ONDERNEMER IN NACHTMERRIES
(Door Peter Kuijt)
Af en toe duiken er van die berichtjes op, waarin kond wordt gedaan van weer een door James Patterson gevestigd record: hij is jaren achtereen de best betaalde auteur ter wereld (dit jaar ging de eer overigens naar 'Vijftig Tinten'-auteur E.L. James), zijn boeken worden het meest uitgeleend, van elke vier verkochte hardcover thrillers in de VS is er een door hem geschreven, elke minuut van de dag worden er meer dan tweeduizend pagina's van een Patterson-boek omgeslagen, hij was de eerste schrijver die tien miljoen e-books verkocht en hij heeft grootste aantal boeken in de New York Times-bestsellerlijst op zijn naam staan.
En dan te bedenken dat hij – net als zoals vele andere collega-ploeteraars - bij aanvang van zijn schrijverscarrière de grootste moeite had om zijn eerste boek bij een uitgever onder te brengen. Hij kreeg 26 afwijzingsbrieven voordat zijn debuut 'The Thomas Berryman Murder' in 1976 werd gepubliceerd. De thriller werd een jaar later wel bekroond met de Edgar Award for Best First Mystery Novel. Patterson was toen net dertig jaar oud.
James Brendan Patterson werd op 22 maart 1947 geboren en groeide op Newburgh in de staat New York. Hij was de zoon van een vader die een moeilijke jeugd had overwonnen. Opgevoed door zijn alleenstaande moeder wist Pattersons vader een beurs te verkrijgen voor Hamilton College. Vader droomde van een carrière als schrijver of diplomaat, maar werd een verzekeringsagent. ,,Hij had geen vader en ik denk dat hij niet wist hoe hij het een en ander moest bewerkstelligen'', aldus Patterson in een interview met de New York Times. Toen zijn vader met pensioen ging, schreef hij een boek en liet het lezen aan zijn zoon, toen een gevestigd auteur. Patterson gaf hem hetzelfde advies als aan andere debutanten: schrijf een ander boek.
Zelf ontdekte James pas op 'late' leeftijd hoe plezierig lezen kan zijn. Na zijn middelbare school verhuisde het gezin naar een buitenwijk van Boston en James kreeg een bijbaantje als assistent in een ziekenhuis in Belmont. Als hij 's avonds en in de weekeinden niets te doen had, dronk hij liters koffie en las. Voornamelijk literatuur. ,,Ik was toen nogal een snob.'' Hij kwam toen tot de conclusie dat hij twee dingen het leukst vond: lezen en schrijven.
Niet veel later trok Patterson naar New York waar hij een baan kreeg als copywriter bij het reclamebedrijf J. Walter Thompson. Toen kreeg hij ook oog voor bestsellers uit die tijd als 'The Exorcist' en 'The Day of the Jackal'. ,,Ik heb altijd gedacht dat ik een literaire roman van redelijk niveau kon schrijven. Maar nooit een belangrijk literair werk. Maar een boek als 'The Exorcist' zou ik wel kunnen bedenken. Ik begrijp het en ik vind het leuk.'' Patterson zette een typemachine op de keukentafel van zijn bescheiden appartement aan 100th Street en schreef elke avond na het werk en in het weekend. Het resultaat was 'The Thomas Berryman Murder'.
En dan te bedenken dat hij – net als zoals vele andere collega-ploeteraars - bij aanvang van zijn schrijverscarrière de grootste moeite had om zijn eerste boek bij een uitgever onder te brengen. Hij kreeg 26 afwijzingsbrieven voordat zijn debuut 'The Thomas Berryman Murder' in 1976 werd gepubliceerd. De thriller werd een jaar later wel bekroond met de Edgar Award for Best First Mystery Novel. Patterson was toen net dertig jaar oud.
James Brendan Patterson werd op 22 maart 1947 geboren en groeide op Newburgh in de staat New York. Hij was de zoon van een vader die een moeilijke jeugd had overwonnen. Opgevoed door zijn alleenstaande moeder wist Pattersons vader een beurs te verkrijgen voor Hamilton College. Vader droomde van een carrière als schrijver of diplomaat, maar werd een verzekeringsagent. ,,Hij had geen vader en ik denk dat hij niet wist hoe hij het een en ander moest bewerkstelligen'', aldus Patterson in een interview met de New York Times. Toen zijn vader met pensioen ging, schreef hij een boek en liet het lezen aan zijn zoon, toen een gevestigd auteur. Patterson gaf hem hetzelfde advies als aan andere debutanten: schrijf een ander boek.
Zelf ontdekte James pas op 'late' leeftijd hoe plezierig lezen kan zijn. Na zijn middelbare school verhuisde het gezin naar een buitenwijk van Boston en James kreeg een bijbaantje als assistent in een ziekenhuis in Belmont. Als hij 's avonds en in de weekeinden niets te doen had, dronk hij liters koffie en las. Voornamelijk literatuur. ,,Ik was toen nogal een snob.'' Hij kwam toen tot de conclusie dat hij twee dingen het leukst vond: lezen en schrijven.
Niet veel later trok Patterson naar New York waar hij een baan kreeg als copywriter bij het reclamebedrijf J. Walter Thompson. Toen kreeg hij ook oog voor bestsellers uit die tijd als 'The Exorcist' en 'The Day of the Jackal'. ,,Ik heb altijd gedacht dat ik een literaire roman van redelijk niveau kon schrijven. Maar nooit een belangrijk literair werk. Maar een boek als 'The Exorcist' zou ik wel kunnen bedenken. Ik begrijp het en ik vind het leuk.'' Patterson zette een typemachine op de keukentafel van zijn bescheiden appartement aan 100th Street en schreef elke avond na het werk en in het weekend. Het resultaat was 'The Thomas Berryman Murder'.
Tot aan het begin van de jaren negentig beschouwde Patterson het schrijven als een leuke hobby. Hij had immers een drukke baan: hij was opgeklommen tot Creative Director bij J. Walter Thompson. Zijn eerste zes boeken – stuk voor stuk thrillers – kregen bijval, maar ook niet meer dan dat.
Patterson besloot de zaken serieuzer aan te pakken. Elke dag stond hij om half zes op en zette zich aan het schrijven. In een interview legde hij uit wat hij daarbij anders deed dan tevoren: ,,Ik ben gestopt met het schrijven van dingen die toch niemand wilde lezen.''
Hij zegt in zijn boeken in te spelen op de fascinatie die vrijwel iedereen heeft voor de duistere kant van het leven, vooral wanneer het om weerzinwekkende misdaden gaat. Onmisbaar element is de spanning: Patterson wil dat de lezer net zo benieuwd blijft naar wat er komen gaat als een tv-kijker die zich bij een spannende film de tijd niet gunt om even naar het toilet te gaan.
Critici vinden Pattersons boeken soms niet realistisch genoeg. ,,Dat is hetzelfde als iemand die kijkt naar een schilderij van Picasso of Chagall en zegt 'dat is niet erg realistisch''', reageerde Patterson in een interview met Time Warner. ,,Volgens mij was realisme ook niet het doel van deze schilders. De boeken die ik schrijf gaan ook niet over de realiteit. Zij gaan over nachtmerries. Niet de letterlijke, maar de nachtmerries die ik heb over dezer wereld. Al mijn boeken komen voort uit nachtmerries, angstgevoelens. Stel, je woont in New York. Dan kan het al beangstigend zijn om een wandeling te maken. Alles dat mij ook maar een beetje angst aanjaagt kan een boek worden.''
ENTERTAINMENTBUSINESS
Wie een blik werpt op de 'books'-sectie van Pattersons website, raakt ontegenzeglijk onder de indruk van 's mans productie. Hij heeft inmiddels acht series op zijn naam staan, waaronder 'Alex Cross', 'Women's Murder Club', 'Michael Bennett', 'Maximum Ride' en 'Private', waarin in totaal een kleine zeventig boeken zijn verschenen. En dan zijn er ook nog de standalones: de thrillers (30 boeken) , romans (vijf) kinderboeken en Young Adult-romans. Ook publiceerde Patterson twee non-fictieboeken: in 2008 kwam 'Against Medical Advice' uit, een boek geschreven vanuit het perspectief van de zoon van Pattersons vriend, die aan het Gilles de la Tourette-syndroom lijdt. In 2009 bracht hij een boek uit over de vermeende moord op de jonge farao Toetanchamon.
Het is geen geheim dat Patterson die boeken niet alleen schrijft in zijn werkkamer in zijn huis in Florida, waar een foto hangt van toenmalig president Bill Clinton die ten tijde van de Monica Lewinsky-affaire zijn helikopter verlaat met Pattersons 'When the wind blows' in zijn hand. Nee, Patterson is de alles in de gaten houdende directeur van een schrijffabriek. Een peloton meeschrijvers volgt de lijnen die de baas uitzet.
Maxine Paetro, is een van Pattersons co-auteurs. In een interview met The Times vertelt zij hoe er gewerkt wordt. ,,James komt met een idee voor een verhaallijn. Het stramien is zo'n dertig pagina's lang. Hij stuurt het naar me toe en ik mag er zo'n twee maanden aan werken. Ik voeg er mijn ideeën aan toe en retourneer het manuscript. Soms zegt hij: 'Maxine, dit is fantastisch.' Soms ook reageert hij in de trant van 'Zo vertel ik geen verhalen'.''
Patterson is befaamd vanwege zijn feilloze instinct voor wat wel aanslaat en wat niet. Wanneer Paetro de uiteindelijke verhaallijn ontvangt, werkt ze dat uit in een manuscript van zo'n 400 pagina's. Dat komt dan weer in Pattersons handen. ,,En het is zíjn boek'', zegt Paetro. ,,Hij gaat er weer mee verder, hoewel hij meestal weinig veranderingen aanbrengt.''
Paetro beleeft plezier aan het samen schrijven. ,,Het is minder eenzaam dan maandenlang schrijven met slechts de kat als gezelschap. Het is ook stimulerend om reacties te krijgen van een meesterverhalenverteller.''
Co-auteur Mark Sullivan noemt Patterson een meester van de commerciële fictie. Patterson hield zijn collega voor dat ze in de entertainmentbusiness zitten. ,,We zijn niet stichtelijk of verlichtend bezig.'' Karakters, zowel de helden als de schurken, moeten bovenal menselijk zijn. En de auteurs moeten schrijven in de taal die de mensen spreken. ,,Je kunt niet verwachten dat de lezer bij je blijft tot het eind als jouw stijl stijf en strak is.'' Humor houdt de vaart erin, evenals 'een afgeknepen stijl'. Sullivan: ,,Patterson wordt vaak bekritiseerd vanwege zijn korte hoofdstukken en zijn schrale proza, maar deze middelen heiligen allemaal één doel: een snel boek voor de gehaaste lezer.''
Een andere co-auteur, Peter de Jonge, hield gemengde gevoelens aan de samenwerking met Patterson over. ,,Het was geen samenwerking'', vertelde hij in NRC Handelsblad. ,,Ik werkte gewoon voor hem.'' Genereus was Patterson overigens wel. De Jonge: ,,Hij betaalde goed. Daardoor kon ik mijn eigen thriller 'Shadows still remain' schrijven.''
In 2010 zocht Patterson de samenwerking met een bekende naam: de Zweedse bestsellerauteur Liza Marklund. Hun schrijfsessies resulteerden in de thriller 'Partnerruil'. ,,Er zijn altijd dingen die je nog wilt doen, zoals het winnen van de Nobelprijs'', aldus Patterson in een interview. ,,Een andere wens was samen met een andere bestsellerauteur een boek te schrijven. Ik vroeg me af of en hoe dat zou werken. Ook het idee van een coproductie met een Europese auteur trok me aan. Mijn agent suggereerde vervolgens Liza.'' De inspanningen van de twee leidden volgens Patterson tot een thriller met enige Amerikaanse lichtheid en een mate 'van Europese gevoeligheid'. 'Partnerruil' werd in ieder geval in de VS een succes: binnen een maand na publicatie stond het nummer 1 op de bestsellerlijst van de New York Times.
Patterson schrijft zo'n 365 dagen per jaar. ,,Iemand zei dat je je gelukkig mag prijzen als je iets leuk vindt om te doen. En het is een wonder als iemand je er ook nog voor wil betalen. Ik houd enorm van verhalen vertellen.''
In de New York Times kwam hij drie jaar geleden terug op de kritiek die hij krijgt. ,,Er zijn duizenden mensen die het niet leuk vinden wat ik doe. Gelukkig zijn er miljoenen die dat wel vinden.'' De schrijver beschouwt zichzelf puur als een entertainer, niet een man van het woord. Wat hij doet verschilt niet zo veel als wat andere populaire auteurs als Grisham en King doen. ,,Ik zeg altijd: schrijf je voor jezelf, maak dan een dagboek. Als je voor wat vrienden wilt schrijven, zet dan een blog op. Maar als je voor veel meer mensen wilt schrijven, denk dan een beetje aan hen. Waar houden zij van? Wat zijn hun behoeften? Veel mensen brengen in een soort verdoving hun dagen door. Zij moeten worden vermaakt. Ze moeten iets voelen.''
ALEX CROSS
Alex Cross is een van de meest populaire thrillerpersonages. De Afro-Amerikaanse rechercheur en forensisch psycholoog maakte voor het eerst zijn opwachting in 'Along Came a Spider' (1993). Sindsdien verschenen bijna twintig thrillers met Cross in de hoofdrol.
Patterson besloot Cross in het leven te roepen omdat hij zich ergert hoe in Hollywood zwarten worden geportretteerd. ,,Het waren altijd van die gasten met gettoblasters op hun schouders. Ik vond dat dat beeld niet representatief was voor de meeste Afro-Amerikanen. Daarom verzon ik een karakter dat het tegenovergestelde was van al die stereotypen. Dus goed opgevoed, die geeft om zijn familie, een goede vader, consciëntieus. Iemand die goed is met zijn vuisten, maar tevens een goede denker is.''
Cross, aanvankelijk werkzaam voor de politie in Washington D.C., maar later in dienst van de FBI, is dus uit het goede hout gesneden. Hoewel hij een behoorlijk inkomen heeft, kiest hij ervoor om met zijn familie (oma en zijn drie kinderen) in het zuidoosten van Washington te blijven wonen, een armoedige buurt met veel criminaliteit. Hij is betrokken bij de buurt en doet vrijwilligerswerk voor de kerk. Zijn vrouw Maria, een maatschappelijk werkster, wordt doodgeschoten vanuit een passerende auto. De moord wordt nooit opgelost.
Overigens was Cross aanvankelijk een vrouw. ,,De eerste zestig, zeventig pagina's in mijn eerste Cross-thriller heette ze Alexis en Cross was niet haar achternaam. Maar er was iets wat me ontmoedigde om een zwarte, vrouwelijk personage te creëren'', aldus Patterson. ,,Daarom veranderde ik haar naam in Alex. En de rest is geschiedenis.''
ENTERTAINMENTBUSINESS
Wie een blik werpt op de 'books'-sectie van Pattersons website, raakt ontegenzeglijk onder de indruk van 's mans productie. Hij heeft inmiddels acht series op zijn naam staan, waaronder 'Alex Cross', 'Women's Murder Club', 'Michael Bennett', 'Maximum Ride' en 'Private', waarin in totaal een kleine zeventig boeken zijn verschenen. En dan zijn er ook nog de standalones: de thrillers (30 boeken) , romans (vijf) kinderboeken en Young Adult-romans. Ook publiceerde Patterson twee non-fictieboeken: in 2008 kwam 'Against Medical Advice' uit, een boek geschreven vanuit het perspectief van de zoon van Pattersons vriend, die aan het Gilles de la Tourette-syndroom lijdt. In 2009 bracht hij een boek uit over de vermeende moord op de jonge farao Toetanchamon.
Het is geen geheim dat Patterson die boeken niet alleen schrijft in zijn werkkamer in zijn huis in Florida, waar een foto hangt van toenmalig president Bill Clinton die ten tijde van de Monica Lewinsky-affaire zijn helikopter verlaat met Pattersons 'When the wind blows' in zijn hand. Nee, Patterson is de alles in de gaten houdende directeur van een schrijffabriek. Een peloton meeschrijvers volgt de lijnen die de baas uitzet.
Maxine Paetro, is een van Pattersons co-auteurs. In een interview met The Times vertelt zij hoe er gewerkt wordt. ,,James komt met een idee voor een verhaallijn. Het stramien is zo'n dertig pagina's lang. Hij stuurt het naar me toe en ik mag er zo'n twee maanden aan werken. Ik voeg er mijn ideeën aan toe en retourneer het manuscript. Soms zegt hij: 'Maxine, dit is fantastisch.' Soms ook reageert hij in de trant van 'Zo vertel ik geen verhalen'.''
Patterson is befaamd vanwege zijn feilloze instinct voor wat wel aanslaat en wat niet. Wanneer Paetro de uiteindelijke verhaallijn ontvangt, werkt ze dat uit in een manuscript van zo'n 400 pagina's. Dat komt dan weer in Pattersons handen. ,,En het is zíjn boek'', zegt Paetro. ,,Hij gaat er weer mee verder, hoewel hij meestal weinig veranderingen aanbrengt.''
Paetro beleeft plezier aan het samen schrijven. ,,Het is minder eenzaam dan maandenlang schrijven met slechts de kat als gezelschap. Het is ook stimulerend om reacties te krijgen van een meesterverhalenverteller.''
Co-auteur Mark Sullivan noemt Patterson een meester van de commerciële fictie. Patterson hield zijn collega voor dat ze in de entertainmentbusiness zitten. ,,We zijn niet stichtelijk of verlichtend bezig.'' Karakters, zowel de helden als de schurken, moeten bovenal menselijk zijn. En de auteurs moeten schrijven in de taal die de mensen spreken. ,,Je kunt niet verwachten dat de lezer bij je blijft tot het eind als jouw stijl stijf en strak is.'' Humor houdt de vaart erin, evenals 'een afgeknepen stijl'. Sullivan: ,,Patterson wordt vaak bekritiseerd vanwege zijn korte hoofdstukken en zijn schrale proza, maar deze middelen heiligen allemaal één doel: een snel boek voor de gehaaste lezer.''
Een andere co-auteur, Peter de Jonge, hield gemengde gevoelens aan de samenwerking met Patterson over. ,,Het was geen samenwerking'', vertelde hij in NRC Handelsblad. ,,Ik werkte gewoon voor hem.'' Genereus was Patterson overigens wel. De Jonge: ,,Hij betaalde goed. Daardoor kon ik mijn eigen thriller 'Shadows still remain' schrijven.''
In 2010 zocht Patterson de samenwerking met een bekende naam: de Zweedse bestsellerauteur Liza Marklund. Hun schrijfsessies resulteerden in de thriller 'Partnerruil'. ,,Er zijn altijd dingen die je nog wilt doen, zoals het winnen van de Nobelprijs'', aldus Patterson in een interview. ,,Een andere wens was samen met een andere bestsellerauteur een boek te schrijven. Ik vroeg me af of en hoe dat zou werken. Ook het idee van een coproductie met een Europese auteur trok me aan. Mijn agent suggereerde vervolgens Liza.'' De inspanningen van de twee leidden volgens Patterson tot een thriller met enige Amerikaanse lichtheid en een mate 'van Europese gevoeligheid'. 'Partnerruil' werd in ieder geval in de VS een succes: binnen een maand na publicatie stond het nummer 1 op de bestsellerlijst van de New York Times.
Patterson schrijft zo'n 365 dagen per jaar. ,,Iemand zei dat je je gelukkig mag prijzen als je iets leuk vindt om te doen. En het is een wonder als iemand je er ook nog voor wil betalen. Ik houd enorm van verhalen vertellen.''
In de New York Times kwam hij drie jaar geleden terug op de kritiek die hij krijgt. ,,Er zijn duizenden mensen die het niet leuk vinden wat ik doe. Gelukkig zijn er miljoenen die dat wel vinden.'' De schrijver beschouwt zichzelf puur als een entertainer, niet een man van het woord. Wat hij doet verschilt niet zo veel als wat andere populaire auteurs als Grisham en King doen. ,,Ik zeg altijd: schrijf je voor jezelf, maak dan een dagboek. Als je voor wat vrienden wilt schrijven, zet dan een blog op. Maar als je voor veel meer mensen wilt schrijven, denk dan een beetje aan hen. Waar houden zij van? Wat zijn hun behoeften? Veel mensen brengen in een soort verdoving hun dagen door. Zij moeten worden vermaakt. Ze moeten iets voelen.''
ALEX CROSS
Alex Cross is een van de meest populaire thrillerpersonages. De Afro-Amerikaanse rechercheur en forensisch psycholoog maakte voor het eerst zijn opwachting in 'Along Came a Spider' (1993). Sindsdien verschenen bijna twintig thrillers met Cross in de hoofdrol.
Patterson besloot Cross in het leven te roepen omdat hij zich ergert hoe in Hollywood zwarten worden geportretteerd. ,,Het waren altijd van die gasten met gettoblasters op hun schouders. Ik vond dat dat beeld niet representatief was voor de meeste Afro-Amerikanen. Daarom verzon ik een karakter dat het tegenovergestelde was van al die stereotypen. Dus goed opgevoed, die geeft om zijn familie, een goede vader, consciëntieus. Iemand die goed is met zijn vuisten, maar tevens een goede denker is.''
Cross, aanvankelijk werkzaam voor de politie in Washington D.C., maar later in dienst van de FBI, is dus uit het goede hout gesneden. Hoewel hij een behoorlijk inkomen heeft, kiest hij ervoor om met zijn familie (oma en zijn drie kinderen) in het zuidoosten van Washington te blijven wonen, een armoedige buurt met veel criminaliteit. Hij is betrokken bij de buurt en doet vrijwilligerswerk voor de kerk. Zijn vrouw Maria, een maatschappelijk werkster, wordt doodgeschoten vanuit een passerende auto. De moord wordt nooit opgelost.
Overigens was Cross aanvankelijk een vrouw. ,,De eerste zestig, zeventig pagina's in mijn eerste Cross-thriller heette ze Alexis en Cross was niet haar achternaam. Maar er was iets wat me ontmoedigde om een zwarte, vrouwelijk personage te creëren'', aldus Patterson. ,,Daarom veranderde ik haar naam in Alex. En de rest is geschiedenis.''
Geen opmerkingen:
Een reactie posten