'De stille' raakt verstrikt in lawaaiige clichés
(Door Peter Kuijt)
Gerben Hellinga won in 1989 de Gouden Strop met zijn roman De terugkeer van Sid Stefan. Enkele jaren eerder publiceerde hij de thriller Merg en been, een klassieker over de Amsterdamse drugsscene waarin prominente rollen werden vervuld door pratende honden. Nu pas ligt er Hellinga's nieuwe thriller in de winkel, De stille.
In het afgelopen decennium heeft de auteur bepaald niet stilgezeten. Hij schrijft theaterstukken, werkt als toneelcriticus voor Vrij Nederland en voerde regelmatig actie om het kunstenaarsgat Ruigoord, waar hij woont, te beschermen tegen bulldozers, die in naam van de Amsterdamse haven steeds verder oprukken. Ook publiceerde hij een boek over 'innerlijke transformatie', Wintervlinder. Daarin komen onder meer zijn visionaire I Tjing-kwaliteiten ter sprake. Hellinga schijnt in de toekomst te kunnen kijken. Had hij ook kunnen voorzien dat De stille een tegenvaller van jewelste zou worden?
Hoofdpersoon in De stille is de veertigjarige Paul Steenman, rechercheur bij de Amsterdamse politie. Hij moet zorgen voor zijn tienerdochter Moniek, sinds zijn vrouw hem verliet voor een andere vrouw. Als zijn collega en beste vriend bij de vergeefse arrestatie van valsemunters om het leven komt, valt Steenman in een zwart gat. Hij wordt geschorst, drinkt als een tempelier en snuift alles wat ook maar enigszins op geestverruimend poeder lijkt. Zijn dochter trekt in bij moeder en vriendin. Om zijn trieste lot enigszins te verlichten, geeft Steenman zich over aan wilde seks met officier van justitie Stella, die hem als haar 'atomic dildo' beschouwt.
Tijdens een zelfverkozen ballingschap in een caravan bij de Hoogovens kickt Steenman af en hervat zo goed als clean zijn taak. Een van de betrokkenen bij een corruptiezaak op een wijkbureau in Amsterdam-Oost verliest het leven en Steenman krijgt de leiding over het onderzoek. In de verrassende ontknoping komt er een wel zeer onwaarschijnlijke moordenaar om de hoek kijken.
De stille mist de kwaliteiten die we na Hellinga's eerdere thrillers hadden kunnen verwachten. Suspense is er nauwelijks, daarvoor wedt de schrijver op te veel paarden: de valsemuntersbende, een mysterieus geval van zelfdoding en het corruptieschandaal. Ook het taalgebruik maakt van De stille een allesbehalve enerverende leeservaring: Hellinga kan zich maar niet ontworstelen aan een tuthola-stijl waarin je struikelt over lawaaiige clichés. De stille maakt de verwachtingen niet waar.
Het lijkt uitgesloten dat Hellinga voor zijn nieuwste roman in juni de Gouden Strop mee naar huis krijgt. Hoewel je het nooit zeker kunt weten. Per slot van rekening schreef de auteur zelf ooit: 'Het is niet altijd het betere of beste boek dat in de prijzen valt. Jureren is ook maar mensenwerk'.
Gerben Hellinga - De Stille, uitgeverij Bert Bakker, 317 pag.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten