Ingewikkelde cocktail van 'Bouta', BVD en CIA
(Door Peter Kuijt)
Thrillerauteur Tomas Ross mag zich in zijn boeken met overgave verdiepen in nog onverwerkte, traumatische (historische) gebeurtenissen. Zo beschreef de tweevoudig Gouden Strop-winnaar in zijn vorig jaar bekroonde Koerier voor Sarajevo over het Dutchbat-debacle waarom de beroemde filmrolletjes over de val van Srebrenica waren 'mislukt' en verklaarde hij in De Broederschap enkele merkwaardige gebeurtenissen die voorafgingen aan de pijnlijk verlopen verzelfstandiging van Nederlands-Indië. In zijn De vlucht van de 4de oktober probeert Ross zijn 'faction-techniek' - een combinatie van fictie en feiten - uit op de Bijlmerramp.
De ramp met de Boeing 747-200 van El Al, die zich op de eerste zondag in oktober 92 boorde in de flatgebouwen Groeneveen en Kruitberg in de Bijlmermeer en waarbij 43 doden vielen, leidt nog immer tot beroering. Zo hebben vijf jaar nadien meer dan honderd nabestaanden en hulpverleners last van psychische problemen, als gevolg van gebrekkige nazorg. Ook melden mensen nog steeds fysieke klachten, die te maken zouden hebben met blootstelling aan uranium. En dan doen natuurlijk nog de geruchten de ronde over de mysterieuze lading die het ramptoestel zou hebben vervoerd.
Vanzelfsprekend gaat Ross op zijn eigen wijze in op het geheimzinnige 'par avion'-vrachtje, maar niet voordat hij kenbaar heeft gemaakt dat de ramp een schakel is in een wereldwijde zaak met hoofdrollen voor de CIA, de BVD en Desi Bouterse, de kennelijk onschendbare Surinaamse Adviseur van Staat.
Net als in De Broederschap en Koerier voor Sarajevo weeft Ross in De vlucht van de 4de oktober een ingewikkeld patroon van verhaallijnen. De weduwe van de Amerikaanse diplomaat James Bradey ontvangt in oktober 97 een anonieme brief waarin wordt gemeld dat haar man op die rampzalige oktoberavond in 92 niet om het leven is gekomen bij een auto-ongeluk bij Wassenaar, zoals de officiële lezing wil. Tegelijkertijd constateert een Nederlandse arts in Paramaribo ontzet dat een jonge patiënt is overleden aan de gevolgen van radioactieve besmetting die hij vijf jaar eerder moet hebben opgelopen. De jongen was destijds ooggetuige van de dood van zijn familie in de flat Kruitberg. En een BVD-agent moet de kwalijke gevolgen van een bekentenis die een collega op zijn sterfbed heeft gedaan tot het minimum zien te beperken.
Het is Ross in deze thriller niet alleen te doen om de ware toedracht van de Bijlmerramp te onthullen. Meer nog wil hij de lezer overtuigen van zijn visie op de tweeslachtige houding van Nederland ten opzichte van 'Baas' Desi Bouterse. Dat 'De Bevel' afgelopen zomer frank en vooral vrij in Brazilië kon rondwandelen terwijl er tegen hem een internationaal arrestatiebevel was uitgevaardigd, is volgens de auteur terug te voeren op een gebeurtenis begin jaren 80 (nee, niet de Decembermoorden...). Op dit punt verkeert de lezer met meer dan gemiddelde kennis van en interesse in de Surinaamse politiek overigens in een bevoorrechte positie.
Vervolgens ontvouwt Ross wel meer, soms vergezochte (complot)theorieën. Zo zou volgens hem Clinton geen president zijn geworden, als bekend werd wat de lading van het El Al-toestel was. Het levert evenwel een intrigerend verhaal op, ook al vindt het zijn oorsprong in een verschrikkelijke gebeurtenis. De Bijlmerramp zelf beschrijft Ross op een indrukwekkende wijze en zowel de - uiteindelijk explosieve - sfeer in Den Haag-West als de Surinaamse jungle, zet hij fraai neer. Ross is weer in zijn element.
Tomas Ross - De vlucht van de 4de oktober, Uitgeverij De Fontein, 223 pag.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten