In 1946 werd Italië een democratie. Het land beleefde een economisch wonder en de Italiaanse industrie, de eetcultuur en de mode werden in heel Europa een lichtend voorbeeld. Maar tegelijk met de economie groeide de macht van de maffia. Waar Italië na de Tweede Wereldoorlog rijk werd met de productie van scooters, auto's en tassen, verrijkte de maffia zich in de bouw en door tabakssmokkel, drugs en ontvoeringen.
De confrontatie tussen de maffia en de overheid bereikte haar hoogtepunt begin jaren negentig met de moord op onderzoeksrechters en Giovanni Falcone en Paolo Borsellino. De nasleep van die strijd is in Italië nog altijd voelbaar. Dickie laat in Maffiarepubliek zien hoe de maffia altijd gebruik weet te maken van het Italiaanse politieke en economische systeem: die profiteerde niet alleen van de naoorlogse voorspoed, maar weet ook munt te slaan uit de huidige crisis.
John Dickie (1963) is behalve historicus ook journalist. Hij doceert Italiaanse Studies aan University College in Londen. In 2004 verscheen van zijn hand het succesvolle 'Cosa Nostra. De geschiedenis van de Siciliaanse maffia'. Twee jaar geleden publiceerde hij 'Bloedbroeders. De opkomst van de Italiaanse maffia's'.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten