(Door Peter Kuijt)
De voorzitter van de Gouden Stropjury repte in de show van Jörgen Raymann van een 'geweldige' thriller. En een ander jurylid twitterde dat hij - als hij er een had - zijn hoed zou opeten uit respect voor 'IV' van Arjen Lubach. Dat het boek op de longlist van de thrillerprijs zou belanden, was derhalve geen grote verrassing. Maar dringt Lubachs vierde boek annex thrillerdebuut ook door tot het laatste rijtje kanshebbers?
De wegen van de Stropjury zijn - zoals het hoort - ondoorgrondelijk. Het kan dus ook zo maar zijn dat Lubach op 30 mei in het Amsterdamse Felix Meritis de trofee in handen krijgt gedrukt. Maar volgt de jury serieus de route van wikken en wegen en wordt het boek van de romanschrijver, theatermaker en de maker van Koefnoens Rapservice kritisch tegen het licht gehouden, dan lijkt die kans klein. Daarvoor legt 'IV' als volwassen thriller toch te weinig gewicht in de schaal.
Lubachs uitgeverij heeft verzocht vooral niet veel weg te geven over de verhaallijn van 'IV'. Want het boek herbergt 'een belangrijke onthulling'. Dat zullen we dan ook niet doen. We volstaan met de constatering dat Lubach met het oog op de nakende troonswisseling een actuele thriller heeft geschreven. Dat dan weer wel.
Een van de hoofdrolspelers in 'IV' is Elsa Ruys. Zij viert met vriend en baby vakantie in Zuid-Frankrijk wanneer zij het bericht krijgt dat haar vader, een emeritus hoogleraar, in Amsterdam onvrijwillig het tijdelijke met het eeuwige heeft verwisseld. Zij neemt het eerste vliegtuig naar huis en ontdekt dat Ruys senior een staatsgeheim op het spoor was. Vader Ruys had bij leven en welzijn de gewoonte om raadsels voor zijn dochter, een briljante wiskundige, te verzinnen. Elsa komt erachter dat haar vader voor na zijn dood ook al een puzzel op touw heeft gezet met als uitkomst de onthulling van het staatsgeheim.
Met ondersteuning van haar vaders vriend, televisieprofessor Maarten van Eck (een soort Herman Pleij), en studente Robin gaat Elsa op onderzoek uit. Ze stuit op geschriften van de Romeinse redenaar Cicero, maar ook op gewapend verzet van een groepje onder leiding van de mysterieuze Vier (lees: IV). Wat volgt is een jacht naar het geheim en een klopjacht op Elsa en haar vrienden. Een soort mini-'De Da Vinci Code' die zijn sporen achterlaat in Amsterdam, de duinen in Noord-Holland en Zuid-Frankrijk.
Tot aan de finale is 'IV' best vermakelijk. En Lubach heeft zijn best gedaan om de onthulling leuk aan te kleden. De spanning wordt niet zo hoog opgevoerd dat er nagels verloren gaan. De schrijver bedient zich van een rechttoe rechtaan stijl, die nergens opwinding bij de lezer veroorzaakt. We hadden hier toch wel wat fantasierijker proza verwacht. Zinnen die herlezen verdienen omdat ze mooi zijn, zijn er niet. 'IV' verliest uiteindelijk sterren vanwege de potsierlijke, ongeloofwaardige finale waarbij alle betrokkenen met getrokken pistolen elkaar in de ogen kijken.
Arjen Lubach - IV. Uitgeverij Podium, 319 pag.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten