(Door Peter Kuijt)
Elf weken lang staat Dan Brown nu met zijn jongste thriller 'Inferno' vastgenageld op de eerste plaats van de Bestseller 60. Voorwaar een prestatie waarvoor je je chapeau mag afnemen.
Het is de vraag op wiens conto deze prestatie kan worden geschreven. De neiging overheerst om alle lof toe te zwaaien aan de uitgeverij zelf, die met geraffineerde en ludieke pr erin geslaagd is om 'Inferno' te laten bombarderen tot 'dé thriller van deze zomer'. De zomer van 2013 doet dezer dagen trouwens ook meer dan verhitte pogingen om voortaan als 'Inferno' door het leven te gaan, maar dit geheel terzijde...
Was de publicatie van 'Inferno' gepaard gegaan zonder de slimme marketing, dan had je je kunnen afvragen of de Amerikaanse auteur het wel zo ver had geschopt. Want 'Inferno' steekt nauwelijks boven de middelmatigheid uit.
Van Browns laatste boek wordt een film gemaakt, die in december 2015 in première moet gaan. En het lijdt geen twijfel dat 'Inferno' een kaskraker zal worden, dankzij de drie wonderschone hoofdrolspelers: Florence, Venetië en Istanboel, toeristische hotspots van heb ik jou daar. Want in deze kleurrijke steden speelt het verhaal zich grotendeels af. En hopelijk is acteur Tom Hanks in staat om de rol van symbolenkenner Robert Langdon enigszins een positieve draai te geven. Want in het boek gedraagt de hoogleraar zich voortdurend als een arrogante betweter.
Het verhaal begint als Langdon bij kennis komt in een Florentijns ziekenhuis. Hij heeft geen flauw benul van hoe hij daar terecht is gekomen. Tijd om daar lang over na te denken heeft hij niet, want hij krijgt in de gaten dat er gespuis achter hem aan zit en hij moet het hospitaal op een holletje verlaten. Hulp hierbij krijgt hij van de niet onaantrekkelijke dokter Sienna Brooks, gezegend met 'een wippende paardenstaart'. Dan vindt hij in de zak van zijn colbertje een verzegelde cilinder met het symbool van biologisch gevaar en is het avontuur daar. Langdon ontdekt gaandeweg dat hij te doen heeft met een geniale wetenschapper, geobsedeerd door Dantes meesterwerk 'Inferno', die op een nogal onstuimige manier de overbevolking een halt wil toeroepen. En zoals altijd in Browns thrillers wordt het een race tegen de klok.
Een tocht langs alle toeristische trekpleisters van Florence volgt, met Langdon als een jachtige gids die zijn gevolg maant vooral zijn in de lucht gestoken paraplu in de gaten te houden. Vervolgens wordt Venetië aangedaan om uiteindelijk met een weinig verrassende climax te eindigen in Istanboel. De professor profileert zich ondertussen als iemand die de wijsheid in pacht heeft en dat wil weten ook. Bevinden hij en zijn gevolg zich in een doodlopend steegje en lijkt alle hoop verloren, weet Langdon met een grijnsje altijd een vluchtroute te vinden. Uitermate irritant.
Van Brown is bekend dat hij geen buitengewoon begaafde stilist is. En in 'Inferno' bevestigt hij dat beeld nog eens. Clichés te over, zoals 'Even voelde Langdon zijn hart zwaar bonzen' en 'Haar woorden troffen hem als een mokerslag'. Te pas en te onpas strooit de symbolenkenner met toeristische informatie die er eigenlijk niet toe doet. Zit je net lekker even in een achtervolging op de kruidenbazaar in Istanboel, moet Brown zo nodig melden dat het complex, gebouwd in een L-vorm, over 88 overwelfde ruimten beschikt, waarin 'de plaatselijke kooplieden ijverig een ongelooflijk assortiment uit de hele wereld aanbieden: specerijen, vruchten, kruiden en Turks fruit, de zoete brokjes die je overal in Istanboel kunt krijgen'. En bedankt, Brown, zie nou de vaart er maar weer eens in te krijgen.
Dan Brown - Inferno. Vertaling: Mario Drolsbach, Erica Feberwee, Yolande Ligterink. Uitgeverij Luitingh-Sijthoff, 469 pag.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten