23 juni 2011

Jan Costin Wagner - Het laatste zwijgen (2011)

Weer een fiets, weer bloed


(Door Maarten Moll)

Kimmo Joentta is nog steeds de dood van zijn vrouw aan het verwerken. Het is een vast gegeven in de boeken over de wat flegmatieke, dromerige inspecteur van politie in de Finse stad Turku.

In Het laatste zwijgen, de derde politieroman rond Joentta, van de Duitse schrijver Jan Costin Wagner, draait het om de verdwijning van een meisje. Op de plaats delict vindt de politie de fiets en bloedsporen van het meisje. De zaak roept herinneringen op aan de moord en misbruik van een meisje 33 jaar eerder. Op precies dezelfde plek. Met fiets en bloed. Die zaak werd onderzocht door Ketola, de latere baas van Kimmo Joentta.

Aan het begin van Het laatste zwijgen gaat Ketola met pensioen. Maar hij kan de zaak van 33 jaar geleden niet loslaten, zeker niet als hij denkt dat de verdwijning met die oude zaak te maken heeft. Hij gaat zich ermee bemoeien.

Wagner wisselt vaak van perspectief. Zo lezen we over Joentta die maar steeds aan zijn vrouw moet denken, dan zijn we bij Ketola, de ouders van het verdwenen meisje, de moeder van het vermoorde meisje, en de man die meer weet van de moord, ruim dertig jaar geleden.

Goed in de romans van Wagner is de wat verstilde manier van vertellen. De lezer wordt niet vermoeid met ellenlang overleg van het politieteam, of technische uiteenzettingen. Het zijn rustige boeken, wat niet wil zeggen dat er niets gebeurt. Maar Wagner houdt er nu eenmaal van de beweegredenen en de psychologie van daders, slachtoffers en politiemensen te laten zien. En dat doet hij dan weer in een rustige, soms poëtische stijl. Veel ruis van de buitenwereld filtert hij weg, waardoor de personages in een soort cocon met elkaar worden verweven. Wat weer voor een beklemmende sfeer zorgt.

Het laatste zwijgen is én spannend én erg mooi geschreven. Met een, in meerdere opzichten, fraaie ontknoping.

Graag nog meer Kimmo Joentta.

Jan Costin Wagner - Het laatste zwijgen. Vertaling: Gerda Meijerink. Uitgeverij Cossee, 304 pag.

(Bron: Het Parool, zie ook recensie van Guido Huisintveld)

Geen opmerkingen: