VERTALEN MET Z'N VIEREN
Veertien dagen, langer mochten de vertalers er niet over doen. Anders dreigde het gevaar dat te veel lezers de Engelse versie zouden kopen. Er zijn vier vertalers aan te pas gekomen om 'Het Verloren Symbool' van Dan Brown - de opvolger van 'De Da Vinci Code' - morgen in de winkel te krijgen. Met zoveel mensen aan hetzelfde boek werken eist intensief overleg en een goede regie.
(Door Sietse de Vries)
Vertaalster Erica Feberwee stond vorige week in Amsterdam in een boekwinkel naast een man die 'The Lost Symbol' doorbladerde. Ze dacht maar één ding: koop hem niet, de vertaling is klaar. Ze slaakte een zucht van verlichting toen de man het boek teruglegde.
Op 15 september - de dag dat de Engelse versie werd gelanceerd - kreeg Feberwee tegelijk met collega-vertalers Yolande Ligterink, Marion Drolsbach en Pieter Janssens het nieuwe boek van Dan Brown. Ze hadden tot 29 september de tijd. Op verzoek van eindredacteur Anne Löhnberg verdeelde uitgeverij Luitingh de vijfhonderd pagina's in acht delen, zodat zij - als de vertalers halverwege waren - al kon beginnen met het redigeren en het op elkaar afstemmen van de teksten.
Hoewel de vier meestal in hun eentje een boek vertalen, is het niet heel uitzonderlijk dat vier vertalers aan één boek werken. Uitgevers hebben wel vaker haastklussen. Een belangrijke taak is in zulke gevallen weggelegd voor de eindredacteur. Die moet erop toezien dat het boek qua stijl een eenheid wordt, dat ze bijvoorbeeld alle vier hetzelfde woord voor hetzelfde ding gebruiken. Als de een - zoals in 'Het Verloren Symbool' - 'sleutelkaart' schrijft, de ander 'magneetkaart' en de derde het woord 'pasje' gebruikt, dan moet zij de knoop doorhakken. 'Pasje' is het geworden. Lekker kort.
Meestal lieten de vertalers het niet op de beslissende stem van de eindredacteur aankomen. Ze hebben gedurende de twee vertaalweken 1087 mailtjes naar elkaar gestuurd. Soms werd halverwege het proces besloten om van woord te veranderen. 'The architect' hadden de vier in eerste instantie allemaal in 'de architect' vertaald, maar toen later duidelijk werd dat er een verband was met de vrijmetselarij, hebben ze daar 'de bouwmeester' van gemaakt.
Ook de eerste zin van het boek is in een later stadium gewijzigd. Aanvankelijk luidde de vertaling: 'Het geheim is hoe te sterven'. Een van de vertalers suggereerde daar 'Hoe te sterven, dat is het geheim' van te maken. Löhnberg: ,,Dat is veel sterker. Daarin ligt de nadruk veel meer op 'hoe'. Als je de zin voor het eerst leest weet je dat nog niet, maar later blijkt dat het daar vooral om gaat.'' Feberwee: ,,Een collega van ons noemt dat 'het betere mierenneuken'. Wij kunnen een hele poos praten over één woordje of over de plek van een komma, dat vinden wij erg leuk. Maar de gemiddelde lezer denkt: lekker belangrijk.''
Dan Brown schrijft razend spannende boeken, maar hij staat niet bekend als een groot stilist. Löhnberg: ,,Als hij schrijft dat iemand diepzwarte ogen heeft, dat schrijft hij vijf pagina's verder rustig opnieuw dat ze diepzwarte ogen heeft. Een literaire schrijver zou dan wat anders hebben gebruikt. Het komt ook voor dat hij vier zinnen achter elkaar met 'hij' begint. Dan neem ik wel eens de vrijheid om een zin anders te beginnen.''
Feberwee zegt goed te begrijpen waarom Dan Brown - ondanks zijn stilistische beperkingen - zo populair is. Zijn romans bestaan uit allemaal korte stukjes en zitten vol cliffhangers. Als je er eenmaal aan begint, wil je gewoon weten hoe het verder gaat; al moet je er tot diep in de nacht voor doorlezen.
''Het verloren symbool' van Dan Brown ligt vanaf 30 oktober in de winkel.
(Bron: Leeuwarder Courant)
2 opmerkingen:
Kijk, dit zijn nu die leuke, interessante berichten waarvoor ik dagelijks de spanningsblog bezoek.
Bovendien stemt het me gerust dat de vertaling van dit boek, ogenschijnlijk, niet afgeraffeld is vanwege de commercie.
Pasje: lekker kort, maar o zo typisch noordnederlands. In Vlaanderen wordt het amper of niet gebruikt.
Een reactie posten