05 november 2009

Aifric Campbell - De logica van het moorden (2009)


Genadeloos in grootse stijl



(Door Theo Hakkert)

Wetenschappers in de literatuur. Werden we eerder dit jaar al verrast door een biografische roman van David Leavitt over de briljante wiskundige Ramanujan, nu ligt er zowaar een nog betere voor over een briljante taalfilosoof. De Ierse schrijfster Aifric Campbell debuteert met een wel haast perfecte roman die is gebaseerd op leven en dood van Richard Montague (1930-1971).

Deze Amerikaan heeft vanuit Californië veel invloed gehad op de semantiek met zijn stelling dat wiskundige methoden zich bij uitstek lenen voor de bestudering van natuurlijke talen. Montague werd in 1971 in zijn huis vermoord. Aan deze twee gegevens heeft Campbell de titel van haar roman ontleend: The semantics of murder. Vertaald als De logica van het moorden.

Nu maar hopen dat de droge, zakelijke en misleidende titels een succes van het boek niet in de weg zitten. Het is in de eerste plaats een psychologisch drama met hier en daar wat thrillerelementen.

Het levensverhaal van Montague staat op de achtergrond. Campbell heeft de figuur Robert Hamilton naar hem gemodelleerd. Centraal in het boek staat zijn fictieve broer Jay Hamilton, die een succesvol psychoanalyticus is geworden in Londen. Hij behandelt hopeloze gevallen. Wat weinigen weten is dat hij zijn cliënten gebruikt om romans over hen te schrijven, wat natuurlijk een grove schending is van zijn geheimhoudingsplicht en de privacy.

Hij is zo ongeveer aan het eind van zijn gesprekkencyclus met een vrouw genaamd Cora, die spijt heeft van een abortus en wanhopig op zoek is naar een kind, als hij wordt benaderd door een vrouw die een biografie over zijn vermoorde broer Robert wil schrijven. Deze Dana Flynn is in Jay geïnteresseerd omdat hij destijds zijn broer dood heeft aangetroffen, die waarschijnlijk is vermoord door schandknapen. Robert compenseerde zijn academische leven met ongeremde, anonieme seks met zwarte mannen.

De komst van Dana Flynn zet het geregelde leventje van Jay Hamilton op de kop. Hij denkt haar moeiteloos aan te kunnen en fantaseert over hoe hij haar zo het bed in kan kletsen. Maar dan blijkt dat Cora zojuist een kind heeft gekidnapt en zo stort Hamiltons fragiele bouwwerk van zelfbedrog in elkaar. Hij had de kidnap kunnen voorkomen, maar heeft er de voorkeur aan gegeven van Cora een roman te maken. Ook gaan de sluizen van zijn verleden open. Wat was nou werkelijk zijn rol bij de moord op zijn broer? Robert bleef, wat hij ook uithaalde, de favoriete zoon. Dat heeft Jay nooit kunnen verkroppen.

Aifric Campbell weet het voor elkaar weten te krijgen het verhaal van deze kille, innerlijk dichtgevroren man in warmbloedige stijl op te schrijven. Die stijl is het enige wat ze hem gunt. De liefdeloosheid waarmee Hamilton met zijn patiënten omgaat, vindt zijn pendant in de genadeloze stijl van Campbell, die de lezer direct bij de strot grijpt. Dertien jaar was Campbell investeringsbankier, daarvoor doceerde ze – in Zweden – semantiek. Later volgde ze een schrijfcursus aan de universiteit van East Anglia - wat erger klinkt dan het is, want W.G. Sebald heeft daar jarenlang gedoceerd. Maar toch: waar komt dit boek vandaan?

Dit debuut is ongekend zelfverzekerd. De geestelijke onttakeling van Jay Hamilton wordt prachtig geschetst. Wat vooral overtuigt is hoe Campbell in beide verhaallijnen van deze Kaïn en Abel-roman laat zien hoe ontoereikend taal is voor wezenlijk begrip van de wereld. Jay Hamilton strekt zijn handen uit naar dat begrip met behulp van psychoanalyse en romans, maar hij grijpt naar het niets.

Zijn broer wist dat. Daarom raadde hij aan wiskundige modellen te gebruiken bij de bestudering van taal.

Aifric Campbell - De logica van het moorden. Vertaling: Nan Lenders. Uitgeverij De Geus, 288 pag.

(Bron De Twentsche Courant Tubantia)

Geen opmerkingen: