29 mei 2010

Jo Nesbø - Headhunters (2010)


Goorste gorigheid in 'Headhunters'


(Door Marjolijn de Cocq)

Wie zou Roger Brown moeten spelen in de film? Dat is de vraag die opkomt bij het lezen van Headhunters van de Noorse thrillerauter Jo Nesbø. Niet Michael Douglas, die is inmiddels echt te oud. Maar Roger Brown is wel het soort kille, berekenende hoofdpersoon dat Douglas zo overtuigend gestalte gaf in gierend uit de klauwen lopende films als Wall Street, Falling Down en The Game.

En precies zo gierend uit de klauwen loopt Headhunters, waarin Nesbø zijn vaste held politiecommissaris Hole links laat liggen. Roger Brown is de headhunter uit de titel, gladde bemiddelaar met getroebleerd verleden. Uit schuldgevoel over iets waarvoor hij nooit genoeg kan boeten, probeert hij zijn vrouw Diana een luxeleventje te geven. Met een te kapitaal optrekje, een te verliesdraaiend kunstgalerietje.

Brown financiert dit alles door bij te beunen als kunstdief, maar overspeelt zijn hand als hij besluit een Rubens te stelen die tijdens de Tweede Wereldoorlog in handen van de nazi's zou zijn gevallen en verloren werd gewaand. Het schilderij duikt op bij een verbouwing in het huis van Browns droomkandidaat voor een bestuursfunctie. En dan begint de rollercoaster van moord en goorste gorigheid, waarbij Nesbø overtuigend het meest onwaarschijnlijke waarschijnlijk laat lijken en wie de slimste is wint.

Jo Nesbø - Headhunters. Vertaling: Annelies de Vroom. Uitgeverij Cargo, 270 pag.

Geen opmerkingen: