08 november 2010

Laney Salisbury en Aly Sujo - Vervalst! (2010)


Pas op voor de origamist



(Door Arno Ruitenbeek)

Han van Meegeren was een vindingrijk vervalser. Maar hij kan niet in de schaduw staan van de Brit die ruim 40 jaar later tientallen kunstkenners te grazen nam: John Drewe. Over hem verschijnt op de Nederlandse markt Vervalst!, een sterk biografisch getinte non-fictieboek die ondanks zijn gedetailleerdheid leest als een psychologische thriller. En ook nog eentje waarvan je iets opsteekt. Ik weet nu wat een origamist is en dat je voor zo iemand erg moet oppassen.

Van Meegerens 'De Emmaüsgangers' zou volgens kunsthistoricus Abraham Bredius het belangrijkste werk van Vermeer zijn. Dat bewijst de stelling van Eric Hebborn, op wiens naam 1000 vervalsingen van oude meesters staan, dat 'een schilderij niet uit zichzelf liegt; het is alleen de mening van een expert die misleidend kan zijn'. Zijn landgenoot Drewe maakte dit een kleine dertig jaar geleden tot zijn adagium. Zelf geen schilder, liet hij het gekwast over aan de goedgelovige en mislukte artiest John Myatt. Drewe echter was de ongekroonde koning van de vervalsing van de echtheidsdocumenten waarmee elke nep-Giacometti, -Bissière, of -Braque uit Myatts boerderij glansrijk de toets van de kritiek en het (vluchtige) onderzoek door veilinghuizen en rijke, argeloze kopers kon doorstaan.

Drewe was een mannetjesmaker met slechts één onderwerp: Drewe. Hij verzon dat hij kernfysicus was, spion voor de Mossad, leider van ondernemingen die werkten voor en leverden aan de staat, rijk en invloedrijk. Zijn alter ego's zijn niet te tellen. Hij knoopte de ene grote leugen aan het andere enorme verzinsel tot een onontwarbaar tapijt dat kon vliegen en waarvan hij de bedenker, piloot, boordwerktuigkundige en purser was. Psychologen noemen zo iemand een pathologische leugenaar. Lieden die opgevouwen zijn door hun zelfverzonnen persoonlijkheid. Een origamist dus, naar het Japanse woord voor de vouwkunst die zulke leuke vogels en andere dieren oplevert.

Drewe ontloopt zijn straf niet, vertellen de schrijvers, mede dankzij het sterke recherchewerk van een klein team. Dan ben ik terug bij mijn recensie over de twee jaar geleden verschenen roman 'De Caravaggio-kunstgreep' en het interview met de auteur daarvan, Noah Charney (uitgeverij Luitingh).

Charney is de grote man achter de Arca, een groep van deskundigen die meehelpt grote kunstdiefstallen op te lossen. Omdat buiten Italië er bijna geen enkel land is, dat gekwalificeerde politiemensen heeft, terwijl het om vele miljarden euro's schade gaat bij deze misdrijven. Ook Nederland mist een (groot) kunstspeurdersteam. Het laat zich raden dat talloze kunstliefhebbers valse meesters aan de muur hebben hangen, daar veel geld voor neer hebben geteld en voor altijd onwetend blijven van de zwendel. Wat onderstreept wat de inmiddels met het bedrijf 'Echte Vervalsingen' succesvolle Myatt zegt: dat het louter om de kunst moet gaan, niet om de waarde. Je vindt een stuk mooi of niet, je hoeft het niet mooi te vinden omdat het zonnebloemen van Van Gogh (van 40 miljoen) zijn. Snobistische bombarie, meer niet.

Vervalst! ondergraaft door zijn sterke opbouw, met verrassende ontknoping, de opvatting van menig Nederlandse uitgever dat boeken over (meester)oplichters niet spannend kunnen zijn.

Laney Salisbury en Aly Sujo: Vervalst!. Vertaling: Gerrit Jan Zwier. Uitgeverij J.M.Meulenhoff, 320 pag.

Geen opmerkingen: