(Door Peter de Zwaan)
Ja hoor, ik was er al bang voor, ik schreef weer eens over iets waar ik niet over hoor te schrijven; zie column 'De reddende hacker'.
Omdat er regels zijn, ongeschreven wetten die iedereen kent. Behalve ik.
Je schrijft niet over wat je als uitgever verdient, dat is een ongeschreven regel. Twee uitgevers hebben me dat op vrij duidelijke wijze kort na het verschijnen van de column laten weten en gisteren kwam de derde.
Mijn argument dat ‘ongeschreven’ wel heel bizar is als je met schrijvers te maken hebt, maakte geen indruk. Je deed het gewoon niet, en bovendien: er klopte geen barst van.
Niet één uitgever in de hele wereld houdt 11 euro over aan een boek van 14,99 euro.
Bestaat niet. Kan niet. Onzin. Uit de duim gezogen.
Ik had het geschreven om collega’s te kakken te zetten, want die krijgen nu hun schrijvers aan de lijn: ‘Verdien jij zoveel aan een boek waar ik een jaar mee bezig ben geweest, terwijl ik tien procent krijg van het nettobedrag waar dan ook nog belasting af moet?’
Ruzies. Geloof ik. En die uitgevers maar de blaren op hun tongetje kletsen om uit te leggen dat ze kosten hebben: een redacteur, een corrector, een persklaarmaker, een postjongen (m/v), een dame (m/v) voor de koffie en de schnaps voor als er gasten zijn. En hoeveel dacht ik dat ze moeten betalen voor al die beurzen in binnen- en buitenland?
Elf euro van de 15, laat ze niet lachen.
Of ik wel eens heb gehoord van een voorschot. Dat natuurlijk nooit een keer wordt terugverdiend, uitgevers zijn filantropen en of ik daar aan wil denken voor ik weer zo’n raar stukje ga schrijven.
Alsof ik ooit heb beweerd dat ik een uurloon aan mezelf betaal groter dan 0 euro en dat de koffie wordt gezet door iemand anders dan mijn vrouw of mezelf.
In de serie ‘uitgever worden’ heb ik al eens geschreven dat luiheid betaald moet worden. Geen zin zelf een etiket te tikken? Betalen. Geen trek om elke dag naar een postagentschap te wandelen? Dokken.
Maar je hóéft niet lui te zijn. Je hoeft niet naar een beurs en dan ’s avonds na het voldoen van een fikse drankrekening naar een te duur hotel. Je kunt mailen. Daar hebben we internet voor. Je kunt bellen. Daar hebben we KPN voor. Je kunt zelfs skypen, kun je je collega nog zien ook.
Je kunt een heleboel zonder dat je overhead met de week toeneemt. Het is niet zo leuk als lekker lullen in een volle, te rumoerige hal, maar het kan wel.
En dan hou je 11 euro over van dat boek van 15. Het zou meer kunnen zijn als er geen bedrijf was dat PostNL heet en dat uit puur medelijden met zichzelf, de trouwe toeleveranciers beloont met twee portoverhogingen per jaar. Als PostNL zich een beetje gedroeg, zou de winst van een boek van 15 euro hoger zijn dan 11.
Zo, collega’s, ga nu maar weer een potje op me zitten schelden. Het helpt niet, maar het lucht jullie enorm op.
(deze column is ook te lezen op www.peterdezwaan.nl)
Omdat er regels zijn, ongeschreven wetten die iedereen kent. Behalve ik.
Je schrijft niet over wat je als uitgever verdient, dat is een ongeschreven regel. Twee uitgevers hebben me dat op vrij duidelijke wijze kort na het verschijnen van de column laten weten en gisteren kwam de derde.
Mijn argument dat ‘ongeschreven’ wel heel bizar is als je met schrijvers te maken hebt, maakte geen indruk. Je deed het gewoon niet, en bovendien: er klopte geen barst van.
Niet één uitgever in de hele wereld houdt 11 euro over aan een boek van 14,99 euro.
Bestaat niet. Kan niet. Onzin. Uit de duim gezogen.
Ik had het geschreven om collega’s te kakken te zetten, want die krijgen nu hun schrijvers aan de lijn: ‘Verdien jij zoveel aan een boek waar ik een jaar mee bezig ben geweest, terwijl ik tien procent krijg van het nettobedrag waar dan ook nog belasting af moet?’
Ruzies. Geloof ik. En die uitgevers maar de blaren op hun tongetje kletsen om uit te leggen dat ze kosten hebben: een redacteur, een corrector, een persklaarmaker, een postjongen (m/v), een dame (m/v) voor de koffie en de schnaps voor als er gasten zijn. En hoeveel dacht ik dat ze moeten betalen voor al die beurzen in binnen- en buitenland?
Elf euro van de 15, laat ze niet lachen.
Of ik wel eens heb gehoord van een voorschot. Dat natuurlijk nooit een keer wordt terugverdiend, uitgevers zijn filantropen en of ik daar aan wil denken voor ik weer zo’n raar stukje ga schrijven.
Alsof ik ooit heb beweerd dat ik een uurloon aan mezelf betaal groter dan 0 euro en dat de koffie wordt gezet door iemand anders dan mijn vrouw of mezelf.
In de serie ‘uitgever worden’ heb ik al eens geschreven dat luiheid betaald moet worden. Geen zin zelf een etiket te tikken? Betalen. Geen trek om elke dag naar een postagentschap te wandelen? Dokken.
Maar je hóéft niet lui te zijn. Je hoeft niet naar een beurs en dan ’s avonds na het voldoen van een fikse drankrekening naar een te duur hotel. Je kunt mailen. Daar hebben we internet voor. Je kunt bellen. Daar hebben we KPN voor. Je kunt zelfs skypen, kun je je collega nog zien ook.
Je kunt een heleboel zonder dat je overhead met de week toeneemt. Het is niet zo leuk als lekker lullen in een volle, te rumoerige hal, maar het kan wel.
En dan hou je 11 euro over van dat boek van 15. Het zou meer kunnen zijn als er geen bedrijf was dat PostNL heet en dat uit puur medelijden met zichzelf, de trouwe toeleveranciers beloont met twee portoverhogingen per jaar. Als PostNL zich een beetje gedroeg, zou de winst van een boek van 15 euro hoger zijn dan 11.
Zo, collega’s, ga nu maar weer een potje op me zitten schelden. Het helpt niet, maar het lucht jullie enorm op.
(deze column is ook te lezen op www.peterdezwaan.nl)
1 opmerking:
Prachtige column weer van Peter de Zwaan!
Jammer, dat de columns op zijn eigen site zo moeizaam leesbaar zijn, ik ben daarom blij dat ze ook hier op de Spanningsblog staan.
Een reactie posten