(Door Tomas Ross)
Deze week werd ik gebeld door de boekenreactie van Canvas TV en zat al rokend paraat om over mijn werk te praten toen de enige vraag bleek of ik zo goed wilde zijn mijn vriendin Maj Sjöwall te polsen voor een interview over de Scandinavische thriller. ’t Was weer eens symbolisch voor de Weg-Met-Ons-Cultuur in de Lage Landen. Of ziet iemand de Zweedse televisie al een boekenprogramma wijden aan de Nederlandstalige misdaadroman? Dan moeten ze daar toch aardig wat aquavit op hebben.
We doen 't zelf niet eens.
Deze week werd ik gebeld door de boekenreactie van Canvas TV en zat al rokend paraat om over mijn werk te praten toen de enige vraag bleek of ik zo goed wilde zijn mijn vriendin Maj Sjöwall te polsen voor een interview over de Scandinavische thriller. ’t Was weer eens symbolisch voor de Weg-Met-Ons-Cultuur in de Lage Landen. Of ziet iemand de Zweedse televisie al een boekenprogramma wijden aan de Nederlandstalige misdaadroman? Dan moeten ze daar toch aardig wat aquavit op hebben.
We doen 't zelf niet eens.
Over Weg gesproken. Ik ga niet in op reacties, de bedoeling is om ze op te wekken en je kunt wel aan de gang blijven terwijl je beter een boek kunt schrijven maar twee ervan, beide van Crimezone's Sander Verheijen, snijden hout.
De eerste betreft het Genootschap van Nederlandstalige Misdaadauteurs (GNM) waarvan hij zegt er voorstellen aan te hebben gedaan om vervolgens niet meer te horen. De tweede: ik zou de boeken van Appie Baantjer en van Saskia Noort 'wegwerpthrillers' hebben genoemd. Oei! Nu is Sanders generatie al snel gechoqueerd en mis ik Theo van Gogh nog dagelijks maar laat ik het toch even recht zetten. De term 'wegwerpthriller' is van wijlen Baantjer zelf, met wie ik graag samen lezingen hield en veel heb gelachen. Eigenlijk moet 't 'wegwerpboekie' (op z’n Amsterdams) zijn. Hij had het dan over zijn eigen werk en hij bedoelde dat hij 'entertainment' schreef. ,,Weet je, Thomas, als de zakenman op het CS mijn boekie koopt in plaats van de Elsevier, wat kan het dan schelen als-ie het in Venlo in de prullenbak gooit? Ik schrijf toch geen Shakespeare? Zál het een wegwerpboekie zijn. maar dan heeft die man er toch een leuke treinreis aan gehad?''
Zo is dat. Niets op tegen. Integendeel. Ik mag misschien nog even in herinnering roepen (sorry, Corine Hartman) dat ik degene was die als voorzitter van het GNM aandrong om Baantjer het geschenkboekje te laten schrijven,en later om hem de Meesterprijs toe te kennen. Logisch, Appie Baantjer heeft onnoemelijk veel betekend voor de Nederlandse misdaadroman. Een boegbeeld, net als Saskia Noort zonder wie het succes van de damesauteurs (ook van de heren die daar voor doorgaan) nooit zo groot zou zijn geweest. Knap entertainment, niets op tegen. Waren ze beiden maar lid van het GNM (geweest), want dat is wat die club onder meer ontbeert, boegbeelden die als ambassadeurs voor het genre kunnen fungeren. Ik slijm niet. Ik vermoed dat Saskia meer bij sponsors en het CPNB kan bereiken dan vele andere auteurs. Dat ik haar boeken na lezing weggeef en die van Philip Kerr in de kast zet om nog eens te lezen, heeft daar niets mee te maken. Ook niet met jaloezie of sneren. Het is een constatering, meer niet. Suzanne Vermeer is nu eenmaal ook populairder dan John le Carré en je zou als uitgever stapelgek zijn om haar (hem) niet uit te geven. Maar dat levert paradoxaal een bedreiging op voor de Nederlandstalige misdaadroman. Daarover later.
Eerst het GNM. Waar trouwens veel meer reacties over gaan.
'Anders aanpakken.'
De eerste betreft het Genootschap van Nederlandstalige Misdaadauteurs (GNM) waarvan hij zegt er voorstellen aan te hebben gedaan om vervolgens niet meer te horen. De tweede: ik zou de boeken van Appie Baantjer en van Saskia Noort 'wegwerpthrillers' hebben genoemd. Oei! Nu is Sanders generatie al snel gechoqueerd en mis ik Theo van Gogh nog dagelijks maar laat ik het toch even recht zetten. De term 'wegwerpthriller' is van wijlen Baantjer zelf, met wie ik graag samen lezingen hield en veel heb gelachen. Eigenlijk moet 't 'wegwerpboekie' (op z’n Amsterdams) zijn. Hij had het dan over zijn eigen werk en hij bedoelde dat hij 'entertainment' schreef. ,,Weet je, Thomas, als de zakenman op het CS mijn boekie koopt in plaats van de Elsevier, wat kan het dan schelen als-ie het in Venlo in de prullenbak gooit? Ik schrijf toch geen Shakespeare? Zál het een wegwerpboekie zijn. maar dan heeft die man er toch een leuke treinreis aan gehad?''
Zo is dat. Niets op tegen. Integendeel. Ik mag misschien nog even in herinnering roepen (sorry, Corine Hartman) dat ik degene was die als voorzitter van het GNM aandrong om Baantjer het geschenkboekje te laten schrijven,en later om hem de Meesterprijs toe te kennen. Logisch, Appie Baantjer heeft onnoemelijk veel betekend voor de Nederlandse misdaadroman. Een boegbeeld, net als Saskia Noort zonder wie het succes van de damesauteurs (ook van de heren die daar voor doorgaan) nooit zo groot zou zijn geweest. Knap entertainment, niets op tegen. Waren ze beiden maar lid van het GNM (geweest), want dat is wat die club onder meer ontbeert, boegbeelden die als ambassadeurs voor het genre kunnen fungeren. Ik slijm niet. Ik vermoed dat Saskia meer bij sponsors en het CPNB kan bereiken dan vele andere auteurs. Dat ik haar boeken na lezing weggeef en die van Philip Kerr in de kast zet om nog eens te lezen, heeft daar niets mee te maken. Ook niet met jaloezie of sneren. Het is een constatering, meer niet. Suzanne Vermeer is nu eenmaal ook populairder dan John le Carré en je zou als uitgever stapelgek zijn om haar (hem) niet uit te geven. Maar dat levert paradoxaal een bedreiging op voor de Nederlandstalige misdaadroman. Daarover later.
Eerst het GNM. Waar trouwens veel meer reacties over gaan.
'Anders aanpakken.'
Merkwaardig dat in een tijd waarin al jaren nauwelijks nog iemand actief is in het Nederlandse verenigingsleven, behoudens bejaarde bingofanaten, vroegoude padvinders en pedofielen, alle hoop en verwachting op het GNM worden gericht.
'Het wordt op de agenda van het GNM gezet.' 'We gaan in overleg met het GNM.' 'Het GNM-bestuur moet zich sterk maken om....' Et cetera.
Je zou toch zeggen, als je als vereniging wat in de melk wilt brokkelen, je een actieve en 'levende' club nodig hebt. Dat is het niet (meer), zoals ook blijkt uit die reacties. ('Bezoekje aan de politie-academie, jaarlijks dinertje' - ik schreef het niet maar u. En u heeft gelijk).
Toen het GNM werd opgericht, had het drie doelstellingen: Belangenbehartiging en ondersteuning van de aangesloten auteurs; promotie van en aandacht voor het genre; lering ende vermaak. Je had toen beroepsverenigingen van filmers, van grafici, van fotografen die dat allang deden voor hun leden. En ja, je had ook de Vereniging van Letterkundigen (nu Vereniging van Schrijvers en Vertalers) maar dat was ’t m nu juist: wij, auteurs van wat toen nog wel 'detectiefjes' werden genoemd, voelden ons, en terecht, met de nek aangekeken door 'de letterkundigen'. Zoals Godfried Bomans zei: 'Iedereen die een pen hanteren, kan een detective schrijven.' (Zit soms ook wel wat in).
Belangenbehartiging zou onder meer inhouden betere contracten/rechten/royalty's. Vandaar dat ook uitgevers van het genre uitgenodigd werden om lid te worden en dat ook deden. Voor 'moeilijke gevallen' zou op kosten van het GNM een jurist gespecialiseerd in auteursrecht kunnen worden ingeschakeld. Klantenbinding dus, wáár leveren voor die contributie van toen al 150 gulden per jaar. We zouden ook als vereniging lid moeten worden van de Federatie van Kunstenaars en aldus collectieve verzekeringen kunnen aanbieden. En – zie de recentere avonturen van Jac. Toes en Jacob Vis – we zouden ons als vereniging sterk moeten maken bij dieVvL om ook onze leden werkbeurzen en research-subsidies aan te kunnen bieden.
Journalisten en recensenten werden als lid gevraagd om meer aandacht voor het genre te genereren , korte verhalen van leden aan hun tijdschriften kwijt te kunnen, spannende hoorspellen en series aan radio en televisie.
De lering betrof excursies naar de snijzaal van de patholoog-anatoom, de schietschool van de politie, een gastcollege van een criminoloog, een literair agent of een befaamde buitenlandse collega-auteur. Nuttig, absoluut.
Het vermaak was het jaarlijkse Mystery dinner.
En tenslotte moest er een eigen prijs komen, de Strop, en vervolgens een Week van het Spannende Boek die dus een Maand werd, met een jaarlijks geschenkboekje zoals het Boekenweekgeschenk, te schrijven door een Nederlandstalig auteur. De Strop, 10.001 gulden, werd gefinancierd door de leden-uitgevers, een investering die impliceerde dat ze des te harder promotie zouden maken voor hun genomineerde auteurs. Het boekje en de Maand werden opgezet met, en betaald door het CPNB, de aangewezen instantie. Maar daarom niet uit handen van het GNM gegeven.
Wat dus wel gebeurde.
'Het wordt op de agenda van het GNM gezet.' 'We gaan in overleg met het GNM.' 'Het GNM-bestuur moet zich sterk maken om....' Et cetera.
Je zou toch zeggen, als je als vereniging wat in de melk wilt brokkelen, je een actieve en 'levende' club nodig hebt. Dat is het niet (meer), zoals ook blijkt uit die reacties. ('Bezoekje aan de politie-academie, jaarlijks dinertje' - ik schreef het niet maar u. En u heeft gelijk).
Toen het GNM werd opgericht, had het drie doelstellingen: Belangenbehartiging en ondersteuning van de aangesloten auteurs; promotie van en aandacht voor het genre; lering ende vermaak. Je had toen beroepsverenigingen van filmers, van grafici, van fotografen die dat allang deden voor hun leden. En ja, je had ook de Vereniging van Letterkundigen (nu Vereniging van Schrijvers en Vertalers) maar dat was ’t m nu juist: wij, auteurs van wat toen nog wel 'detectiefjes' werden genoemd, voelden ons, en terecht, met de nek aangekeken door 'de letterkundigen'. Zoals Godfried Bomans zei: 'Iedereen die een pen hanteren, kan een detective schrijven.' (Zit soms ook wel wat in).
Belangenbehartiging zou onder meer inhouden betere contracten/rechten/royalty's. Vandaar dat ook uitgevers van het genre uitgenodigd werden om lid te worden en dat ook deden. Voor 'moeilijke gevallen' zou op kosten van het GNM een jurist gespecialiseerd in auteursrecht kunnen worden ingeschakeld. Klantenbinding dus, wáár leveren voor die contributie van toen al 150 gulden per jaar. We zouden ook als vereniging lid moeten worden van de Federatie van Kunstenaars en aldus collectieve verzekeringen kunnen aanbieden. En – zie de recentere avonturen van Jac. Toes en Jacob Vis – we zouden ons als vereniging sterk moeten maken bij dieVvL om ook onze leden werkbeurzen en research-subsidies aan te kunnen bieden.
Journalisten en recensenten werden als lid gevraagd om meer aandacht voor het genre te genereren , korte verhalen van leden aan hun tijdschriften kwijt te kunnen, spannende hoorspellen en series aan radio en televisie.
De lering betrof excursies naar de snijzaal van de patholoog-anatoom, de schietschool van de politie, een gastcollege van een criminoloog, een literair agent of een befaamde buitenlandse collega-auteur. Nuttig, absoluut.
Het vermaak was het jaarlijkse Mystery dinner.
De genomineerden voor de Gouden Strop 2013 |
Wat dus wel gebeurde.
Lang niet alle van die pretentieuze plannen werden verwezenlijkt, lastig ook voor een club die net van start ging maar ik durf rustig te stellen dat er die eerste tien jaar veel meer aandacht in de media voor het genre was, meer en grotere recensies en interviews – en niet alleen dus in de VN Detective & Thrillergids of Theo Capels kwartaalblad Thrillers &Detectives; ook dat de Strop meer aanzien had, de grote uitgevers aan tafel zaten, en niet alleen bij het Mystery Dinner (kom daar nu eens om!), vrijwel alle auteurs, bekend of niet, in het genre lid waren (behalve Appie Baantjer die zei ’t niet nodig te vinden en de stokoude Willy Corsari die Amsterdam te ver vond liggen van haar woonplaats Amstelveen. Vraag de oudere leden nu naar dat Mystery Dinner van toen en de oogjes gaan nog immer glanzen. En bekende auteurs? Ik kom nog zelden op die dinertjes maar de ‘Mystery” is voornamelijk waar die zijn.
Dat ’t er lang niet allemaal van kwam, heeft vele oorzaken maar is ook de voornaamste reden dat het GNM nauwelijks nog iets voorstelt. De grote uitgevers zie ik er niet meer, de aandacht voor het genre in tijdschriften en kranten is aanmerkelijk minder dan indertijd (zie bijvoorbeeld de zeer karige publiciteit dit jaar rond nominaties en Strop). Daar tegenover staan lovenswaardige initiatieven als Crimezone en deze Spanningsblog maar dat zijn dus geen GNM-activiteiten (de GNM website is wat dat betreft ook tekenend).
De Strop zelf, afgezien van wat ik eerder betoogde, is in euro’s nog precies hetzelfde waard als 25 jaar (!) geleden, toen hoog, nu laag. En de Maand? Het boekje... enfin, dat weet u nu wel.
En toch zijn er nog steeds meer leden van het GNM dan indertijd. Ik tel er ruim honderd. Hun contributies vormen een aardige bron van inkomsten waarmee je in plaats van dat Mystery Dinner alvast nieuwe activiteiten kunt ontwikkelen. Waarom zou het GNM niet kunnen, en grootser, dan wat Crimezone en/of de Spanningsblog kunnen? Sterker, steek daar geld in, want ze zijn beide noodlijdend, haal die expertise in eigen huis, enthousiasmeer de uitgevers van Nederlands thrillerfabricaat ervoor, verkoop advertenties, laat experts op uitgeefterrein, op auteursrecht, honoraria, et cetera erin schrijven, deskundige recensenten, korte verhalen, combineer het voor mijn part met het ook al noodlijdende VN – gratis voor de leden van het GNM, betaalde abonnementen voor anderen.
Een gevolg kan zijn dat meer auteurs, uitgevers en journalisten zich als lid aanmelden, zelfs Saskia Noort – en die zet je dan weer met een 'entertaining' kort verhaal op je cover.... enzovoort, enzovoort..
Over die paradoxale bedreiging van de Nederlandse misdaadroman als gevolg van juist die uiterst succesvolle 'entertaining' thrillers de volgende keer, ergens volgende maand, want er moet ook nog een boek worden geschreven.
(wordt - eind augustus - vervolgd)
Dat ’t er lang niet allemaal van kwam, heeft vele oorzaken maar is ook de voornaamste reden dat het GNM nauwelijks nog iets voorstelt. De grote uitgevers zie ik er niet meer, de aandacht voor het genre in tijdschriften en kranten is aanmerkelijk minder dan indertijd (zie bijvoorbeeld de zeer karige publiciteit dit jaar rond nominaties en Strop). Daar tegenover staan lovenswaardige initiatieven als Crimezone en deze Spanningsblog maar dat zijn dus geen GNM-activiteiten (de GNM website is wat dat betreft ook tekenend).
De Strop zelf, afgezien van wat ik eerder betoogde, is in euro’s nog precies hetzelfde waard als 25 jaar (!) geleden, toen hoog, nu laag. En de Maand? Het boekje... enfin, dat weet u nu wel.
En toch zijn er nog steeds meer leden van het GNM dan indertijd. Ik tel er ruim honderd. Hun contributies vormen een aardige bron van inkomsten waarmee je in plaats van dat Mystery Dinner alvast nieuwe activiteiten kunt ontwikkelen. Waarom zou het GNM niet kunnen, en grootser, dan wat Crimezone en/of de Spanningsblog kunnen? Sterker, steek daar geld in, want ze zijn beide noodlijdend, haal die expertise in eigen huis, enthousiasmeer de uitgevers van Nederlands thrillerfabricaat ervoor, verkoop advertenties, laat experts op uitgeefterrein, op auteursrecht, honoraria, et cetera erin schrijven, deskundige recensenten, korte verhalen, combineer het voor mijn part met het ook al noodlijdende VN – gratis voor de leden van het GNM, betaalde abonnementen voor anderen.
Een gevolg kan zijn dat meer auteurs, uitgevers en journalisten zich als lid aanmelden, zelfs Saskia Noort – en die zet je dan weer met een 'entertaining' kort verhaal op je cover.... enzovoort, enzovoort..
Over die paradoxale bedreiging van de Nederlandse misdaadroman als gevolg van juist die uiterst succesvolle 'entertaining' thrillers de volgende keer, ergens volgende maand, want er moet ook nog een boek worden geschreven.
(wordt - eind augustus - vervolgd)
PS: Sander Verheijen meent overigens dat zeven Nederlandstalige thrillers op een totaal van 20 in de CPNB top 60 (week 28) heel mooi is. Hij telt dan ook een bundeltje 'spannende, erotische verhalen' mee voor € 4,99, exact waarover hij het met me eens is dat dat vertekenend werkt ('Tomas Ross legt de vinger op de zere plek'). De prijs is dan bepalend, niet de inhoud. Dat geldt dan ook voor twee keer Linda van Rijn (€ 4,95 en € 6,95), voor Saskia Noort (tientje) en in iets mindere mate voor Michael Berg (€ 12,50). Resteren dus, ook concurrerend in prijs, dus reëel, Suzanne Vermeer en Loes den Hollander. In de top 10 Thrillers is dat alleen Vermeer. De zere plek - goeie titel voor een wegwerpthriller van 5 euro!
(klik hier voor Mijmeringen tijdens de Maand van het Spannende Boek 1)
(klik hier voor Mijmeringen tijdens de Maand van het Spannende Boek 2)
(klik hier voor Mijmeringen tijdens de Maand van het Spannende Boek 3)
(klik hier voor Bespiegelingen na de Maand van het Spannende Boek 1)
(klik hier voor Mijmeringen tijdens de Maand van het Spannende Boek 2)
(klik hier voor Mijmeringen tijdens de Maand van het Spannende Boek 3)
(klik hier voor Bespiegelingen na de Maand van het Spannende Boek 1)
(klik hier voor Bespiegelingen na de Maand van het Spannende Boek 2)
Tomas Ross (Den Bommel, 1944) is het pseudoniem van Willem Pieter Hogendoorn. Sinds 1980 heeft hij tientallen boeken gepubliceerd. Ross werd driemaal bekroond met de Gouden Strop. Hij nam in 1986 het initiatief tot de oprichting van het Genootschap van Nederlandstalige Misdaadauteurs. Naast romanschrijver is hij ook scenarist, onder meer van de series 'De Brug', 'Bernhard, Schavuit van Oranje' en '0605'. Eind oktober verschijnen bij zijn eigen imprint bij uitgeverij De Bezige Bij/Cargo, Tomas Ross Crime, de eerste drie thrillers. Een daarvan is 'De tweede november', geschreven door Ross zelf, over de moord op Theo van Gogh. Bij Tomas Ross Crime komt dan ook 'Versleuteld. Het Pearl Harbor complot' uit, het debuut van Donald Nolet.
2 opmerkingen:
Ik zie maar een oplossing, vrees ik. In plaats van als een stuurman aan de wal op de kapitein - en bij uitbreiding op het hele schip, dat de Nederlandse thrillerwereld voorstelt - te staan roepen, zou Tomas Ross zich beter kandidaat stellen voor een een nieuwe legislatuur als kapitein van dat schip. Dan kan hij, bij wijze van herexamen, alles rechttrekken wat hij tijdens zijn eerste regeerperiode als voorzitter van het GNM naar eigen zeggen scheef bouwde. En nieuwe initiatieven op poten zetten.
Al die energie die hij steekt in het vrijblijvend argumenteren kan, mijn inziens, beter aangewend worden.
Ik heb vaak en veel moeten zuchten om wat onze oude, grijze
thrillerwijzen op dit onvolprezen blog en elders mopperden en
klaagden. Ligt hier een combinatie van afgunst en weemoedigheid aan
ten grondslag, of is het simpelweg aandachttrekkerij, vroeg ik mezelf
af.
Of het door de Oostenrijkse berglucht komt weet ik niet, maar ik begon net opeens enkele malen instemmend te knikken bij en te gniffelen om wat ik las. Tuurlijk is het GNM te mat (is er heus een website?), tuurlijk zijn goedkope titels verleidelijk en scoren ze hoog in de hitlijsten (wat overigens niet per se iets zegt over de kwaliteit), tuurlijk zat er ook al veel waars tussen Ross' gebrom in zijn vorige mijmeringen en bespiegelingen...
Kern van het verhaal is dat 'we' meer moeten doen om de enorme
hoeveelheid schrijfkwaliteit in Nederland in goede banen en (dus) naar goede boeken te leiden. Die zo goed zijn dat we dat met enige
oprechtheid van de (internationale) daken kunnen schreeuwen. Hoe dit
precies moet en kan, eh... antwoorden geven hoeft niet altijd op deze plek, geloof ik. Maar ik beloof bij deze hier de komende weken - zo af en toe - mijn gedachten over te laten gaan. Wie weet wat berglucht zoal vermag.
Een reactie posten