Voor de Amerikaanse schrijver en advocaat Leslie Klinger is het helder: de personages Sherlock Holmes en John H. Watson zijn verankerd in het publieke domein en derhalve vrij voor andere creatieve geesten om in nieuwe kunstuitingen te gebruiken. Maar na recente pogingen van de Arthur Conan Doyle Estate, die de nalatenschap van de geestelijk vader van Sherlock Holmes beheert, om nog steeds rechten op zijn creaties te verzilveren, is voor Klinger de maat vol. Hij heeft de rechter gevraagd om te bepalen dat de speurders Holmes en Watson niet langer beschermd worden door de wet op de auteursrechten.
In een verklaring liet Klinger weten dat hij tot deze stap gedwongen werd nadat de Doyle-nazaten hadden geprobeerd om de rechten te doen gelden op een boek waar hij aan meewerkte. Het gaat om het boek 'In the Company of Sherlock Holmes', dat hij met detectiveschrijfster Laurie King samenstelt. ,,De Conan Doyle Estate liet onze uitgever weten dat als er niet betaald zou worden, zij de handel zou overtuigen het boek niet in te slaan. Onze uitgever maakte zich vanzelfsprekend hierover zorgen en stelde dat het boek niet zou worden uitgebracht, als deze kwestie niet zou worden opgelost.''
Klinger streeft ernaar om een eind te maken aan het soort dreigementen dat de estate maakt, voor zowel zijn eigen werk als dat van anderen. ,,In de praktijk zie je dat grote partijen zoals Warner Bros. en CBS het makkelijker vinden om een vergoeding voor eventuele rechten te betalen, dan om de confrontatie met de Doyle Estate aan te gaan'', aldus Klinger in het vakblad Publishers Weekly. ,,Ook onze vorige uitgever, Random House, vond het goedkoper om te betalen dan te vechten. Het gevecht aangaan betekent veelal juridische kosten en kosten door vertraging, en dat is allesbehalve big business. Maar ik vind dat iemand maar eens deze kwestie voor de rechter moet brengen.''
(Bron: Publishers Weekly)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten