'Elk mens heeft goed en kwaad in zich'
(Door Maarten Moll)
Hij stond oog in oog met een moordenaar. Een man die op gruwelijke wijze zijn vrouw had vermoord. En toen gaf die man hem een jong katje. Jussi Adler-Olsen moet lachen. ,,Ik was een jaar of zes, en die man, dat was Mørck. Een labiele man die op een dag doordraaide. Hij zat in een psychiatrische instelling waar mijn vader als arts werkte. Door de juiste medicatie was hij een heel aardige man. Hij was mijn vriend.''
In die instellingen leerde Adler-Olsen (1950, Kopenhagen) de verschillende kanten van de mens te zien. ,,Het was echt als in die film, 'One flew over the cuckoo's nest'. Echt. Totally insane. Schreeuwende mensen die vastgebonden zaten, patiënten in kooien. Shocktherapie niet te vergeten. Ik kon alles zien. Daar is mijn liefde voor vreemde karakters geboren. Ik zag het kwaad, maar ook het goede in de mens. En dat dat dus ook verenigbaar was in één mens. Sterker, dat elk mens die twee elementen, goed en kwaad, in zich heeft.''
En later noemde hij de heerlijk tegendraadse, vaak onverschillige, botte, en rokende hoofdpersoon in zijn Serie Q-thrillers, over de afdeling Q van de Kopenhaagse politie die oude zaken onderzoekt, dan ook Mørck. Carl Mørck. ,,Carl, dat ben ik, de aardige kant, zeg maar. Ik ben de gewone versie, de schaduwkant is Mørck. Ken je die cartoon van Sergio Aragones in Mad Magazine? Je ziet mensen vriendelijk met elkaar praten, maar de schaduwen van die mensen op de muur vertellen een heel ander verhaal.''
'Dossier 64', het nieuwste, vierde deel uit de heel goede Serie Q kwam onlangs uit. Waarin een kwalijk, oud overheidsproject - gedwongen sterilisatie bij 'lichtzinnige' vrouwen - wordt gekoppeld aan de opkomst van een nieuwe, zeer conservatieve politieke partij.
Vijf sterren in de vermaarde Vrij Nederland Detective & Thrillergids. Jussi Adler-Olsen verovert langzaamaan Nederland. Eerder, begin deze eeuw, verschenen er bij Van Holkema & Warendorf, een imprint van Unieboek, al twee boeken van hem, 'Het alfabethuis' en 'De bedrijfsterrorist'. Thrillers die hem vooral buiten Nederland enig succes brachten, en die nu door uitgeverij Prometheus zijn gebundeld.
,,Trouwens, ik heb in Nederland mijn eerste boek geschreven. Ik woonde een half jaar in Schiedam, had... Of ik jenever heb leren drinken? Ik woonde tegenover de Bols fabriek, wat denk je? Ik schreef een nogal heftig boek over Cambodja. Het is nooit uitgegeven, maar ik wist wel dat ik wilde gaan schrijven.''
En dat deed hij uiteindelijk ook, na een succesvolle carrière op tal van andere gebieden. Hij componeerde filmmuziek, was uitgever, journalist, redacteur, vertaler, voorzitter van de vredesbeweging, manager en eigenaar van een stripuitgeverij. (Zie ook zijn website www.jussiadlerolsen.com) Als zijn zoon hem op een gegeven moment vraagt hoe het komt dat hij hem niet zo vaak ziet, gooit hij het roer om en maakt hij werk van het schrijven. Grappig is dat hij nog steeds gebruikt maakt van het tekstverwerkingsprogramma Word Perfect. Versie 5.1. ,,Op de computer heeft men al snel het idee dat het heel goed is wat men schrijft. Dat is niet zo. Het is heel hard werken. En dat blauwe scherm met die witte letters, daar kun je echt uren achter zitten zonder dat je moe wordt. En ik kan er ook uren achter zitten, want mijn vader gaf me twee adviezen met betrekking tot schrijven. 1: Alles moet van tafel. 2: Ga eerst plassen. Gouden regels.''
In 1996 verschijnt 'Het alfabethuis'. ,,Als dat boek niet in het Nederlands zou zijn vertaald, was ik gestopt met schrijven. Ik ben een man die aan succes gewend is, en die vertaling was heel belangrijk voor mij.'' Die thrillers (hij schreef een derde, 'Washington dekretet', die niet is vertaald) brachten hem in Denemarken en daarbuiten enig succes.
Maar Adler-Olsen wilde meer. ,,Op feestjes moest ik steeds uitleggen wie ik was en wat ik deed. Dat was ik op een gegeven moment zat. Ik voelde me op een eiland zitten. Die thrillers verkochten niet slecht, zo'n twintigduizend exemplaren per boek. En van alle drie heb ik de filmrechten verkocht. Maar ik was dus niet bekend in Denemarken, en ik was al helemaal niet world famous. Ik begreep ook wat ik moest doen. Ik moest een stap naar de Deense lezer maken. Schrijven over Deense personages. In Denemarken. En maatschappelijke problemen uit de Deense maatschappij aanroeren. Van de internationale thriller naar de lokale thriller. Heel simpel, eigenlijk. En nu verkoop ik van mijn Carl Mørck-boeken 250.000 exemplaren. Per deel. En dat op een bevolking van vijfenhalf miljoen mensen.''
Voor Adler-Olsen was die stap niet heel groot, maar hij wil geen misdaadschrijver worden genoemd, zoals ze dat in andere landen doen. Hij is en blijft een thrillerschrijver. ,,Kijk, bij een crime story gaat het om een moord en wie die moord heeft gepleegd. In een thriller gaat het om de misdaad die nog staat te gebeuren, en, heel belangrijk, om het voorkomen van die misdaad. Zo stuw je de lezer vooruit.''
,,Maar ik wilde wel helemaal vrij zijn in hoe ik schreef, en daarom moest ik me ook van een aantal dogma's ontdoen. Ik moest iets scheppen wat niet heel erg aan regels was gebonden. Dat je, als een misdadiger vlucht naar een andere stad, je de zaak moet overlaten aan de politie daar. Dus verzon ik een team dat oude zaken onderzoekt en daardoor aan die regels kan ontsnappen. Met aan het hoofd een uitgerangeerde brigadier die voorheen alle regels aan zijn laars lapte. En dat blijft doen, haha.''
,,Het mooie van de solist Carl Mørck is dus dat hij het goede en het slechte in zich heeft, en dat het ook zomaar de verkeerde kant op kan gaan. Ik vind dat een personage in een serie dat nodig heeft. Dat onvoorspelbare.''
Mooi aan de serie is dat er, rond de zaken waaraan wordt gewerkt, een aantal andere rode draden door de boeken loopt. Zoals de schietpartij waarbij Mørck en twee bevriende politieagenten verzeild raakten, en waarbij de een werd gedood, en de ander zwaar verlamd raakte. Per boek wordt er iets van wat er precies is gebeurd, opgehelderd. En dan is er nog zijn mysterieuze assistent van Mørck. Assad. Een man uit Syrië met een verleden waar hij niets over wil vertellen, maar die wel verduiveld slim is (Adler-Olsen: ,,Eigenlijk is Assad Sherlock Holmes, en Mørck Watson.''). En we blijven op de hoogte van M¿rcks strijd met zijn vrouw, van wie hij gescheiden leeft, en de verovering van zijn nieuwe liefde, de psychologe Mona Ibsen.
,,De lezer moet iets hebben om naar uit te kijken'', zegt Adler-Olsen. ,,Ik moet mijn lezers een jaar of tien vasthouden. Omdat ik denk dat Serie Q uit een deel of tien zal beslaan, zo'n 4500 bladzijden, heb ik die doorlopende verhaallijnen nodig. Het is ook een beetje de lezer teasen. Ik denk dat die continuïteit de kracht is van de serie, en ik denk ook niet dat dit door iemand anders wordt gedaan.''
Jussi Adler Olsen - Dossier 64. Vertaling: Kor de Vries. Uitgeverij Prometheus
Jussi Adler Olsen: Het alfabethuis en De bedrijfsterrorist. Omnibus. Vertaling: Eric Weeda. Uitgeverij Prometheus
(Bron: Het Parool)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten