14 april 2007

Ian Rankin (interview, 2006)

Ian Rankin in Edinburgh (foto: Chris van Houts)

'Met inspecteur Rebus onderzocht ik mijn angsten'



Nog een jaar of twee en dan is het gedaan met inspecteur John Rebus van de Lothian and Borders Police in Edinburgh. Dan stuurt zijn geestelijk vader, de Schotse misdaadauteur Ian Rankin, de onaangepaste speurder met pensioen. 'Rebus heeft me geleerd het leven te begrijpen.'

(Door Peter Kuijt)

EDINBURGH - Het is half elf 's avonds als de deur van The Oxford Bar in Young Street openzwaait. Het handjevol bezoekers draait het hoofd weg van de televisie die zojuist de laatste beelden van een voetbalwedstrijd laat zien en begroet Ian Rankin. Met een stapel boeken onder de arm en een pint IPA-bier in de hand zoekt de laatkomer vervolgens een tafeltje in de onooglijke pub waar de armzalige peertjesverlichting er op uit lijkt te zijn de slechtste kanten van de mens te benadrukken.

Het is weer signeertijd voor de 46-jarige Schotse misdaadauteur in zijn stamkroeg in het centrum van Edinburgh. Fans van Rankins thrillers laten hun boek achter in de pub, waar de eigenaar ze in de kelder bewaart totdat de auteur er zijn handtekening in wil zetten. 'Een Australische lezer stuurde laatst een boek hiernaartoe met alleen maar 'Ian Rankin, The Oxford Bar, Edinburgh' op de envelop', vertelt de schrijver. 'Het kwam nog aan ook.'

'The Ox' mist alles wat een pub aantrekkelijk maakt, maar door Rankin houdt de zaak wel mooi stand. Hij sleept er collega-schrijvers mee naartoe, maar de pub moet het meer hebben van lezers die nu wel eens met eigen ogen willen zien voor welke kroeg inspecteur John Rebus te graag en te vaak een omweg maakt. En de bar is sinds zes jaar steevast het eindpunt van The Rebus Tours. De rondleiding voert niet langs de toeristische hoogtepunten van de Schotse hoofdstad, maar biedt in plaats daarvan een alternatief: een mix van lokale historie en herkenningspunten uit de romans van Rankin.

In New Town, het in de achttiende eeuw gebouwde centrum van de stad, staat gids Colin Brown bijvoorbeeld stil bij het huis aan 17 Danube Street, waar hoerenmadam Dora Noyce decennia lang de scepter zwaaide. Ooit, nadat een Amerikaans vliegdekschip was afgemeerd in Leith, het havengebied van Edinburgh, stonden hier de mariniers in rijen opgesteld. Verderop in New Town wijst Brown naar een tot appartementencomplex opgepimpte watermolen waar Derek Linford moet wonen, de yuppie-rechercheur aan wie John Rebus zo'n bloedhekel heeft.

Ondergeschikte

Rankin mag dan niet de fraaiste kanten van de Schotse hoofdstad beschrijven, Edinburgh kan trots zijn op een van haar beroemdste literaire zonen naast Sir Arthur Conan Doyle en Robert Louis Stevenson. Al was het alleen maar omdat zijn fans wat extra geld in het lokale laatje brengen.

Ook plaatsvervangend hoofdcommissaris Tom Wood van de Lothian and Borders Police put zich uit in loftuitingen aan het adres van de auteur. 'Ian doet zijn research goed, hij is een uitstekend observator van karakters en situaties. Hij belt mij ook vaak op met vragen. Wat inspecteur Rebus betreft: hij is een beetje ouderwets, hij werkt nog zoals wij dat in de jaren zeventig en tachtig deden. Nu is alles veel meer gestructureerd en gecomputeriseerd. Rebus maakt ook deals met criminelen en dat is gevaarlijk. Het maakt hem vatbaar voor corruptie. Hij is een uitstekend speurder, maar als baas zou ik hem een lastige ondergeschikte vinden.'

In zijn jongste thriller Fleshmarket Close, die in Nederlandse vertaling onder de titel De rechtelozen verschijnt, vat Rankin het probleem met asielzoekers bij de hoorns. In het boek staat de moord op een illegale vreemdeling centraal. Volgens Wood schetst Rankin een te donker beeld in zijn boek. 'Iedere stad heeft z'n problemen met asielzoekers, maar bij ons zijn ze niet zo groot. De Schotten zijn namelijk heel tolerant tegenover buitenlanders.'

'Pff, pure public relations', snoeft Rankin een dag later. 'Dat móét Wood wel zeggen, hij is een politiefunctionaris die wil dat jij denkt dat Schotland veilig is. Maar ik weet uit contacten met liefdadigheidsinstellingen dat er regelmatig aanvallen zijn op illegalen.'

Ian Rankin signeert boeken in The Oxford Bar (foto: Chris van Houts)

'Asielzoekers worden ondergebracht in de meest ongure buurten van Edinburgh, verschrikkelijke getto's', vervolgt Rankin. 'De oorspronkelijke bewoners worden boos omdat ze zien dat deze buitenlanders voedsel en een uitkering krijgen. Tegelijkertijd zien de asielzoekers de Edinburghse treurigheid en vragen zich af: ben ik daarvoor de ellende in mijn eigen land ontvlucht? Dat wordt een groot probleem.'

De moord op een asielzoeker in Glasgow, doodgestoken vanwege het simpele feit dat hij 'anders' was, was de aanleiding voor het schrijven van De rechtelozen. 'Bovendien had ik ontdekt bij iemand in Edinburgh die echt zo heet, dat de naam Rebus eigenlijk van oorsprong Pools is. Die twee zaken kon ik mooi combineren. Tegelijkertijd speelde er een discussie naar aanleiding van het herinvoeren van het Schotse parlement met als belangrijkste vraag: wie zijn wij Schotten nou eigenlijk. Wat maakt ons zo verschillend van de Engelsen? Ik laat Rebus in het boek tijdens het moordonderzoek zijn gedachten over racisme in Schotland op een rij zetten.'

Eerst en vooral gaan zijn boeken over de Schotse hoofdstad, stelt Rankin. 'Rebus komt op de tweede plaats. Het zijn boeken waarin Edinburgh ons vertelt over het Schotse karakter. Maar je leest er ook over hedendaagse kwesties, die niet worden 'behandeld' in de gewone literaire romans. Vaak gaan literaire romans alleen maar over literaire romans, of over schrijvers die boeken proberen te schrijven.'

Gereedschap

Met Rebus onderzoekt Rankin ook zijn eigen angsten en problemen. 'Hij is mijn gereedschap waarmee ik vragen stel over de wereld waarin we leven. De reden dat ik schrijf is om het leven te leren begrijpen. Ik laat op Rebus grote thema's los: pedofilie, religieuze tegenstellingen, of we nu nog oorlogsmisdadigers moeten vervolgen, de identiteit van de Schotten. Omdat hij een rechercheur is, kan Rebus zich bewegen in alle lagen van de samenleving en kan hij met iedereen praten: politici, rechters, advocaten, de man in de straat.'

De morsige rechercheur is min of meer Rankins alter ego. 'We verschillen wel veel van mening. Hij is rechtser dan ik, maar ja, politiefunctionarissen zijn gewoonlijk ook behoorlijk conservatief. In het begin van ieder boek heeft hij nogal uitgesproken zwart-wit opvattingen over bepaalde onderwerpen en ik probeer hem gaandeweg wat bij te sturen.'

Rankin verkneukelt zich al op de verschijning van zijn volgende thriller The Naming of the Dead. Daarin moet Rebus de dood onderzoeken van een parlementslid. Een en ander speelt zich af tijdens de Live8-concerten en de G8-top van 2005 in het Schotse Gleneagles. Rebus levert daarin natuurlijk flink commentaar op de oprechtheid waarmee popsterren Bono en Bob Geldof zich toen manifesteerden. 'Hij is een oude cynicus die mag denken dat het beroemdheden zijn die zich belangrijk voelen', grinnikt Rankin. 'Ik had ook gelezen dat president Bush daar op een fiets sprong, er onmiddellijk weer vanaf viel en in zijn val een Schotse politieman verwondde. Die scène wilde ik hoe dan ook in mijn roman verwerken. Maar ik moest er nog wel een heel verhaal om heen verzinnen. Het is me uiteindelijk gelukt: de scène beslaat maar een halve pagina, maar het was heerlijk om hem te schrijven.'

Rankin heeft nog geprobeerd in contact te komen met de gewonde politieman. 'Maar zijn identiteit werd niet vrijgegeven. Jammer, want hij is de enige die weet wat er precies gebeurde tijdens het incident met Bush.'

Woede

Rankin is een van de meest gelauwerde misdaadauteurs van het Verenigd Koninkrijk. Zo ontving hij vorig jaar de Cartier Diamond Dagger. 'Tja', zegt Rankin, 'ik was er natuurlijk heel blij mee. Maar om op je vijfenveertigste een oeuvreprijs te krijgen, daar werd ik ook licht depressief van.'

Een literaire onderscheiding is hem nog nooit ten deel gevallen. 'Misdaadauteurs winnen nu eenmaal nooit een Booker Prize of de Pulitzer', stelt Rankin vast. 'Toen ik nog jong was en net mijn literatuurstudie achter de rug had, wilde ik door de literaire elite als schrijver geaccepteerd worden. Maar dat gebeurde niet, omdat ik thrillers schreef. Maar er is een verandering gaande. Thrillers worden bestudeerd op de middelbare school en er is een hoogleraar die een boek heeft geschreven over mijn boeken. En het literaire tijdschrift Granta publiceerde drie jaar geleden een lijst met de beste schrijvers jonger dan veertig jaar en daar stond warempel een thrillerschrijver op: David Peace. En Peace won vorig jaar zelfs de James Tate Black Memorial Prize, een literaire onderscheiding van de universiteit van Edinburgh. Misschien wordt over een generatie misdaadliteratuur wel geaccepteerd door het culturele establishment.'

Ian Rankin is getrouwd en heeft twee zonen. De oudste, Jack, speelt piano en luistert liever naar Bach dan naar de collectie popalbums die zijn vader bij de fiscus als aftrekpost opgeeft omdat hij in zijn boeken zoveel over popmuziek schrijft. 'Da's enigszins frustrerend', geeft Rankin lachend toe. 'Hij komt vaak naar me toe met het verzoek of ik Led Zeppelin zachter wil zetten, want hij kan anders Bach niet verstaan.'

Maar een grotere zorg vormt Kit, Rankins jongste zoon. Bij hem is jaren geleden het Angelmansyndroom vastgesteld, een aangeboren stoornis in het centrale zenuwstelsel. 'Hij is ernstig gehandicapt. Kit is bijna twaalf, zal nooit kunnen praten en lopen, draagt nog steeds luiers en heeft ernstige oogproblemen. Hij kruipt en speelt met kleuterspeelgoed, hij is een grote baby die je moet voeden, wassen en aankleden. In de periode dat artsen onderzochten wat er met hem aan de hand was, werkte ik aan de thriller Black and Blue. Al mijn frustraties over de gezondheid van mijn zoon en de woede over het feit dat het ons moest overkomen, balden samen in het boek. Het boek was vol met woede en geweld, maar verkocht goed.'

De woede is weggeëbd, zegt Rankin. Mede dankzij Black and Blue en de daaropvolgende successen kan Rankin de beste zorg voor Kit betalen. 'We wonen in een groot huis, waar Kit een eigen verdieping voor zichzelf heeft. Er is speciale apparatuur voor hem aangeschaft. Hij woont in een veilige omgeving. Kit krijgt een kindertijd, die op zijn minst zeventig jaar zal duren.' De schrijver vindt het geen probleem als Kit ter sprake komt. 'Ik kan het er niet genoeg over hebben. De mensen die gehandicapten zorgen, zijn helden. Elke dag weer. En daar praten we nooit over.'

De schrijver is twaalf jaar jonger dan zijn alter ego, heeft hij uitgerekend. Nog twee jaar en dan gaat Rebus met pensioen, belooft Rankin. Na zijn G8-thriller komt er nog een laatste Rebus-avontuur. 'Ik heb al een titel, maar nog geen flauw benul van een plot.' En dan is het definitief over en sluiten met de knorrige rechercheur? 'Ja, zeker weten', zegt Rankin met een blik alsof hij het zelf nauwelijks kan geloven.

De boeken van Ian Rankin verschijnen bij uitgeverij Luitingh-Sijthoff.

Geen opmerkingen: