06 mei 2007

Onno te Rijdt - Het spel (1998)

Weerzinwekkende hockeyballen




(Door Peter Kuijt)

Ben je een psychopaat als je denkt als een psychopaat maar niets van die gedachten in praktijk brengt? En brave burgers, die zich in een oorlog laten meeslepen door geweld, kampbeulen worden, vrouwen verkrachten en kinderen mishandelen, of gewoon hun buren afmaken, zijn zij psychopaten?

Het zijn niet bepaald de vragen die de doorsnee burger zullen bespringen als hij een lentemiddag op een terrasje wil wegdrinken. Of als hij vlak voor sluitingstijd in de supermarkt nog de ingrediënten voor vier borden spaghetti bolognese bijeen moet zien te grissen.

Maar bij Niek Wouda zijn deze bespiegelingen de gewoonste zaak van de wereld. Het brein van deze eenling spuit bijna onophoudelijk gewelddadigheden en obsceniteiten. Als lintwormen buitelen zijn gruwelijke, psychotische gedachten over elkaar heen. Maar Wouda brengt niets van zijn weerzinwekkende wensen in praktijk, al zou hij dat wel eens willen. Zijn 'walgelijke' handelingen blijven beperkt tot belletje trekken en het in een boekwinkel legen van zijn neus in De vriendschap van Connie Palmen. Kortom, hij is zelfs beschaafd genoeg om lid te zijn van de plaatselijke hockeyclub.

Niek Wouda is de hoofdpersoon in de korte roman Het spel van Onno te Rijdt. Dat het boek zich afspeelt in het milieu van hockeyfeesten en carrièrepochers, mag geen verbazing wekken: Te Rijdt was tot voor kort werkzaam als hockeycoach in Italië. Hij zwaaide de stick over het dameselftal van de Universiteit van Padua. Twee jaar geleden publiceerde hij Ciao, Padua!, gebaseerd op zijn ervaringen aldaar. Het blijft echter gissen of Wouda's overvloedige, horrorachtige hersenspinsels ook zijn terug te voeren op Te Rijdts Padua-tijd.

Wouda weet zich te beheersen tot overpeinzingen als 'Geluk is plat. Tweedimensionaal. Ongeluk is dieper', maar in zijn villadorp worden binnen een etmaal wel drie mensen op beestachtige wijze vermoord. Wouda vermoedt dat twee van zijn clubgenoten, Rolf-Diederik van Lagerweide (Erdé voor intimi) en Hubertus Burghout, die hij op een 'barbeknoei' bij Erdé thuis beter heeft leren kennen, er meer mee te maken hebben. Zijn nieuwsgierigheid wint het uiteindelijk van zijn meedogenloze hersenkronkels: Wouda gaat op een uitnodiging van deze hockeyballen pur sang in om in de villa van Erdé een 'virtual reality game' op de computer mee te spelen. Maar het spel blijkt niet voor honderd procent 'virtueel' te zijn...

Te Rijdt vertelt in razende vaart zijn verhaal: Het spel is uit voor je er erg in hebt. Deze korte roman had wel iets minder kort gekund, want het is genieten geblazen. Genadeloos schetst de auteur een wereld van hockeyende snoevers en snoevende hockeyers; als je al geen vooroordelen had tegen dat milieu, dan heeft Te Rijdt nu met succes de kiem ervoor gelegd. Als 'whodunnit' is Het spel minder geslaagd, de oplossing laat zich al snel raden, maar de schrijver weet niettemin de lezer geregeld een prettig verontrustend gevoel te bezorgen met zijn vlijmscherp getekende gruwelbeelden. 'American Psycho meets Youp van 't Hek', afficheert de uitgever Het spel jubelend, maar de vergelijking met de cabaretier gaat mank. Te Rijdt schrijft beter.

Onno te Rijdt - Het spel, uitgeverij Podium, 144 pag. (genomineerd voor de Gouden Strop 1998)

Geen opmerkingen: