dus dat valse etiket van schone schijn.

René Appel zegt dat zijn boeken ergens over gaan, een thema hebben en iets zeggen over de manier waarop mensen met elkaar omgaan. In die zin zijn ze vergelijkbaar met ‘echte literatuur’, stelde hij laatst in een krantenartikel.

Schone handen voldoet in alle opzichten aan Appels normen. En het is ook weer een échte ‘Appel’: goed uitgewerkte karakters, terloopse maar meesterlijke dialogen en een verhaal waar voortdurend de vaart in zit. Zoals gebruikelijk zit de schrijver ook nu weer de tijdgeest dicht op de hielen, met verwijzingen naar de Gouden Kooi, Amsterdamse criminelen, Hart van Nederland, vet spannende games, winderig Almere, Marktplaats.nl en iets te oude moeders, die op moderne bakfietsen hun kroost naar school brengen.

Het verhaal draait om Sylvia en Eddie Kronenburg. Ze hebben twee kinderen, Daphne en Yuri, wonen in een te groot huis in de Van Eeghenstraat in Amsterdam-Zuid en bulken van het geld. Contant geld, want dat is het enige wat Eddie in forse bundels binnenbrengt. Eddie verdient namelijk goed met illegale activiteiten, zoals drugshandel. Maffia in de polder.

Oud-kapster Sylvia heeft Eddies activiteiten altijd oogluikend toegestaan, maar op zeker moment begint haar geweten op te spelen. Als uit enkele confrontaties blijkt dat Eddies handel en wandel niet zonder gevaar voor lijf en leden is, besluit ze haar man te verlaten. Dat is riskant, ze weet immers (te) veel en de gevolgen zijn dan ook niet altijd even prettig. Een en ander mondt uit in een stevige finale, al heeft de reddende ontmoeting op het eind van twee personages die niets met elkaar gemeen hebben, veel van een opzichtige kunstgreep.

Schone handen leest als een intercity zonder vertrouwde vertraging. De lezer raast zo snel door het boek heen dat hij zich nauwelijks kan afvragen of het wel literair genoeg is. Wel duiken er telkens verhaallijntjes op die hier en daar bekend voorkomen. Van de meesterlijke reeks The Sopranos bijvoorbeeld. Er zijn ergere zaken om mee vergeleken te worden.

Rest nog één vraag: in zijn nawoord dankt Appel een hoogleraar, een misdaadverslaggever, een criminoloog en een schrijver netjes met voor- en achternaam. Alleen de kapster van salon Giovanna wordt slechts met haar voornaam Marjolijn genoemd. Is zij soms een kroongetuige?

René Appel - Schone handen. Uitgeverij Anthos, 296 pag.

15 oktober 2007

Ton Theunis (interview, 2007)



Ton Theunis stelt de onnozelaars gerust



(Door Arno Ruitenbeek)

ALMERE - 'We moeten met die Marokkaanse jongens en meiden anders omgaan. We moeten met ze praten.'

Dat is schrikken. Heeft Ton Theunis, bekend om zijn harde uitspraken over linkse politici en beleidsbepalers, zich aangesloten bij diezelfde gemeenschap der softies? Hij, enfant terrible van het ministerie van Justitie, wil praten? Dan is de titel van zijn nieuwste thriller wel heel treffend: In Gods naam.

Dat boek ligt nu in de winkel. Maar voor het zover was, hadden lieden die de bel hadden horen luiden en niet wisten waar de klepel hing, al weer boze mails gestuurd naar huize Theunis in Almere. Hoe hij het in zijn hoofd haalde om 'dat zooitje' het idee aan de hand te doen om de sluis bij Nederlands snelst groeiende stad op te blazen en zo de hele Flevopolder onder Markermeerwater te zetten. 'Ik wil bij dezen die onnozelaars geruststellen: de door mij beschreven terroristische daad kan in werkelijkheid niet worden uitgevoerd.'

Laat het echter wel een waarschuwing zijn. 'Al jaren roepen deskundigen dat de dijken slecht zijn en het land een tweede watersnoodramp, in het kwadraat, te wachten staat. Naar goede Nederlandse traditie doet men niets, maar gaan er stemmen op om de 'dure' waterschappen maar op te heffen. Instituten met een macht aan kennis en ervaring, die ik volkomen vertrouw. Het geld voor de dijkverzwaring gaat vervolgens naar de zoveelste onderwijsverandering. En 28 miljoen euro, hou me vast, naar de campagne tegen 'radicalisering onder jongeren'. Het duurste Postbus 51-spotje ooit.''

Hét bewijs, zegt Theunis, dat dit land is vergeven van lieden die op de verkeerde plaats zitten. 'Ik noem een Tjibbe Joustra die omhoog valt tot hoogste baas van de terrorismebestrijdingsclub. Iemand die feilloos aantoont dat de overheid geen vooruitziende blik heeft.'

Zo kennen we Ton Theunis weer. Eind veertiger (geboren in Deventer), strijdbaar als een jonge hond. Die in zijn non-fictieromans De toren, 146 schoten en De pion zijn toenmalige werkgever voor zeventien jaar, het ministerie van Justitie, links en rechts om de niet op luisteren ingestelde oren sloeg. Om dat in zijn vorige spannende boeken Nordica, De executeur en Onder N.A.P. dunnetjes over te doen.

In toenemende mate kreeg Theunis van de critici open doekjes voor de wijze waarop hij onze samenleving weegt en te licht bevindt. Vooruit, nog eentje: 'Het getuigt van weinig historisch besef om 1500 Nederlandse militairen naar Afghanistan te sturen met de opdracht te slagen waar 275.000 Russen jammerlijk hebben gefaald.'

Maar, hoe zit dat met dat praten met die Marokkaanse jeugd? In In Gods naam laat Theunis een groepje Marokkaanse pubers, geïndoctrineerd door foute imams en video's van martelaren en onthoofdingen, een terreurdaad plegen in Almere. 'De wijze waarop in het boek de overheden reageren op die kinderen, is fout. Ik stel voor om met hen te praten. Nee, ik vergis me niet. Eerst haal je ze uit elkaar, en zet ze vast. Jaren desnoods. Maar praat met ze, overtuig ze er van dat ze in hun naïviteit te ver zijn gegaan. Dat ook zij een kans in onze maatschappij hebben, als ze maar willen. Dat geweld niets oplost. Denk aan de Molukse treinkapers, die 25 jaar na datum oud en wijs genoeg zijn om in te zien dat dit nooit de methode kan zijn om je doel te bereiken.'

'Marokkaanse pubers zijn niet anders dan hun Nederlandse lotgenoten. Marokkaanse ouders hebben net zoveel verdriet over hun ontsporende kinderen als Nederlandse vaders en moeders. Maar helaas weigeren de meeste Nederlanders dat te zien. Die geloven liever in het Postbus 51-sprookje dat terrorisme de grootste bedreiging van Nederland is. Omdat ze er, net als de Marokkanen, de grootste moeite mee hebben dat de wereld verandert.'

Ton Theunis - In Gods Naam, Uitgeverij De Boekerij, 338 pag.

14 oktober 2007

Diana Abu-Jaber - Intuïtie (2007)

Droefenis en sneeuw




(Door Peter Kuijt)

De cover van Intuïtie toont het silhouet van een vrouw ver weg in een wit landschap. Sneeuwkristallen dwarrelen naar beneden. Treffender had de eerste thriller - na vier romans - van Diana Abu-Jaber (1960) niet geïllustreerd kunnen worden. Want het boek van deze schrijfster die opgroeide in een Amerikaans-Jordaans gezin in Syracuse, New York, ademt sneeuw. Sneeuwvlokken, poedersneeuw, uiensneeuw, stuifsneeuw, sneeuw in wolkjes onder lantaarnpalen, sneeuwschaduwen, voetafdrukken in de sneeuw, ja er is zelfs sprake van een sneeuwbaleffect. Niet voor niets noemt de uitgever Abu-Jabers boek 'een winterthriller'. En ook nog 'literair'.

Behalve veel sneeuw hangt er ook behoorlijk wat droefenis in de lucht. Kort na elkaar overlijden in het stadje Syracuse enkele baby’s. De politie doet het aanvankelijk af als treurige gevallen van wiegendood, maar daar neemt een van de moeders geen genoegen mee. Zij eist een gedegen onderzoek en krijgt Lena Dawson, vingerafdrukkenexpert in het plaatselijke forensisch laboratorium, zover dat die in de zaak duikt.

Dawson is gezegend met een buitengewone intuïtie: zij merkt vaak details op die anderen over het hoofd zien. Dawson wordt echter ook geplaagd door een ex die dat liever niet meer zou zijn, jaloerse collega’s op het werk en vage, mysterieuze en exotische herinneringen aan haar vroegste kinderjaren. Naarmate haar niet ongevaarlijke speurtocht vordert, bekruipt Dawson echter het beklemmende gevoel dat haar eigen verleden als adoptiekind wel eens een connectie zou kunnen hebben met de dood van de baby’s.

Diana Abu-Jaber hanteert een uitermate genuanceerde stijl, in het tempo van een sneeuwvlok die geen haast heeft om te vallen. Traag ontspint zich het verhaal voor de ogen van de lezer, die het gevoel heeft dat hij zich door een kniehoge sneeuwlaag moet worstelen. Het is dat de intrige interessant genoeg is om te blijven doorlezen tot het tevreden stellende einde. En natuurlijk is er ook die razende nieuwsgierigheid naar Lena Dawsons afkomst. Maar Intuïtie had zeker aan kracht gewonnen als er wat eerder sneeuw was geruimd.

Diana Abu-Jaber – Intuïtie. Vertaling: Mieke Vastbinder. Uitgeverij Artemis & co, 429 pag.

13 oktober 2007

José Luis Calva Zepeda (nieuws, 2007)

VLEESETENDE SCHRIJVER OPGEPAKT

De Mexicaanse politie heeft een vermoedelijke kannibaal opgepakt die zijn ervaringen leek te verwerken in een nieuw boek. José Luis Calva Zepeda (40), bekend als schrijver, dichter en toneelschrijver, werd door een auto aangereden toen hij probeerde te vluchten voor agenten die zijn appartement binnenstormden. Hij raakte lichtgewond, meldde het Openbaar Ministerie in Mexico-Stad.

In het appartement van Calva Zepeda werd het aan stukken gesneden lijk gevonden van Alejandra Galeana Garavito, zijn tien jaar jongere vriendin en moeder van twee kinderen. Haar stoffelijke resten lagen in een koelkast. Op het fornuis stond een pan met menselijk vlees te sudderen. Ook werd een onvoltooid manuscript met de titel 'Kannibaal Instincten' aangetroffen. Een grote poster van de Britse acteur Anthony Hopkins, die de kannibaal Hannibal Lecter speelde in de film 'The Silence of the Lambs', hing in de keuken. De politie onderzoekt nog of Calva Zepeda zich inderdaad schuldig heeft gemaakt aan kannibalisme. In de Mexicaanse pers is zijn bijnaam inmiddels 'de dichterkannibaal'.

12 oktober 2007

Hector Macdonald (nieuws, 2007)

THRILLER OVER ZEILEN EN VOORSPELLINGEN

Zeven jaar na zijn verrassende debuut 'Het emotiespel' komt de nu 34-jarige Britse schrijver Hector Macdonald met de opvolger 'De stormprofeet'. Het boek speelt zich af tijdens de beroemde jaarlijkse Sydney Hobart Zeilrace (26 december t/m 1 januari 2008). Deze thriller combineert volgens de uitgever 'sterke psychologische spanningselementen met spectaculaire actiescènes' en heeft 'een sterke, maar ook kwetsbare vrouw' in de hoofdrol.

'De stormprofeet' vertelt het verhaal van hartsvriendinnen Petra Woods en Kirsten McKenzie die in Zuid-Afrika een ontmoeting hebben met Moses. Deze jongen, zo gaan de geruchten, zou een ziener zijn, een profeet. Als publiciteitsstunt voor de bank waarvan zij de eigenaar is, besluit Kirsten hem mee terug te nemen naar Australië.

Moses doet drie voorspellingen: hij zal sterven in Australië, de schepen die deelnemen aan de zeilrace van Sydney naar Hobart zullen vergaan en Petra en haar verloofde zullen uit elkaar gaan. Kustwacht Petra gelooft er niet in, maar wanneer een stormfront op de oceaan langzaam maar zeker richting Australië schuift, begint ze te twijfelen. Zal zijn profetie bewaarheid worden en zijn de schepen in gevaar? Kirsten is aan boord van een van die schepen. En als deze ene voorspelling klopt, zullen de andere twee dan ook uitkomen?

Hector Macdonald werd geboren in Kenya. In 2000 brak hij wereldwijd door met zijn debuut 'Het emotiespel' ('The Mind Game'). 'De stormprofeet' verschijnt bij uitgeverij A.W. Bruna.

(Zie ook interview met Hector Macdonald uit 2000)

11 oktober 2007

Hugo Verdaasdonk (1945-2007)

PROFESSOR ÉN THRILLERSCHRIJVER

(Door Peter Kuijt)

Letterenhoogleraar Hugo Verdaasdonk is dinsdag 9 oktober op 62 jarige leeftijd overleden aan de gevolgen van een hersentumor. Verdaasdonk die op 7 juni 1945 in Amsterdam werd geboren, was hoogleraar literatuursociologie aan de Koninklijke Universiteit Brabant. Onder het pseudoniem Paul Stather publiceerde hij in de jaren negentig drie thrillers: 'De man die Marilyn Monroe was' (1995), 'De Bank' (1997) en 'De Göring-collectie' (1999). 'De Bank' werd genomineerd voor de Gouden Strop.

Verdaasdonk, oud-voorzitter van het Fonds voor de Letteren, heeft onder meer onderzocht waarom mensen boeken kopen, lenen en lezen. ,,Samen met een groep economen deden we onderzoek naar de marketing en de sociologie van het boek'', zei Verdaasdonk in een interview in 1997. ,,We zijn vooral geïnteresseerd in de eigenschappen die mensen aan boeken toekennen. Dat de naam van de auteur trekt, dat is duidelijk. Een nieuwe Mulisch verkoopt zo. Maar 98% van de boeken zijn van schrijvers, van wie je vaag iets of nog nooit gehoord hebt. En toch maken mensen - meestal ook snel, de keuze voor een 'onbekend' boek. Wij hebben het idee dat zich in het hoofd van mensen processen afspelen die maken dat ze voor een bepaald boek kiezen. Van invloed zijn de omslag, maar ook de critici, de uitgeverijen en het succes bij een smaakbepalend deel van het publiek.''

Verdaasdonk is thrillers gaan schrijven omdat hij het zo'n leuk, interessant genre vond. ,,Een wet van het genre is dat de verteller onbetrouwbaar moet zijn. Daar kun je heel veel mee doen. Je begint te vertellen dat er een lijk ligt in een hermetisch afgesloten kamer, waar niemand bij komt. Niemand, echt niet, geloof mij nou. En aan het einde, dat is duidelijk, komt de schrijver er op terug: de butler kon door het sleutelgat! Dat is een element van de spanning. Ik hou daarvan, ik wil hevig op het verkeerde been worden gezet.''

Het was cruciaal dat Verdaasdonk zich destijds van een pseudoniem bediende. ,,Ik wilde dat het boek puur op de tekst beoordeeld zou worden. Want informatie over de auteur zegt bijna altijd iets over het uiteindelijke oordeel over het boek. Als ik jou een boek geef van een onbekende auteur en je vindt het maar matig en ik meld vervolgens dat het van Mulisch is, tien tegen een dat je dan je oordeel herziet.''

,,Bovendien was ik bij het uitkomen van mijn eerste boek nog voorzitter van het Fonds voor de Letteren. Dan geef je een oordeel over literatuur. Ik behield mijn pseudoniem om me te behoeden voor het feit dat sommige ontevreden auteurs meesmuilend zouden zeggen: 'Hij beoordeelt literatuur en schrijft zelf thrillers'.''

(Zie ook interview met Paul Stather (Hugo Verdaasdonk) uit 1997)

Van de transfermarkt (nieuws, 2007)

DE BEZIGE BIJ LIJFT JAMES PATTERSON IN

De Amerikaanse bestsellerauteur James Patterson verruilt uitgeverij A.W. Bruna voor De Bezige Bij. Dit meldt Boekblad op zijn website. Bijzonderheden over deze overstap ontbreken nog. Joop Boezeman, directeur van A.W. Bruna, zegt dat er volgende week een gezamenlijke verklaring komt.

Het is voor de tweede keer in korte tijd dat De Bezige Bij een topauteur weghaalt bij een concurrent. Eerder haalde de Nederlandse uitgeverij Donna Leon over om De Boekerij te verlaten ten gunste van het Cargo-fonds. De overstap van Patterson wijst erop dat De Bezige Bij zich in toenemende mate wil richten op het thrillersegment.

A.W. Bruna organiseerde vorig jaar nog een grote weggeefactie in de trein voor James Patterson. De uitgever wilde hem opnieuw onder de aandacht van het Nederlandse publiek brengen, omdat de populariteit van de Amerikaanse thrillerschrijver nogal achterbleef in vergelijking met andere landen. Die relatief geringe populariteit had volgens A.W. Bruna te maken met de valse start die hij in Nederland had gemaakt. Pattsersons werk verscheen eind jaren negentig bij Het Spectrum.

(Bron: Boekblad)

10 oktober 2007

Appels en peren (column, 2007)

DÉ LITERAIRE THRILLER BESTAAT NIET

(Door Peter Kuijt)

Het was een vrolijk makende discussie die onlangs werd gevoerd in opeenvolgende boekenkaternen van NRC Handelsblad. Het steekspel ging over de vraag wat er nou eigenlijk zo literair is aan de literaire thriller. Toegegeven, het is een weinig originele stelling want die is al zo al oud als er literaire thrillers bestaan, maar er werd wel gelukkig fanatiek op gereageerd. De een wierp een statement op, waarna er door een ander op werd gevuurd als ging het om een aanval van die duivelse taliban.

Het eerste schot werd gelost door Bertram Mourits, redacteur bij uitgeverij Contact. Met lede ogen heeft hij moeten aanzien hoe de concurrerende uitgever Anthos miljoenen verdient met 'literaire thrillers'. Maar hij vindt er niets literairs aan, stelt hij in NRC. Als voorbeeld noemt hij het zijns inziens 'rechttoe rechtaan'-verhaal 'Nieuwe buren' van Saskia Noort en concludeert vervolgens weinig verrassend dat de literaire thriller geen literaire stroming is, maar een marketingvondst. ,,Het enige dat literair is aan deze boeken is het adjectief op het omslag.’’

Recensent Gert Jan de Vries reageerde onthutst. Hij ziet de literaire thriller juist niet als een bedreiging, maar als een verrijking van de literatuur. Het is een nieuw genre, stelt De Vries. ,,Uit de ooit louter bloederige pulp is een grotendeels intelligent en goed geschreven genre gegroeid.’’

Schrijver René Appel gebruikt liever de term 'psychologische thriller' dan 'literaire thriller', erkende hij. ,,Maar mijn boeken gaan ergens over, ze hebben een thema. (…) Daarom zijn ze vergelijkbaar met echte literatuur.’’ Collega-auteur Alex van Galen deed vervolgens ook een duit in het zakje. ,,Ik moest zelf ook even slikken toen uitgeverij Prometheus mijn debuut ‘De opvolger’ bestempelde als ‘literaire thriller’. (…) Ik zat niet te wachten op een kwalificatie die al te hoge verwachtingen schept.’’ En op zijn eigen sympathieke wijze nam hij het ook nog even op voor collega Noort. ,,Er zijn genoeg mensen die in 'Nieuwe buren' wel degelijk een diepere wijsheid over hun eigen leven herkennen.''

Het grofst gebekt was Arie Storm, recensent van Grote Literatuur en auteur van onbegrepen klassiekers als 'Afgunst' en 'De bruid en de kogel'. Aan zijn stand verplicht schreef hij: ,,De Nederlandse literatuur staat misschien niet op een al te hoog niveau. Maar er zit nog altijd een laag onder. Die wordt gevormd door de boeken die worden geschreven door onze thrillerauteurs. Het slaat nergens op om hun werk literair te noemen. Pulp is het en pulp blijft het.''

Dat kon thrillerauteur Jacob Vis natuurlijk niet over zijn kant laten gaan. In een ingezonden brief vroeg hij zich af wie Arie Storm wel denkt dat-ie is om vervolgens een dodelijke pijl op de criticus af te vuren: ,,Niemand in het boekenvak zal beweren dat Appie Baantjer duizend keer beter schrijft dan Arie Storm, maar elke uitgever zal collega Baantjer in de armen sluiten en aan de heer Storm vermoedelijk nog wel een paar vraagjes stellen alvorens hij besluit zijn boeken uit te geven.''

Maar wie heeft er nou gelijk? Allemaal, een klein beetje. Maar een klein beetje gelijk is geen gelijk. Tuurlijk, de literaire thriller is een vondst van de afdeling verkoop, dat er een nieuwe categorie is ontstaan ziet zelfs een blinde en dat hier en daar pulp en pulpigste pulp onder de thrillers is, mag ook geen twijfel lijden.

Sinds Anthos goed is gaan boeren met haar literaire thrillers, zijn de concurrenten haar gaan na-apen. De nog te lezen stapel boeken op mijn bureau bestaat uitsluitend uit 'literaire' juweeltjes, boeken van René Appel, Tomas Ross, Lieneke Dijkzeul, Martin Cruz Smith, Tom Egeland. En als ik naar de kast vol recensie-exemplaren achter mij 'literair' roep, valt driekwart eruit, waaronder Nicci French, Michael Robotham, Mo Hayder, George Pelecanos, maar ook de Nederlandse 'literatoren' als Peter de Zwaan, Vicky Hartman, Simone van der Vlugt, Theo IJzermans, Liv, Heleen Niele, Elvin Post, ja zelfs Marianne en Theo Hoogstraaten.

Prinses Máxima riep met ministeriële goedkeuring: ,,Dé Nederlandse identiteit bestaat niet.’’ Zonder goedkeuring roep ik: Dé literaire thriller bestaat niet. Niemand kan een sluitende definitie geven van dat begrip. Zelfs ik niet. 'Literair' impliceert dat het boek 'goed geschreven’ is. Maar er zijn zat 'gewone' thrillers, die een meer voldaan leesgevoel geven dan 'literaire' misdaadromans.

De literaire thriller is een verzinsel van de commercie, dat weten we allemaal. Wie zich wil laten misleiden, moet dat vooral niet laten. Wie dat niet wil, moet de term ‘literair’ besmet verklaren en zich bij aanschaf uitsluitend focussen op het woord ‘thriller’. Pak een thriller en laat je slechts overhalen door de tekst op de achterflap in plaats van dat malle bijvoeglijke naamwoord ‘literair’ op de voorkant. Schrijvers die zich ongemakkelijk voelen met dat predikaat, moeten ruggengraat tonen en van de uitgever eisen dat er slechts ‘thriller’ op de cover staat. De thriller is namelijk sterk genoeg.

04 oktober 2007

Monaldi & Sorti (nieuws, 2007)

FILMRECHTEN 'IMPRIMATUR' IN NEDERLANDSE HANDEN

Producent Kees Kasander heeft heeft de filmrechten aangekocht van 'Imprimatur', het eerste boek van schrijversechtpaar Monaldi & Sorti. Dat heeft Kasander aangekondigd op het Toronto Film Festival. Ook heeft Kasander Films laten weten andere boeken van het schrijvende duo te verfilmen. Volgens Kasander wordt het een internationale productie, waarin de voertaal Engels zal zijn. De producent plant tevens een documentaire over Monaldi & Sorti.

Momenteel zijn er drie boeken verschenen, waarin abt Atto Melani, een voormalige castraatzanger en geheim agent van de Franse Zonnekoning, de hoofdrol speelt: 'Imprimatur', 'Veritas' en 'Secretum'. Er werden in totaal meer dan 150.000 boeken in Nederland verkocht. Hoewel de serie boeken ook internationaal een succes zijn, zijn de boeken in Italië, het thuisland van de auteurs, niet leverbaar. Door sommige katholieke lezers werd de eersteling van het schrijversduo minder gewaardeerd. Toch waren Monaldi en Sorti oprecht verbaasd toen bleek dat de Italiaanse uitgever opeens geen belangstelling meer had voor hun werk. Een Italiaanse editie van 'Imprimatur' is verschenen bij Cargo, een imprint van De Bezige Bij, en wordt verkocht via internet. Voor deze Italiaanse editie schreven de auteurs een speciaal voorwoord waarin zij hun verbazing en ongeloof uiten.

In november 2007 verschijnt het eerste deel van een nieuwe serie historische boeken van Monaldi & Sorti. De verteller van deze nieuwe serie boeken is Salaì: brutaal, boers, leugenachtig en bijzonder praktisch. Salaì is de geadopteerde zoon en geliefde assistent van meesterschilder Leonardo da Vinci. In 'De twijfel van Salaì' verhuizen vader en zoon in het voorjaar van 1501 van Florence naar Rome, waar de weelderige meisjes Salaì wel kunnen bekoren. Leonardo heeft een missie te vervullen voor een raadselachtige, machtige opdrachtgever. Hij weet echter niet dat Salaì ook een geheime opdracht heeft: Leonardo bespioneren.

Rita Monaldi is classica en gespecialiseerd in de geschiedenis van religie. Ze was universitair docente en werkte voor de persafdeling van het Italiaanse parlement. Francesco P. Sorti is musicoloog. Hij maakte culturele tv- en radioprogramma’s voor de Rai en het Vaticaan. Tegenwoordig werkt het schrijversduo fulltime aan hun romancyclus.

03 oktober 2007

John Grisham - De verbanning (2007)

Touchdowns en trage snaps




(Door Peter Kuijt)

'Grishams twintigste!' staat op een lastig te verwijderen sticker, die de uitgever in dolle enthousiasme op De verbanning heeft geplakt. Maar de John Grisham-adept die een onvervalste 'legal thriller' van de oud-advocaat in handen denkt te hebben, komt bedrogen uit. Het decor van De verbanning bestaat niet uit rechtszalen en juristenkantoren, maar uit pizzeria's, trattoria's en footballstadions in Italië. Voor een echte advocatenthriller van de meester moeten we wachten tot begin 2008, dan ligt Grishams eenentwintigste in de winkel.

Tot het zover is moeten we ons maar zien te behelpen met deze roman, waarvoor de bestsellerauteur inspiratie opdeed toen hij in Italië research deed voor zijn thriller De deal (2005). Hij kwam toen achter het bestaan van een kleine American footballcompetitie in dit land.

Grisham bedacht vervolgens het verhaal van de quarterback Rick Dockery die de risee van de National Football League (NFL) wordt als hij ongelooflijke blunders begaat waardoor zijn Cleveland Browns de strijd om de Super Bowl missen. In Cleveland kunnen ze Dockery's bloed vervolgens wel drinken en elders komt hij ook al niet aan de bak.

Maar dan weet zijn agent hem voor een zacht prijsje te slijten aan de Parma Panthers, die in de spelverdeler de verlosser zien die hen zal leiden naar de overwinning op die onverslaanbaar geachte Bergamo Lions en de winst in de Italiaanse Super Bowl. Dockery verkast dus naar Parma en raakt daar al snel in de ban van de cultuur, het rijden in een handgeschakelde Fiat, de wijn, de pasta’s, zelfs de opera en de vrouwen, die in de ogen van Grisham allemaal 'oneindig lange benen' hebben en de welvingen op de juiste plaatsen.

De verbanning is een verhaaltje van niks over een Amerikaanse sportman die zijn Italiaanse club naar de overwinning moet zien te helpen en daarbij allerlei obstakels van niet onoverkomelijke aard moet nemen. En en passant komt hij ook nog met zichzelf in het reine.

De verbanning geurt naar een tussendoortje en lijkt vooral voor de Amerikaanse markt geschreven, waar football net zo ingeburgerd is als de gehaktbal in Nederland. En ook het Italiaanse bureau voor toerisme zal wellicht ingetogen zijn met deze ongetwijfeld onvermijdelijke bestseller over Parmezaanse kaas en gondels in Venetië. Maar wat moet een football-leek met een boek dat verder bol staat van termen als ‘touchdowns’, ‘huddles’, ‘trage snaps' en zinnen als ‘de smash was een diepe hand-off naar rechts die de tailback de flexibiliteit gaf om de blocking te zien en een hole te vinden'?

Weer terug op de plank leggen lijkt de enige juiste tactiek.

John Grisham – De verbanning. Vertaling: Hugo Kuipers. Uitgeverij A.W. Bruna, 306 pag.

01 oktober 2007

Op morele gronden (nieuws, 2007)

GEEN 'WOENSDAG GEHAKTDAG' VOOR AKO

De AKO-boekhandels weigeren op 'morele gronden' de roman 'Woensdag Gehaktdag' van Richard Klinkhamer te verkopen. De directie van de winkelketen vindt de inhoud van het boek 'verre van fictie en wil geen podium voor dit soort producten creëren'. Dat heeft directeur Roland van Geest van de AKO-boekhandels laten weten. In 'Woensdag Gehaktdag' beschrijft Richard Klinkhamer de gebeurtenissen voor en na de moord op zijn vrouw Hannie Godfrinon in het Groningse Ganzendijk in 1991.

Van Geest wijst op de beperkte ruimte in de honderd AKO-winkels in Nederland. ,,Bij iedere titel maken wij een afweging. In dit geval vinden wij het niet gepast een boek te verkopen waarin een auteur zonder berouw een moord beschrijft die hij heeft gepleegd.'' Klinkhamer had eerder laten weten dat de opbrengsten van het boek naar een goed doel gaan.

De directeur van de AKO-keten baseert zijn besluit op het advies van Grietje Braaksma, hoofd inkoop. ,,Ik heb het niet gelezen. Zij wel. Of ze heeft zich laten leiden door informatie van Klinkhamers uitgever.''

Volgens uitgeverij Just Publishers heeft AKO nooit leesexemplaren opgevraagd. Commercieel manager Jan Wierenga van Just Publishers is verbaasd over de weigering. ,,Hoe kun je nu een oordeel hebben over een boek zonder het gelezen te hebben? Wij geven het uit omdat het een bijzonder en lezenswaardig boek is.'' De roman van Klinkhamer verschijnt woensdag 3 oktober.

(Bron: Dagblad van het Noorden)