(Door Arno Ruitenbeek)
Na De rekruut heeft ex-geheim agent Matthew Dunn de juiste toon gevonden. De spionageroman Sentinel loopt en leest veel soepeler dan het houterige debuut.
Dubbel- en driedubbelspionnen doen een verwoede poging de Koude Oorlog te laten herleven. Dunns alter ego Will Cochrane moet namens de CIA en MI6 orde op zaken stellen in Rusland. Hij kwijt zich met verve van zijn schier onmogelijke taak. Hij kan niet verhinderen dat er veel dooien vallen aan ‘goede’ zijde, maar slaat twee keer zo hard terug.
James Bond is er niets bij, Ludlums helden verbleken bij deze knaap. Het is dat Dunn een grote jongen is geweest bij de Britse geheime dienst, anders zou je zeggen dat hij een rijke fantasie heeft. Hoe dan ook: als auteur heeft hij een grote stap voorwaarts gemaakt, door bijvoorbeeld de personages op een normale manier met elkaar te laten praten.
Een ander bezwaar tegen De rekruut was de overdreven hang naar details. Ook dit keer worden we overvoerd met (Russische) straatnamen en product- en typeaanduidingen van wapens. Dat irriteert nu echter niet, doordat de intrige en de ontknoping meer dan goed zijn. Blijft over dat het vreemd is dat we wel mogen weten dat er ‘reusachtige 9A52-2BM-30 Smerch 300 mm raketwerpers’ worden gebruikt, maar dat auto’s bij een wilde achtervolging slechts worden aangeduid met SUV. Merk, model, uitvoering: dat wil ik dan ook weten.
Matthew Dunn - Sentinel. Vertaling: Herman van der Ploeg. Uitgeverij Boekerij, 304 pag.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten