23 april 2007

Peter Straub (interview, 2001)


'Als ik angst beschrijf, voel ik het niet'




Een kleine twintig jaar geleden schreven Stephen King en Peter Straub samen de fantasy-thriller De Talisman. Nu hebben de twee hun coöperatie voortgezet in het even spannende Zwart Huis. Peter Straub over zijn samenwerking met King, zijn angsten en waarom er geen boek valt te schrijven over 9/11. 'Ik wil mijn fantasie daar nog niet op loslaten.'

(Door Peter Kuijt)

AMSTERDAM _ French Landing in Wisconsin is de hel op aarde. Een op het oog slaperig aandoend stadje in 'the Mid-West', waar slechts commotie lijkt te ontstaan als in juli het aardbeienfeest weer op komst is. Maar schijn bedriegt. In de nabije omgeving waart namelijk een kindermoordenaar rond met kannibalistische trekken, een pedofiele Hannibal Lecter, wiens wanstaltige daden gelijkenissen vertonen met het werk van de legendarische Albert Fish, de Visserman, die tientallen jaren eerder actief was. Het is aan Jack Sawyer, die juist zijn baan bij de afdeling moordzaken van de Los Angeles Police Department had opgezegd om het wat rustiger aan te doen, om de moordenaar op te sporen.

Ziedaar in een notendop het thema van de forse thriller Zwart Huis van Stephen King en Peter Straub. Na De Talisman de tweede coproductie van de bestsellerauteur uit Maine en zijn minder bekende kompaan uit Manhattan. Een kleine twintig jaar gingen voorbij voordat de twee zich opnieuw op een project stortten. En dat heeft Peter Straub hogelijk verbaasd; hij had gedacht dat hun coöperatie eenmalig zou zijn. 'De Talisman verscheen in 1984, twee jaar eerder begonnen we eraan te schrijven', herinnert Peter Straub zich. 'Ik ging ervan uit dat er geen vervolg op zou komen. Het was een moeilijk boek om te schrijven en we deden er lang over. En we wilden allebei terug naar onze eigen bezigheden. Ik was ook uitgeput na De Talisman. Daarvoor had ik namelijk al drie dikke boeken geschreven, zonder er even tussenuit te kunnen knijpen. Vijf, zes jaar werken aan boeken, met bijna geen weekend vrij.'

Maar het kwam er toch van. 'Stephen herinnerde iets dat ik een lange tijd geleden heb gezegd: over hoe kwaadaardig een huis kan worden. Hij dacht dat dat wel een interessant gegeven was om een boek aan op te hangen. Hij belde me twee jaar geleden op en vroeg of ik mee wilde doen. Daar hoefde ik niet over na te denken. Ik ben erg op Stephen gesteld, de beste en wat mij betreft ook de enige persoon om mee samen te werken. Hij gaat maar door, hij is zo sterk als een Clydesdale-paard.'

Straub moet het op zijn promotiebezoek aan Europa stellen zonder zijn makker. King wil alleen maar schrijven en houdt niet van het circus dat rond zijn boeken wordt opgetrokken, stelt Straub. 'Hij zit liever thuis in Maine, bij vrouw en kinderen. Hij is net een filmster, hij kan niet meer gewoon over straat wandelen. Overal waar hij gaat, stoten mensen elkaar aan. Dat maakt hem kwaad.' Afgunstig is Straub niet om Kings roem. Hij lacht: 'Ik zou wel zijn bankrekening willen hebben. Vorig jaar verkocht-ie voor 200 miljoen gulden aan boeken. En dat was nog wel een gemiddeld seizoen.'

Straub (58), een kaalhoofdige boom van een kerel, ontvangt in het kantoor van zijn Nederlandse uitgever. Hoornen bril in camouflagekleur. Als hij zijn woorden kracht wil bijzetten, strijkt hij over zijn lila stropdas of trekt hij aan zijn bretels. Hij rookt sigaretten van het merk American Spirit. 'Niet uit vaderlandsliefde, hoor', haast hij zich te zeggen. 'Er zitten geen additieven in, geen ammoniak. Ze zijn dus het minst schadelijk.' Hij wijst op het logo: een rokende indiaan. 'Zie je wel, deze leeft ook nog.'

Geen obstakels

In tegenstelling tot De Talisman ging het bouwen aan Zwart Huis van een leien dakje, vertelt Straub. 'Het boek schreef zich als het ware vanzelf. Het ging in sneltreinvaart: we deden er maar een jaar over. We waren het over alles eens. De eerste keer waren er ook geen meningsverschillen, althans niet uitgesproken. Maar er waren delen in De Talisman waar ieder van ons toch minder gelukkig mee was. Met dit boek zijn we allebei enorm ingenomen.'

'Een uitgeschreven verhaallijn was de bijbel voor ons bij het werken aan Zwart Huis. Een half jaar daarvoor hadden we elkaar suggesties en ideeën gemaild. Toen we zoveel ideeën hadden dat we bijna niet meer wisten wat er mee aan moesten, hebben we elkaar ontmoet in Florida, waar Stephen toen verbleef. Achter zijn computer schreven we de synopsis voor het boek. Zonder een plot, want we wilden onszelf verrassen, het zou de pret maar bederven. Daarna ging ik terug naar New York, waar ik me aan het schrijven zette. Als ik vijftig pagina's klaar had, mailde ik ze naar Stephen. Meestal kreeg ik nog geen twee minuten later vijftig pagina's van hem. Het ging constant heen en weer.'

Lezers zullen tevergeefs zoeken naar het King-geluid of de experimentele Straub-stijl in Zwart Huis, voorspelt de auteur. 'De stukjes vielen geluidloos in de puzzel. We sloten met onze hoofdstukken naadloos op elkaar aan. Niemand zal kunnen zeggen waar mijn deel eindigt en dat van Stephen begint. We hebben dan wel niet dezelfde stijl, maar we hebben toch één stem gevonden om het verhaal te vertellen.' Om de lezer om de tuin te leiden hebben de auteurs onderwerpen waarover de ander meer weet van elkaar geconfisqueerd, verklapt de schrijver. Zo weidt co-auteur King uit over jazz, een passie van Straub. En beschrijft Straub griezelig gedetailleerd hoe een lijk erbij ligt, toch meer Kings cup of tea.

De vuistdikte van Zwart Huis is nooit de bedoeling geweest van zowel King als Straub. 'We gingen uit van 600 getypte vellen tekst. Het werden er bijna 900. Het ging niet anders. Elke scène lokte weer andere scènes uit. Gaandeweg viel er veel meer te beschrijven en kwamen er ook steeds meer dialogen bij. Het spijt ons dat het zo dik is uitgevallen, maar we konden er niets aan doen. Ook onze redacteur bij de uitgeverij, de sublieme Lee Boudreaux, heeft er weinig meer uitgehaald, zo'n dertig tot veertig pagina's.'

Angsten

Straub werd geboren in Milwaukee, Wisconsin, een oord dat meer bekend staat om zijn fabrieken voor auto-onderdelen en bier dan om het voortbrengen van schrijvers. Zijn vader, een vertegenwoordiger, zag Peter graag een atleet worden, terwijl zijn moeder, een verpleegster, meer een dokter of een dominee voor ogen had. Hij lacht: 'Ze wilde dat ik niet in de problemen kwam.' Toen hij zeven was, werd hij aangereden door een auto en raakte zwaar gewond. Deze bijna-doodervaring had tot gevolg dat hij veel operaties moest ondergaan, langdurig tot een rolstoel was veroordeeld en tot in zijn twintiger jaren flink bleef stotteren. Omdat hij op jonge leeftijd al had geleerd dat de wereld onveilig is, was hij jarenlang onrustig en voelde hij zich psychisch oncomfortabel, totdat hij zo'n drie decennia later de angsten met horrorverhalen van zich af begon te schrijven.

Straub reist rond in het schemergebied tussen horror, fantasy en thrillers. Hij brak in 1974 door met Duivelsbloed, dat werd bestempeld als pure horror. Later schreef hij thrillers als De Hellfire Club en schaafde hij negen jaar lang aan een trilogie over de Vietnamoorlog (Koko, Komplot en Kelen) en de gevolgen daarvan voor de Amerikaanse psyche. Wat hem betreft schrijft hij in het Peter Straub-genre, zegt de auteur. 'Horror is niet een specifieke term. Ik heb een aantal boeken geschreven, die je het best ongewone misdaadromans kunt noemen. Het ging er niet zo precies om wie het had gedaan, maar meer om wat er was gebeurd. Ik wilde de nawerking van een verschrikkelijk misdrijf benadrukken. Dat vond ik veel interessanter. Dat is wat horror voor mij betekent. Zoals ook emotionele extremiteiten, die bijvoorbeeld Vietnamveteranen hebben ondergaan. Horror is niet bovennatuurlijk, staat niet gelijk aan de terugkeer van de doden of een vloek over iemand uitspreken.'

'De ervaringen die ik met het ongeluk op mijn zevende had, hebben me de mogelijkheid gegeven me te kunnen verplaatsen in wat soldaten hebben moeten meemaken. Ik heb veel brieven gekregen van oud-militairen die schreven dat ik hun angsten goed heb kunnen verwoorden. Het schrijven over extremiteiten heeft mij leren omgaan met mijn angstgevoelens. Als ik angst kon beschrijven, als ik ermee kon spelen, als ik het onder controle kon brengen, hoefde ik het niet te voelen. De pen was mijn therapeut.'

'Sommige mensen zeggen dat het nutteloos is om over 'horror' te schrijven. Ik ben het daar niet mee eens. Het is psychologisch zeer interessant. Als je de geestesgesteldheid van mensen die met geweld in aanraking zijn gekomen, kunt begrijpen en beschrijven, dan kom jij er zelf sterker uit.'

Straub betwijfelt of er een boek valt te schrijven over de grootste horrorgebeurtenis van dit jaar: de aanslagen van 11 september. 'Ik zou zeker niet nu een boek willen schrijven over iets dat met 'the attacks' te maken heeft. Het zou er te dik bovenop liggen. Later, en meer van afstand, dat zou wel kunnen. Ik wil mijn fantasie nog niet op dat onderwerp loslaten. Ik moet nog steeds achter zien te komen, hoe ik er precies over denk.'

'11 September heeft me niets geleerd wat ik nog niet wist. Veel andere mensen zijn nu ook tot de ontdekking gekomen dat hun wereld niet veilig is, dat Fort Amerika niet bestaat. Natuurlijk was ik ook geschokt door de aanslag. Ik woon in Manhattan, zo'n vijf kilometer van de plek waar de Twin Towers stonden! Een ramp van enorme omvang, en een grote, niet alleen letterlijke verandering in het landschap. Het was nooit in me opgekomen dat zoiets zou kunnen gebeuren.'

'Net na de aanslagen was iedere Newyorker nog vol angst. Maar men was ook veel aardiger voor elkaar. Iedereen maakte ook fouten, omdat men zich niet kon concentreren. Ik had er ook moeite mee. Het was ontzettend moeilijk om de eenvoudigste zinnen te schrijven. Maar het gaat nu wel beter.'

We blijven nog even in de actualiteit. Zwart Huis maakt op een gegeven moment een verwijzing naar de avonturen van Harry Potter, de tovenaarsleerling die nu zoveel furore maakt. 'Een 'charming' boek', zegt Straub. 'We hebben het allebei gelezen. Ik ben blij dat het bestaat, het heeft zoveel kinderen aan het lezen gekregen. De hype eromheen is ziekmakend, maar het is kennelijk onvermijdelijk. Maar er zijn betere boeken dan Harry Potter. Ik heb de boeken gelezen van de schrijver Philip Pullman. Hij schreef een trilogie getiteld, His dark materials. Fantasy voor adolescenten. Veel opwindender dan de hele Potter-reeks bij elkaar. Warm aanbevolen!'

Straub wijst tot slot nog even op de Nederlandse vertaling van Black House. Een zwarte omslag met hun namen groot in wit. King staat bovenaan. 'Niet omdat hij zo beroemd is, we hebben gewoon het alfabet aangehouden', zegt Straub. De namen zijn wel even groot afgedrukt. Straub steekt opnieuw de loftrompet over zijn schrijfbroeder. 'Stephen zou het geweigerd hebben als mijn naam ook maar een millimeter kleiner was. Zo fair is hij wel.'

Stephen King en Peter Straub - Zwart Huis, uitgeverij Luitingh-Sijthoff, 636 pag.

Geen opmerkingen: