12 mei 2007

John Berendt - Middernacht in de tuin van goed en kwaad (1996)

Moord en martini's in broeierig Savannah




(Door Peter Kuijt)

Een kalfslapje op een bedje van verlept molsla. Daar heeft het boek Middernacht in de tuin van goed en kwaad van de Amerikaanse journalist John Berendt zo'n beetje z'n ontstaan aan te danken.

Het was begin jaren tachtig dat Berendt dit voorgerecht kreeg voorgeschoteld in een van de trendy restaurants van New York. Toen hij op de menukaart de prijs bekeek van dit liflafje, bedacht Berendt dat hij voor hetzelfde geld een vlucht kon nemen van New York naar pakweg elke stad in de Verenigde Staten. Niet lang daarna liet de columnist van het tijdschrift Esquire de Newyorkse kalflapjes voor wat ze waren.

Op een van zijn reizen kwam Berendt terecht in Savannah, een havenstad in Georgia, een van de zuidelijke staten. En de journalist bleef er terugkomen, getroffen als hij was door dat subtropisch terrarium met z'n oude herenhuizen, machtige magnolia's en prachtige pleinen waar de grandeur uit vroeger tijden slechts met moeite wil vervliegen. Bovenal was hij geraakt door de mensen die er woonden en die hij van lieverlee steeds beter leerde kennen: excentriekelingen in uiteenlopende gradaties.

In een spectaculaire parade trekken de meest bijzondere inwoners van de broeierige havenstad voorbij. Zo is daar Mary Harty die graag martini's drinkt op de Bonaventure-begraafplaats, de oude William Simon Glover die nog elke dag zijn onzichtbare hondje uitlaat, Joe Odom die beter piano en de plaatselijke gids speelt dan dat hij de advocatuur bedrijft, de grote, zwarte zangeres Emma Kelly, beter bekend als 'de dame van de zesduizend liedjes' en Luther Drigers, de uitvinder van de vlooienband, van wie iedereen vreest dat hij de drinkwatervoorziening vergiftigt, maar die in werkelijkheid zijn tijd vult met het hangen van lijmdraden aan vliegen. Het mooiste schepsel is Lady Chablis, een zwarte travestiet, die, wanneer de hormooninjecties haar/hem niet al te veel ongemak bezorgen, met verve een chique bal verstoort dan wel Berendt toont hoe zij/hij - voor een optreden in een van de vele nachtclubs - 'haar zaakje' verbergt.

Berendt verstaat de kunst de personages in mooie schetsen en puntige dialogen tot leven te brengen. Dat lukt hem ook uitstekend met Jim Williams, de figuur waar het eigenlijk in dit boek allemaal om draait. Williams is een nouveau riche antiekhandelaar met een passie voor jongens en nazi-attributen, zoals vaandels, dolken, sabels en de motorkapversiering van een stafauto uit het Derde Rijk. Williams bewoont het mooiste huis van Savannah en zijn 'party's' zijn hét evenement waar de plaatselijke jetset maanden naartoe leeft.

Op een kwade dag schiet Williams zijn aantrekkelijke, maar uiterst lastige hulp in de huishouding annex minnaar Danny Hansford dood. Uit zelfverdediging, beweert Williams, maar hij moet toch voor de rechter verschijnen. De antiekhandelaar wordt veroordeeld, maar komt weer vrij omdat de openbaar aanklager met bewijsmateriaal zou hebben gesjoemeld. Voordat hij voor de tweede keer moet voorkomen, schakelt Williams naast zijn advocaten ook de voodoo-priesteres Minerva in, die een banvloek dient uit te spreken over de openbaar aanklager. Minerva behaalt echter geen succes met het gestrooi van St. Janskruiden en aarde van het lokale kerkhof op de trappen van de rechtbank, want na zijn tweede proces, dat ook nietig wordt verklaard, moet Williams opnieuw voorkomen. Hij zal uiteindelijk vier maal voor het hekje verschijnen, voordat de zaak definitief wordt afgeblazen. Een goed halfjaar nadat Williams is vrijgekomen, sterft hij, nog net voordat hij de kat te eten kan geven...

Middernacht in de tuin van goed en kwaad is een alleszins lezenswaardige mix van de schijnbaar nauwelijks te combineren grootheden 'true crime' en het reisverhaal. Berendt geeft met zijn scherpe oog voor details de lezer het gevoel middenin deze dampende non-fictie thriller te vertoeven.

John Berendt - Middernacht in de tuin van goed en kwaad; De bekoring van Savannah, uitgeverij A.W. Bruna, 335 pag.

Deze recensie werd eerder gepubliceerd in 1996

Geen opmerkingen: