06 juli 2011

Jussi Adler-Olsen - Het alfabethuis & De bedrijfsterrorist (2011)

Veelzijdig schrijverschap


(Door Sonja de Jong)

Voordat de Deen Jussi Adler-Olsen als thrillerschrijver beroemd werd met zijn Serie Q, schreef hij een aantal spannende romans die niet veel aandacht trokken. Nu zijn Q-boeken bijna niet aan te slepen zijn in de winkels, besloot zijn huidige Nederlandse uitgever twee van die oudere thrillers opnieuw uit te brengen, samen in één band.

Daar mogen Adler-Olsenfans blij mee zijn, want in Het alfabethuis uit 1995 en De bedrijfsterrorist uit 2002 toont de Deen heel andere kanten van zijn veelzijdig schrijverschap. Enig minpuntje is dat het boek door zijn omvang (976 pagina's) niet echt lekker vast te houden is. Maar dat vergeet je door de inhoud al gauw.

In Het alfabethuis staan twee Engelse vliegeniers centraal. Begin 1944 worden zij tijdens een verkenningsvlucht boven nazi-Duitsland neergehaald. Ze weten aan hun achtervolgers te ontsnappen door op een net passerende Duitse hospitaaltrein te springen en nemen de plaats in van een dode en een bijna-dode man door deze uit de trein te gooien. Eenmaal in het ziekenhuis ontdekken ze dat ze de identiteit van twee hoge nazi-officieren hebben aangenomen, die beiden verpleegd werden wegens aan het front opgedane krankzinnigheid. Zij blijken niet de enigen die niet zijn wie ze beweren en hun leven hangt constant aan een zijden draadje.

Na maanden weet een van de Engelsen te ontsnappen. Dertig jaar later besluit hij - door schuldgevoel verteerd omdat hij zijn vriend achtergelaten heeft - in Duitsland te gaan achterhalen wat er met de ander is gebeurd. Dan blijkt dat de monsters uit het verleden nog lang niet dood zijn.

Is Het alfabethuis nog vrij rechtlijnig qua vertelstructuur, in De bedrijfsterrorist gaat Adler-Olsen helemaal los en vertelt een ongelooflijk complex verhaal vol complottheorieën, waarin allerlei recente gebeurtenissen aan elkaar gekoppeld worden. De Bijlmerramp, de inval van de Irakezen in Koeweit in 1996, de nasleep van de politionele acties in Indonesië, bedrijfsspionage en -chantage, het zijn nog maar enkele draden in het ingewikkelde web van verhaallijnen dat hij voor de lezer spint.

Het verhaal speelt zich af in Nederland, waar Adler-Olsen in de jaren negentig een tijdje woonde. Hoofdpersoon is Peter de Boer, die in opdracht van bedrijven andere concurrerende ondernemers om zeep helpt, constant balancerend op het randje van de wet. Hij wordt benaderd door iemand die op zijn beurt weer in opdracht van de Irakese geheime dienst handelt en die hem door chantage dwingt een plan te ontwerpen om de olie-inkomsten van Koeweit te schaden.

Adler-Olsen schildert een ontluisterend portret van het politieke machtsspel dat over de hoofden van gewone burgers heen gespeeld wordt, niet alleen door schimmige oliestaten, maar evenzeer door Westerse landen, met de Amerikanen voorop. Eigenbelang is het enige dat de wereld draaiende houdt, is de boodschap en daar wordt moeiteloos al het andere aan opgeofferd. Moeiteloos weet Adler-Olsen meer dan vijfhonderd pagina's de spanning vast te houden. Hoe ingewikkeld en vergezocht zijn intrige ook is, de uitwerking ervan klopt tot in detail. Al zou het verhaal wel gewonnen hebben bij iets minder plotlijntjes en iets meer humor.

Jussi Adler-Olsen - Het alfabethuis & De Bedrijfsterrorist. Vertaling: Erica Weeda. Uitgeverij Prometheus, 976 pag.

(Bron: Noordhollands Dagblad)

Geen opmerkingen: