David versus Goliath in de rechtszaal
(Door Peter Kuijt)
Een bedrag van zeker zes cijfers voor de komma smijten uitgever A.W. Bruna en de filmmaatschappijen Warner Bros. en CIC er tegenaan om de komende maanden hun John Grisham-producten onder de aandacht te brengen. Voor Bruna gaat het om het nieuwste boek van de Amerikaanse bestsellerauteur, De Rainmaker, terwijl de filmmaatschappijen de consument warm proberen te maken om de video's van de Grisham-films The Firm, The Pelican Brief en The Client, te kopen dan wel te huren. Er valt nauwelijks aan te ontkomen.
Er zijn dan ook gigantische aantallen gemoeid met elk product dat aan het brein van de uitvinder van de 'legal thriller' ontspruit. Zo verschijnt De Rainmaker, Grishams zesde boek inmiddels, eind deze maand in een record-startoplage van 2,8 miljoen exemplaren in de Verenigde Staten. Hoe groot de startoplage van De Rainmaker in Nederland is, wil men bij Bruna niet kwijt, al denkt een woordvoerder dat men dit jaar van het totale Grisham-oeuvre zo'n 400.000 exemplaren zal slijten. Toe maar.
In Hollywood is de strijd om de rechten te verkrijgen voor de verfilming van De Rainmaker nog niet gestreden. De aanbiedingen vliegen over en weer en zijn de magische grens van de tien miljoen dollar al lang overschreden. Kortom, alles wat ex-advocaat John Grisham uit zijn tekstverwerker tovert, verandert in goud.
Het moet wel erg gek lopen, wil het met De Rainmaker uitdraaien op minder dan de platinastatus. Want met zijn jongste geesteskind pakt Grisham de stiel weer op, waarin hij uitblinkt: de thriller waarin een jonge advocaat het moet opnemen tegen de grote boze wereld. Na zijn voorlaatste boek, de spanningsloze familiekroniek Het Vonnis, waarin een advocaat zijn opa van de elektrische stoel probeert te redden, kunnen we vaststellen dat Grisham met De Rainmaker nu weer een 'nagelbijter' van allure heeft geproduceerd, een boek met een hoog 'ik-kan-'m-niet-terzijde-leggen'-gehalte.
De Rainmaker (wat zoveel betekent als 'het jonge talent met de gouden handjes) vertelt het verhaal van Rudy Baylor, een rechtenstudent die een schijnbaar zorgeloze toekomst voor zich heeft. Hij moet zijn rechtbankexamen nog afleggen, maar hij heeft de toezegging dat hij kan beginnen bij Brodnax & Speer, weliswaar een saai en stijf advocatenkantoor, maar hij heeft tenminste uitzicht op een vast inkomen.
Die toekomst komt op losse schroeven te staan, als Brodnax & Speer wordt opgeslokt door een nog groter advocatenkantoor, Tinley Britt, die van Baylors diensten geen gebruik wenst te maken. Baylor wordt vervolgens via de louche kroegbaas Prins Thomas, bij wie hij regelmatig achter de bar staat, binnengeloodst bij de nog louchere advocaat Bruiser Stone. Maar die dienstbetrekking is van korte duur: Bruiser en Prins vertrekken op een kwade dag met de noorderzon, want gezocht wegens belastingontduiking en nog wat andere onfrisse zaken.
Er zit Baylor niets anders op dan voor zichzelf te beginnen met twee zaken die hij van het college ouderenrecht heeft overgehouden: het testament bewaken van een tachtigjarige maar nog bruisende _ en naar later blijkt steenrijke _ weduwe en een procedure tegen verzekeringsmaatschappij Great Eastern. De laatste zaak voert Baylor naar de rechtszaal. Great Eastern wordt gedaagd door Dot en Buddy Black, een echtpaar op leeftijd. Hun aan acute leukemie lijdende zoon Donny Ray is door toedoen van de verzekeringsmaatschappij een beenmergtransplantatie onthouden. De Blacks eisen een forse schadevergoeding. Baylor komt bij het behartigen van de belangen van de arme familie tegenover een leger advocaten van Tinley Britt te staan, het kantoor dat hij verafschuwt.
Het wordt een fascinerend gevecht, gelijk de strijd die David tegen Goliath voerde. En de bijbelvasten onder ons weten hoe die tweekamp destijds afliep. Maar voor het zover is, kruisen talrijke illustere figuren Baylors pad, zoals zijn onooglijke assisent Deck, al zes keer gezakt voor het rechtbankexamen en dol op verkeersongelukken, want daar valt geld mee te verdienen. Baylor papt verder aan met de getrouwde Kelly, met wie hij in de verrassende finale nog het een en ander beleeft. Ook voor de progressieve hoogleraar Max Leuberg en rechter Tyrone Kipler, wiens hart op de juiste plaats zit, is een belangrijke rol weggelegd.
De Rainmaker, het eerste boek dat Grisham in de ik-vorm schrijft, toont ons een onthutsende blik op de Amerikaanse advocatuur, waarin juristen liegen en bedriegen en kunstjes flikken waarvan een doorgewinterde crimineel het schaamrood op de kaken zou krijgen. Grisham steekt zijn afkeer voor deftige advocatenkantoren en stijve professoren niet onder stoelen of banken. Hij doet dat met verve: cynisme en wrange humor vieren hoogtij, de dialogen zijn om van te smullen. Kortom, De Rainmaker mag niet ontbreken op het nachtkastje van de ware thrillerliefhebber.
John Grisham _ De Rainmaker, uitgever A. W. Bruna, 416 pag.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten