18 februari 2013

David Peace - 1983 (2013)

WARBOEL VAN VERHAALLIJNEN


De afsluiter van het vierluik ‘The Red Riding Quartet’ stelt teleur. Na '1974', '1977' en '1980' had de Britse auteur David Peace er met '1983' een spetterend einde aan kunnen breien, maar in plaats daarvan heeft hij een onnavolgbare warboel van verhaallijnen, dialogen en proza-experimenten geproduceerd, zodat door de bomen het bos niet meer te bespeuren is.

David Peace kiest voor drie vertelperspectieven. Het eerste is die van de onsympathieke en corrupte commissaris Maurice Jobson. Hij houdt zich bezig met de zaak van een vermist jong meisje, waarbij hij getergd wordt door geesten uit het verleden. Het tweede personage is advocaat Piggot, die twijfelt aan de schuld van een jarenlang opgesloten kindermoordenaar. Ten slotte leven we mee met BJ, een trieste schandknaap op de vlucht.

Het is onmogelijk dit boek te lezen zonder gedetailleerde kennis uit voorgaande delen. De pest is alleen dat het eveneens onmogelijk is dat deze kennis nog integraal in de hersenpan rondzweeft. Tenzij je de vier delen kort achter elkaar leest, maar dat is weer een overdosis aan depressieve ambiance.

David Peace vliegt in dit vierde deel veelvuldig uit de bocht. De lezer zit op de achterbank, vraagt zich verdwaasd af welke kant het op gaat en is tamelijk beduusd als hij door het zijruitje de geblokte finishvlag ziet wapperen.

David Peace - 1983. Vertaling: Johannes Jonkers. Uitgeverij Cargo, 478 pag.

Geen opmerkingen: