14 juni 2015

Volle winkelkarretjes (column, 2015)

EEN MAGER JURYRAPPORT

(Door Peter Kuijt)

Eens per jaar wordt de thermometer diep in de bips van het vaderlandse thrillergenre gestoken. Dat is wanneer zo aan het eind van de maand mei het finale oordeel van de jury van de Gouden Strop wordt geopenbaard.

Niet alleen wordt dan de naam van de winnaar bekend, ook deelt het college van kundige beoordelaars zijn conclusies over hoe het vandaag gesteld is met de Nederlandse misdaadliteratuur.

Jaar na jaar voorziet de Stropjury ons van commentaar op het genre. Zo waren er in 2014 veel thrillers ingezonden die zich afspeelden in het schemergebied tussen fictie en non-fictie. Sommige boeken ook hadden een klap van de Vijftig Tinten-hype meegekregen. Er was stoute seks alom. Een jaar eerder stelde de jury vast dat veel thrillers te lijden hadden van de ziekte 'prologitis' en dat de vrouwelijke karakters nog te vaak uit clichés bestonden. Rommelige plots, ongeloofwaardige personages en bakken vol clichés: dat kwam de jury van 2012 te vaak tegen.

Tot die van dit jaar maakte geen enkele jury van de Gouden Strop er zich met een jantje-van-leiden van af. Pagina's werden gewijd aan de verschillen in stijl tussen mannelijke en vrouwelijke auteurs, over de wisselende kwaliteiten van ingezonden titels, de groeiende aandacht voor samenzweringen en complotten, de constatering dat Nederlandstalige auteurs het steeds vaker over de grens zoeken, het overschot aan covers met roodharige kapsels, Saskia Noort-klonen en de aansporing aan redacteuren om met straffe hand in te grijpen in manuscripten.

Niets van dit alles in het juryrapport van dit jaar. Het clubje van vijf, onder voorzitterschap van voormalig VVD-politica Laetitia Griffith, lijkt zich nauwelijks te hebben ingespannen om er een doorwrocht dossier van te maken. Dit jaar werden 94 boeken geaccepteerd ter beoordeling van de jury. ''Opnieuw een fors aantal'', schrijft de jury, ''wat laat zien dat het genre bij lezend en schrijvend Nederland een grote populariteit geniet.'' Deze laatste zin is letterlijk gekopieerd uit het juryrapport van 2014, bovendien kun je vraagtekens zetten bij de stelling. Dat er meer dan 90 thrillers worden ingezonden, zegt niets over de liefde onder de lezers voor het genre.

''De 5 genomineerde thrillers tonen een opvallende gelijkenis, namelijk dat er een of meerdere (zelf)moorden plaatsvinden'', bericht de jury. Of dat nieuws is, valt te betwijfelen: het zijn per slot van rekening thrillers die het vaak moeten hebben van arme lieden die op onreglementaire wijze het tijdelijke met het eeuwige verwisselen. Het zou verrassender zijn geweest als in alle shortlistboeken met volle winkelkarretjes door de supermarkten van Delhaize wordt geracet.

De jury van dit jaar verschafte ons geen nieuwe inzichten. Ja, het was het vijftal opgevallen dat van de vijf genomineerden er drie uit Vlaanderen kwamen. Maar of dat puur toeval was of te danken/te wijten aan de toegenomen literaire kwaliteiten van onze zuiderburen, werd in het midden gelaten. Ook vonden de vijf het opmerkelijk dat er 'literaire auteurs' meededen. Kennelijk was de jury het ontschoten dat dat in het verleden ook was gebeurd, zelfs met 'literatoren' Maarten 't Hart en Tim Krabbé als winnaar.

Dat het juryrapport de indruk wekt dat er een beetje met de pet naar is gegooid, is spijtig. Een jury die zijn taak serieus neemt, heeft niet alleen de plicht het winnende boek te bekronen, maar ook te duiden of de Nederlandstalige thriller nog gezond van lijf en leden is. Zeker met twee juryleden die vorig jaar ook al in dit college zaten (voor het eerst in de Strop-geschiedenis en strijdig met het reglement), had de liefhebber van het genre een meer doordacht jaarverslag mogen verwachten.

Na de bekendmaking van de winnaar viel hier en daar wel wat gemor te horen. Een uitgever zei dat de Gouden Strop nu eenmaal niet de Libris Literatuurprijs is en dat ook de 'verkoopbaarheid' van een titel getoetst moest worden. De winnende Vlaming Jo Claes zou hier niet echt tot commercieel succes leiden, was de verwachting. Die conclusie zou wel eens juist kunnen zijn, want op de Avond van het Spannende Boek waren er in Nederland slechts tweehonderd exemplaren van De mythe van Methusalem verkrijgbaar.

Maar een commerciële toetsing behoort niet tot de taak van de jury van de Gouden Strop. Die beoordeelt uitsluitend welk boek het spannendst is. Als je wilt dat een jury ook de verkoopbaarheid van een boek tegen het licht houdt, moet je de spelregels veranderen. Tot die tijd geldt nog immer het adagium: De jury heeft - wat de keuze van de winnaar betreft - altijd gelijk.

Geen opmerkingen: