(Door Peter Kuijt)
In een recent interview liet schrijver Charles den Tex zich ontvallen dat herkenbaarheid wat hem betreft geen synoniem is voor kwaliteit. Hij doelde op thrillers waarin de verteller alles voor de lezer voorkauwt, herkauwt en nakauwt. Oftewel, het tegenovergestelde van 'show, don't tell'. ,,Het vergroot de herkenbaarheid en dat verkoopt. Maar het is pas kwaliteit als je de lezer iets meegeeft dat hij ten dele herkent, maar waarbij hij ook denkt: 'Shit, zo kan het ook!'''
In de misdaadliteratuur is herkenbaarheid dus de dood in de pot en Den Tex gaf zichzelf de opdracht mee om het in zijn nieuwste boek, 'De erfgenaam', ook anders aan te pakken. Ditmaal geen snelle Den Tex-thriller zoals we die allemaal kennen, vol technische noviteiten, die het mogelijk maken dat je in een vloek en een zucht van je identiteit kan worden beroofd. De schrijver mindert snelheid en gaat anders met de taal om. En niet zonder succes.
Ditmaal ook geen avontuur dat zich afspeelt in de immer jachtige, nerveuze Randstad. Voor 'De erfgenaam' koos Den Tex een groot landgoed en het naburige dorp in Zuid-Limburg als locatie. Op dat landgoed huist Breder Weltmann, die het beheer voert over het vermogen dat zijn vader en grootvader, steenkoolbaronnen, adel van het zwarte gruis, verdienden met de exploitatie van de Welko-kolenmijnen en het slinks en slim opkopen van grond. Weltmann houdt zich op de vlakte, regelt vanuit zijn werkkamer op de Anstelhoff zijn financiële zaken en scootert eens per week naar het dorp, waar hij - twee nachten - kamer 31 deelt met de eigenares van Hotel Centraal.
Weltmann koestert de regelmaat van zijn leven. Immers: ,,Regelmaat was niet alleen handig, het verdiepte ook de beleving van de handeling.'' Maar aan die regelmaat komt abrupt een einde als de olietank onder de Anstelhoff ontploft en een brand het kapitale pand in de as legt. Weltmann ziet het gebeuren: hij heeft net zijn scooter geparkeerd en is gaan zitten aan een picknicktafel net buiten het dorp om een stuk worst te verorberen. De explosie is geen ongeluk, maar een poging om een rekening uit het verleden te vereffenen. Weltmann ziet zich genoodzaakt diep in het geschiedenis van zijn familie te graven en dat gaat niet gepaard zonder de spreekwoordelijke kleerscheuren.
Den Tex heeft de vaart uit het verhaal gehaald en dat is zeker geen minpunt. Zo komt de sfeer van het Limburgse heuvellandschap en het dorp dat in het verleden absoluut florissantere tijden heeft gekend beter tot haar recht. Maar de auteur schakelt met het grootste gemak over naar een hogere versnelling als het verhaal daarom vraagt. Prachtige zinnen, met ruimte voor diepgang. Maar ook voor de meest nuchtere constatering: 'Zonder schone onderbroeken werd het niks.'
Grootmeester Den Tex weet aan elke scène de juiste kleur mee te geven. Een scène waarin Weltmann onder de grond opgesloten raakt, bezorgt je bijkans claustrofobie. Het is pikdonker, 'de stilte was als een aanval van alle kanten tegelijk', hij tast in het luchtledige, telt zijn stappen om uit te vinden hoe groot de ruimte is. Maar: onder de grond was een Weltmann op zijn best.
Een onherkenbaar goede, magistrale thriller.
Charles den Tex - De erfgenaam. Uitgeverij De Geus, 376 pag.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten