(Door Arno Ruitenbeek)
Vincent Madigan is een corrupte rechercheur die net zoveel uppers en downers neemt als Elvis in zijn slechtste periode. Een halfslachtige poging beter mens te worden, moet wel mislukken. Oftewel: R.J. Ellory op zijn best.
De wereld van deze Britse thrillerauteur kent alle tinten zwart en slechts af en toe een randje grijs. ‘Een inktzwart hart’ wijkt alleen door zijn veelzeggend sombere titel af van zijn schitterende voorgangers als ‘De helden van New York’ en ‘Een stil geloof in engelen’. Ellory geeft telkens weer invulling aan mijn overtuiging dat de mens slecht is en geneigd tot het slechte.
Madigans pillen- en drankverslavingen zijn maar een futiel deel van zijn dagelijkse problemen, die zich het beste laten verklaren door zijn schimmige relatie met de sadistische drugsbaron Sandia. Om zijn torenhoge schuld aan de aartsslechterik af te lossen, overvalt de speurder met drie huurlingen een groepje Sandia-vazallen van wie Madigan weet dat ze een hoop geld binnenbrengen.
Het wordt een bloedbad en brengt hem nog veel verder in moeilijkheden dan in zijn ergste nachtmerrie. Om het vege lijf, maar in elk geval zijn baan te redden, zet hij een ingenieuze val op voor een collega, zijn baas en z’n informant.
De lezer wordt via de talrijke monologues interieurs voortdurend op de hoogte gehouden van de kronkels in het meestal benevelde brein van de antiheld. Het is niet gemakkelijk om voor of tegen hem te zijn, om hen de hemel of de hel te wensen. Want net als je denkt dat Madigan toch niet zo verrot is als hij zich voordoet, flikt hij weer een smerig geintje.
R.J. Ellory - Een inktzwart hart. Vertaling: Kris Eikelenboom. Uitgeverij De Fontein, 383 pag.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten