(Door Peter de Zwaan)
Columns schrijven is leuk, ik heb dat op deze plaats al vaker beweerd. Als je er slag van hebt dan is het schrijven van een column werk van niks. Beetje handig formuleren, paar aardige zinnetjes, ideetje in de laatste alinea, klaar. Columns zijn niet lang en langer dan een half uurtje doe je er echt niet over, maar als je liegt dat je er de hele dag aan hebt gewerkt dan gelooft iedereen je. Veel mensen denken dat columns schrijven lijden is en lijden mag lang duren.
Columns lezen is vervelend, vooral als je weet hoe makkelijk het is om ze te schrijven. Vaak ontbreekt zelfs het ideetje in de laatste alinea en is het met de leuke zinnen behelpen.
Erger nog, soms staan in columns woorden die er niet in mogen staan. Nooit. Onder geen beding.
Het ergste woord is nietwaar.
Nietwaar vraagt om instemming. Sterker: het smeekt om instemming.
‘Want met kinderen weet je het nooit, nietwaar.’
De lezer moet dan blijkbaar roepen: Wel waar, wel waar, met kinderen weet je het inderdaad nooit, goed hoor columnist dat je daar op wijst, uit mezelf was ik er niet achtergekomen.
In een column - dat vergat ik hierboven even - hoort ook iets van een mening te staan. Niet de mening van een vriend, de buurman, een politieke partij of - de ergste aller meningen - die van het gezonde volksgevoel, maar de mening van de columnist.
Die mening is persoonlijk, een goede columnist is eigenwijs.
Die maalt niet om de mening van een ander.
Die zet aan het einde van een zin niet nietwaar omdat hij om bijval smeekt.
Iemand die nietwaar in een stukje schrijft is geen columnist.
Een columnist mag liegen. Hij wil iets beweren en daar mag hij alles bij gebruiken, hij gaat zijn gang maar.
Iemand die doet of hij columnist is die is gewoon een leugenaar. Hij is een voorliegpersoon en waarom zou ik daar stukjes van lezen.
Dag, Sylvia Witteman, het ga je goed, maar ik zal je voortaan negeren.
Erger nog, soms staan in columns woorden die er niet in mogen staan. Nooit. Onder geen beding.
Het ergste woord is nietwaar.
Nietwaar vraagt om instemming. Sterker: het smeekt om instemming.
‘Want met kinderen weet je het nooit, nietwaar.’
De lezer moet dan blijkbaar roepen: Wel waar, wel waar, met kinderen weet je het inderdaad nooit, goed hoor columnist dat je daar op wijst, uit mezelf was ik er niet achtergekomen.
In een column - dat vergat ik hierboven even - hoort ook iets van een mening te staan. Niet de mening van een vriend, de buurman, een politieke partij of - de ergste aller meningen - die van het gezonde volksgevoel, maar de mening van de columnist.
Die mening is persoonlijk, een goede columnist is eigenwijs.
Die maalt niet om de mening van een ander.
Die zet aan het einde van een zin niet nietwaar omdat hij om bijval smeekt.
Iemand die nietwaar in een stukje schrijft is geen columnist.
Een columnist mag liegen. Hij wil iets beweren en daar mag hij alles bij gebruiken, hij gaat zijn gang maar.
Iemand die doet of hij columnist is die is gewoon een leugenaar. Hij is een voorliegpersoon en waarom zou ik daar stukjes van lezen.
Dag, Sylvia Witteman, het ga je goed, maar ik zal je voortaan negeren.
(Deze column is ook te lezen op peterdezwaan.nl)
Peter de Zwaan (1944, Meppel) heeft tientallen publicaties op zijn naam staan, misdaadromans en jeugdboeken. Voor acht van zijn thrillers werd hij genomineerd voor de Gouden Strop, de prijs voor het beste Nederlandstalige spannende boek. Met 'Het Alibibureau' won hij in 2000 de Gouden Strop. In oktober 2012 verscheen De Zwaans nieuwste thriller 'De bruiloften van Annika Kommer'. (Foto Peter de Zwaan: Bob Bronshoff)
1 opmerking:
Nog nooit iets van Paul Verhoeven gelezen, niewaar? ;-) En die man mag van mij achter elke zin "niewaar" zeggen of schrijven....
Een reactie posten