14 oktober 2009

De vijf W's volgens... Lieneke Dijkzeul (interview, 2009)



'Niet schrijven maakt me rusteloos'




Rubriek waarin thrillerschrijvers zichzelf en hun werk presenteren aan de hand van de vijf journalistieke W's: Wie, Wat, Waar, Wanneer en Waarom. Vandaag: Lieneke Dijkzeul (Sneek, 1950), naast schrijfster van kinderboeken ook auteur van met veel lof ontvangen thrillers vol volwassenen. Haar thrillerdebuut was in 2006 met De stille zonde, een jaar later gevolgd door Koude lente. In augustus van dit jaar verscheen De geur van regen. Voordat ze schrijver werd, was Dijkzeul werkzaam als secretaresse en nam ze beroepskeuzetesten af.

(Door Peter Kuijt)

- Wie denkt Lieneke Dijkzeul wel dat zij is?
Lieneke Dijkzeul: ,,Een twijfelaar die lang heeft gemeend dat twijfelen een slechte gewoonte is. Daar denk ik inmiddels iets genuanceerder over. Twijfelen behoedt je voor gemakzucht, en dat is met schrijven een voordeel. Daarom heb ik besloten het voortaan bedachtzaamheid te noemen.''

,,Voorts ben ik een mazzelaar, omdat ik mijn beroep heb kunnen maken van wat ik het liefst doe en waar ik gelukkig van word. Niet schrijven maakt me rusteloos en ontevreden, want een calvinist ben ik natuurlijk ook; er moet wel gewerkt worden. Maar de mazzel zit ’m daarin dat het nooit als werken voelt. Je bent een schaker met taal – de mogelijkheden zijn onbegrensd en de tegenstander ben je zelf. Het is dus de kunst jezelf te slim af te zijn, en dat is een spel dat nooit verveelt. Heb je de partij gewonnen, dan is de beloning een boek.''

,,Dit klinkt allemaal behoorlijk ideaal, terwijl ik regelmatig tierend achter mijn bureau zit te worstelen met de materie, en hevig jaloers kan zijn op bijvoorbeeld een auteur als Gerard Reve, die kalmpjes kon constateren dat er voor hem technisch geen belemmeringen meer waren.''

- Wat was destijds de uitkomst van úw beroepskeuzetest en heeft u dat advies opgevolgd?
,,Een beroepskeuzetest had ik niet nodig, in die zin dat ik van jongs af aan heb geweten, zij het aanvankelijk alleen instinctief, dat ik een schrijver wilde zijn. Ik wist alleen nog niet hoe je dat wordt. Maar het toeval wil dat ik in een grijs verleden een paar jaar heb gewerkt bij een bureau voor school- en beroepskeuze. Ooit heb ik daar inderdaad een beroepskeuzetest gedaan. Die vertelde me weinig nieuws: wiskundig inzicht nul, ruimtelijk inzicht nul, zakelijk inzicht slecht ontwikkeld. Het enige waarop ik hoog scoorde, was taalgevoel en creativiteit.''

,,Eerlijkheidshalve moet ik erbij vertellen dat ik intussen wist hoe je de uitslag van zo’n test kunt beïnvloeden, en ik heb dat ook schaamteloos gedaan. Wat ik toen nog niet door had, was dat ook die manipulatie wel iets over mij zei. Mijn baas begreep dat beter. Hij liet me voortaan zijn gespreksnotities uitwerken tot uitgebreide verslagen die ik onbekommerd romantiseerde.''

- Waar is een echte Lieneke Dijkzeul-thriller aan te herkennen?
,,Hopelijk aan de stijl en aan de zorg die daaraan is besteed. Ook – maar dat is een wensgedachte – aan de aandacht voor details, die dikwijls meer zeggen dan uitputtende beschrijvingen. Daarnaast (ik blijf wensen) aan het taalgebruik, dat in mijn ogen sober dient te zijn, omdat het daardoor krachtiger wordt. Bovendien moet je waken voor uitleg, omdat die onderschatting van de lezer inhoudt.''

,,Verder hoop ik dat mijn thrillers inhoudelijk herkenbaar zijn aan het mededogen – zonder vals sentiment – met mensen die door het leven in de tang worden genomen en daarom het recht in eigen hand nemen, en last but not least aan de humor, die laat zien dat zelfs de grootste ellende te relativeren is, mits je er oog voor hebt.''


- Wanneer wordt een thriller literair?
,,De enig juiste definitie van literatuur is nog nooit gegeven, terwijl het paradoxale is dat iedereen een literair boek als zodanig herkent wanneer men het leest. Maar vooruit, laat ik een gokje wagen. Een thriller wordt literair wanneer er meer te genieten valt dan een spannend verhaal alleen, vooropgesteld dat ook stijl en verteltechniek op niveau zijn. Het zijn de thrillerschrijvers die méér willen die oplopen tegen de eisen die daarenboven worden gesteld. Het blijft een gevecht tussen kunnen en willen.''

,,Een boek zou gelaagd moeten zijn, waardoor het dwingt tot nadenken. Het zou nieuwe inzichten moeten opleveren, of op zijn minst verrassende aspecten bieden. Het zou betrokkenheid met de maatschappij moeten tonen, een spiegel moeten zijn van de menselijke verhoudingen, en ons eigen bestaan op die manier in een bredere context moeten plaatsen. Het zou een draai moeten geven aan wat wij als de werkelijkheid ervaren. Het zou de lezer een klap tussen de ogen moeten geven, idealiter door al die facetten tezamen.''

,,Dat is heel wat, voor een thriller. Maar ernaar streven kan nooit kwaad.''

- Waarom mag de Gouden Strop niet worden afgeschaft?
,,Omdat het jammer zou zijn een genre dat tot dusverre nergens anders onderdak heeft gekregen, zijn enige prijs te ontnemen.''

,,Thrillers worden in veel opzichten stiefmoederlijk behandeld. Weinig aandacht in de vorm van recensies, dedain van de kant van de ter zake doende kranten en tijdschriften, het taaie misverstand dat zodra een boek criminaliteit als onderwerp heeft, het als thriller moet worden beschouwd en 'dus' nauwelijks nog serieus hoeft te worden genomen.''

,,De verkoopcijfers lijken in tegenspraak met dat alles, maar zijn als argument niet steekhoudend. De massa heeft niet gelijk omdat die de massa is. Heel veel meer mensen houden van de Zangeres zonder Naam dan van Maria Callas, wat niet wil zeggen dat de Zangeres zonder Naam beter zong. In dat licht bezien verbaast me wel eens de houding van sommige thrillerauteurs: ik verkoop goed, dus ik schrijf goed.''

,,De problemen spelen al vanaf de geboorte van het genre, dat ook wel iets aan de uitgevers heeft te verwijten; er verschijnt een hoop rotzooi die nu eenmaal gerubriceerd moet worden en, om dezelfde reden als die ik daarnet noemde, onder de thrillers wordt geschaard. Anderzijds: als je zou gaan differentiëren, verzeil je in een oeverloze discussie. Wel denk ik dat de lat hoog mag en moet worden gelegd met betrekking tot het toekennen van de Gouden Strop. Ik zou dus het instellen van een volstrekt onafhankelijke vakjury toejuichen.''

(Foto auteur: Tessa Posthuma de Boer)

Geen opmerkingen: