27 november 2016

In 't IJ (column, 2016)






YOUNG ADULTS


(Door Peter de Zwaan)

Na de jaarvergadering van het GNM, Genootschap Nederlandstalige Misdaadauteurs, voelde ik me per vijf minuten een jaar ouder worden en aan het einde van de middag was ik 203.

Er waren sprekers die het hadden over schrijvers en hun toekomst.

Meteen maar het grote nieuws: als schrijvers man zijn en ouder dan dertig, misschien veertig, dan is er geen toekomst. Het is gedaan, hou maar op, het was mooi zolang het duurde, maar het is voorbij.

De toekomst is aan de young adults. Aan wie?

O, ja, daar moet ik het eerst over hebben. Vroeger, kinderen, toen een school een school was met een juf of meester naar wie je luisterde, leerden we Nederlands. Ik herhaal Nederlands. Zegt die taal jullie iets?

De young adults van nu gebruiken een hutsekluts van Engels en Nederlands waarbij de woorden in de eerste taal in de meerderheid zijn. Ze zoeken niet iets op via Google, maar ze doen aan Google search. Ze hebben content en ze... Genoeg. Young adults zijn jong volwassenen en ze lezen zich gek. Alleen geen boeken. Ze lezen smartphones, kleine letters (young adults hebben nog goede eyes) op een klein schermpje en ze houden van korte verhalen. Als ze zelf een verhaal maken, doen ze dat op hetzelfde kleine schermpje en ze tikken het terwijl ze het bedenken. Schrik dus niet terug van een klein foutje, want al hebben ze kleine vingers, ze missen wel eens een toets. Geen nood. Het gaat om het idee.

Als young adults een serie korte stukjes van een schrijver hebben gelezen en ze vinden die stukjes leuk dan gaan ze vast wel een echt boek van die schrijver kopen. Dat is de achterliggende gedachte, al lijkt de wens me van die gedachte de vader.

Wat young adults en ook old adults zeker moeten doen dat is innoveren, veranderen, open staan voor nieuwe ideeën, niets is te gek, je weet maar nooit waar het toe leidt.

Na de inleidingen bleef ik vrijwel murw geslagen achter. Waarom kunnen schrijvers niet gewoon schrijven? Mooie boeken maken waar over na is gedacht, waaraan is geslepen en gepolijst, waar liefde voor het vak uit blijkt?

Nou daarom. Omdat er steeds minder boeken worden verkocht, maar er meer worden geschreven. Omdat we mee moeten gaan met onze tijd al weten maar heel weinig mensen precies hoe.

Ik zat naast Jacob Vis die ook wat glazig keek en deed hem een voorstel: ‘Zullen we straks van de pont over het IJ springen? We verzuipen en krijgen een groot stuk in de kranten.’ ‘Je bedoelt: Vis en Zwaan overboord?’ ‘Precies. Onze boeken worden van schrik als gekken verkocht en onze vrouwen worden rijk, voor ons is er toch geen toekomst.’

Hij leek er iets in te zien, maar verwachtte dat onze vrouwen een veto zouden uitspreken.

Even later luisterden we naar iemand die zich bezighoudt met publiciteit. ‘Als je man bent, daalt de kans dat je boek wordt genoemd in een televisieprogramma met 50 procent,’ zei ze, ‘en als je als schrijver ouder bent dan vijftig komt daar nog eens 25 procent bij.’

Oudere schrijvers die aan de drank zijn, heb medelijden met ze, u weet nu hoe het komt.


Deze column is ook te lezen op www.peterdezwaan.nl

Peter de Zwaan (1944, Meppel) heeft tientallen boeken op zijn naam staan, naast misdaadromans ook vele jeugdboeken. Voor acht van zijn thrillers werd hij genomineerd voor de Gouden Strop, de prijs voor het beste Nederlandstalige spannende boek. Met Het Alibibureau won hij in 2000 die prijs. In 2013 verscheen zijn jongste thriller De Loverman bij zijn eigen uitgeverij Zwarte Zwaan. Een jaar later publiceerde uitgeverij Conserve In mijn hoofd, een roman over alzheimer.

Geen opmerkingen: