24 april 2007

Julie Parsons (interview, 1999)



Altijd dat gevoel van onzekerheid




Een voor de radio geschreven opstel betekende de start van de schrijverscarrière van Julie Parsons. Haar indringende debuutroman Het laatste vonnis leverde de Ierse niet alleen een lucratief contract op maar, belangrijker nog, gaf haar een instrument in handen om de vroegtijdige dood van haar vader te verwerken. Parsons heeft naar eigen zeggen geen jeugdtrauma's meer over om in boekvorm mee af te rekenen. Desalniettemin werkt de voormalig tv-producente al met volle overgave aan haar derde thriller. 'Het onverwachte is het meest fascinerende van schrijven.'

(Door Peter Kuijt)

AMSTERDAM _ Het was voor een man die leed aan gangreen dat dokter Parsons in 1956 met een schip koers zette naar het eiland Tokelau in de Grote Oceaan. De arts, die voor de Nieuw-Zeelandse overheid werkte in een ziekenhuis op Samoa, kwam echter nooit op de plaats van bestemming aan. Zijn boot, de Joyita, dobberde zes weken op de golven, voordat het werd gevonden. Er was niemand aan boord. Na zeven jaar werd dokter Parsons officieel doodverklaard door de Nieuw-Zeelandse autoriteiten.

Julie Parsons was vijf jaar oud toen haar vader voor zijn laatste reis op de Joyita inscheepte. Het heeft vier decennia geduurd voordat ze zijn vroegtijdige dood kon verwerken. Ze deed dat met de veelgeprezen psychologische thriller Het laatste vonnis, waarin psychiater Margaret Mitchell op geraffineerde wijze korte metten maakt met de moordenaar van haar dochter Mary. Tegelijkertijd rekent de heldin af met de spoken uit haar verleden: de voortijdige dood van haar vader en haar ongelukkige jeugd, met een moeder die bij leven en welzijn een terroriserende heks was.

Het was niet de bedoeling om in Het laatste vonnis over haarzelf dan wel haar familie te schrijven, benadrukt Julie Parsons. 'Pas toen ik het manuscript had voltooid en het overlas, drong het tot mij door dat er heel veel van mijn verleden inzat. Het verhaal wordt in veel opzichten gedomineerd door de afwezigheid van de vader. Mijn familieleden die het boek lazen, herkenden dat meteen.'

'Met de publicatie van het boek heb ik dát boek uit mijn jeugd gesloten, denk ik. Het heeft zaken voor mij helderder gemaakt. Een naaste die op een dag weggaat en niet meer terugkomt, van wie het lichaam niet meer wordt gevonden, die je niet hebt kunnen begraven, van wie je dus geen afscheid hebt kunnen nemen, dat blíjft maar doorgaan in je leven.'

'Een lange tijd heb ik niet aan mijn vaders dood gedacht, het was een gebeurtenis uit het verre verleden. Ik kon me ook niet voorstellen hoe het was om twee ouders te hebben. Als ik met anderen sprak over ouders, dan bleef het beperkt tot een soort formele conversatie: 'Wat doet je vader?' 'Die is dood.' 'Wat is er gebeurd?' 'Hij is op zee gebleven.' Pas toen ik volwassen was, kreeg ik door wat het voor effect had op mij en mijn familie. Er was altijd dat gevoel van onzekerheid dat je had over je leven. Je nam geen dingen als vanzelfsprekend aan. Voor mij was de fundering van de wereld niet zo stevig als voor andere mensen. Dat kwam naar de oppervlakte toen ik het boek schreef.'

Overtocht

Twaalf ambachten, met overigens maar weinig ongelukken, had Julie Parsons voordat ze zich fulltime aan de tekstverwerker zette. Ze behaalde een graad in sociale wetenschappen, ze werkte als onderzoekster bij de faculteit sociologie van het Trinity College in Dublin, sleet werkdagen bij een kliniek voor gezinsplanning. Ook verdiende ze haar geld als freelance journaliste, model voor beeldend kunstenaars en letterzetter bij een tijdschrift. Op haar 34ste begon ze bij de RTE, de Ierse publieke radio, als producente van talkshows, om vervolgens bij de televisie te eindigen als maker van onder andere jongerenprogramma's, de Ierse pendant van Vinger aan de pols en documentaires. 'Ik heb nogal een onconventioneel carrièrepad bewandeld', erkent ze.

Haar contacten bij de Ierse radio zetten dat Parsons er indirect toe aan om te gaan schrijven. Dat was toen ze in 1993 met een verhaal wilde 'herdenken' dat ze dertig jaar in Ierland woonde. De ouders van Julie Parsons waren na de strenge winter van 1947 naar Nieuw-Zeeland geëmigreerd. Zestien jaar later, nadat haar vader eindelijk officieel dood was verklaard, keerde Julie met haar moeder, twee broers en een zus naar Dublin terug. 'Een vriendin van me maakte het radioprogramma Sunday Miscellany, waarin mensen een stukje dat ze zelf hadden geschreven, konden voorlezen. Ik maakte een verhaaltje over de overtocht naar Ierland en las het voor. Er kwamen zoveel positieve reacties op, dat ik dacht: misschien kan ik het wel. Ik werd lid van een schrijfgroep.'

'Het idee voor Het laatste vonnis, over de moeder die de dood van haar dochter wreekt, kreeg ik terwijl ik al dagdromend op weg naar mijn werk was. Ik maakte een synopsis, schreef drie hoofdstukken, stuurde het naar een Ierse uitgever en kreeg meteen een telefoontje met de vraag of ik meer wilde sturen. Dat gebeurde en vervolgens kreeg ik een contract. Zo gemakkelijk ging het. Ik heb niet zoals de meeste schrijvers stapels met afwijzingen, waarmee ik de kamer zou kunnen behangen.'

Vuile ruit

Julie Parsons houdt van het beschrijven van het landschap. Dialogen vallen haar zwaar, zegt ze. 'Dialogen moeten fris en origineel klinken. Er moet een bepaald gevoel vanaf stralen, dat is tamelijk moeilijk. Wat ik van de televisie heb geleerd, is 'editing'. Snel veranderen van de ene scène naar de andere, weten wanneer je met een bepaalde scène moet stoppen, hoe lang je moet wachten en hoe je verder moet gaan.'

Verhaallijnen die ze van tevoren heeft bedacht, veranderen altijd naarmate haar karakters meer uit de verf komen, is de ervaring van Parsons. 'Als je begint met schrijven, kijk je naar de personages als door een vuile ruit. Je ziet ze erg vaag. Maar hoe langer je er aan werkt, des te schoner het raam wordt, des te beter je de karakters kunt onderscheiden. Dan zie je ook meer mogelijkheden voor hen, er gebeuren onverwacht dingen. In mijn tweede thriller, De minnegift, wordt de vrouw van een politieman verkracht. Iemand verweet me dat te hebben opgeschreven. Maar het overkwam me gewoon! De Britse schrijver John Mortimer zei dat plots worden aangetrokken door het gekras van de pen op het papier of het tikken van de toetsen van je typemachine. Plots verschijnen terwijl je er aan werkt.'

Parsons zegt gefascineerd te zijn door het proces waarmee de fantasie een geheel eigen wereld creëert. 'Hoe meer je ontdekt, des te meer je je realiseert hoeveel er is te ontdekken', zegt ze raadselachtig. 'Ik vind schrijven nog steeds een buitengewoon proces. Je zit 's morgens na te lezen wat je de dag ervoor hebt geschreven. Je zet de computer aan en krijgt plots de rillingen: kan ik het nog wel? Er is ook nu nog dat gevoel van onzekerheid: misschien lukt het vandaag niet. Ik moet van mezelf altijd zo'n duizend woorden per dag tikken. Als ik niet eens zevenhonderd haal, ben ik de volgende dag nog nerveuzer.'

De schrijfster zegt haar werk bij de televisie geen moment te missen. 'Produceren heeft meer met management dan met creativiteit te maken. Er is veel geld mee gemoeid, dus je moet veel vergaderen. Jouw baas spreekt jou tegen, hij wordt weer gecorrigeerd door zijn baas, die op zijn beurt op zijn vestje wordt gespuugd door zijn chef. Nu ben ik mijn eigen baas. Ik heb geen cameraman meer nodig. Ik hoef geen decorontwerper te hebben om iets tot leven te brengen.'

'Ik ben net 48 geworden en heb het geluk dat ik een nieuwe carrière heb. Veel mensen van mijn leeftijd doen het werk dat ze al jaren doen. Ik heb een risico genomen, maar het pakte goed uit. Als ik niet meer mijn geld met schrijven kan verdienen, ga ik weer iets anders doen. Dan open ik een pension of ga in een pub werken.'

Julie Parsons - Het laatste vonnis. Uitgeverij Het Spectrum, 320 pag.

Geen opmerkingen: