JOSÉ HENNEKAM: 'DE BEERPUT IS OPEN'
Schrijver José Hennekam (59) publiceerde in mei vorig jaar zijn thriller 'De Kindervriend', een deels autobiografische roman over de fotograaf Anne Biskop. Als Biskop, vermaard om zijn kinderfoto's, in Honduras een fotoreportage maakt in een kindertehuis, wordt één van zijn jonge modellen vermoord.
In 'De Kindervriend' heeft Hennekam zijn ervaringen uit zijn jeugd verwerkt. Als kind werd hij in een katholiek internaat door broeders en later op het kleinseminarie door paters misbruikt. Hennekam zat onder meer van 1964 tot 1968 op het kleinseminarie van de redemptoristen in Nijmegen.
De recente onthullingen van seksueel misbruik door 'dienaren' van de katholieke kerk hebben ook Hennekam niet onberoerd gelaten. ,,De beerput is open, eindelijk'', schrijft hij op zijn weblog. En vorige week vertelde hij voor de camera van RTL Nieuws over zijn ervaringen.
Bij Hulp & Recht, een instelling van de Katholieke Kerk kan men zich melden als men misbruikt is. Maar Hennekam heeft daar zo zijn bedenkingen bij. ,,Een slager die zijn eigen vlees keurt, wie koopt daar wat? Niemand toch, en zeker niet na de woorden van het hoofd van de Salesianen (een van de orden waar het misbruik zich heeft afgespeeld, red.) in Nederland, pater Herman Spronck. Volgens hem moet er eerst een definitie komen van onderzoekers over wat misbruik is omdat daar nu verwarring over is. Tja, wat kan nog door de beugel? Tussen je billen controleren of je daar schoon genoeg bent (blz. 46, 'De Kindervriend')? Voordoen hoe je je piemel schoonmaakt (blz. 165 'De Kindervriend')? Of een kind zijn billen masseren en dan zeggen dat hij op zijn knieën moet gaan zitten (blz. 177 'De Kindervriend')?''
In een interview met de regionale krant PZC vertelde Hennekam vorig jaar nog dat het misbruik voor hem voltooid verleden tijd is. ,,Ik heb het meteen na het afscheid van het seminarie losgelaten. Ik denk niet dat ik iets weggestopt heb, ik denk dat ik gewoon geluk heb met de manier waarop ik als persoon in elkaar zit. Het kan ook anders lopen. Een klasgenoot is precies hetzelfde overkomen, maar hij worstelt er nog elke dag mee. Het heeft zijn hele leven verwoest.''
Hennekam bleef overeind. Zijn geloof ook. ,,Ik geloof nog steeds in een God, maar ik heb niets meer van doen met de Katholieke Kerk en zeker niet nu, met onze nieuwe paus.''
'De Kindervriend' bestaat uit twee delen. De cursieve stukken zijn autobiografisch en ontleend aan een novelle die hij een aantal jaren geleden al schreef: 'Pater Noster'. ,,Een vriendin van me begon op een gegeven moment vragen te stellen over die periode in mijn leven. Ze blééf vragen, tot alles ineens achter elkaar boven kwam. Toen dacht ik: dit moet ik opschrijven.''
Na twee maanden was het manuscript van 'Pater Noster' af. De novelle was niet alleen veroordelend. Hennekam: ,,Eén van die broeders was wel pedofiel, maar een ongelooflijk lieve man, waar je echt met je problemen terecht kon. Niemand wordt slecht geboren en ik kan me voorstellen hoe mensen van kwaad tot erger vervallen.''
Geen van de uitgevers die hij benaderde, durfde het aan. Te hard, te direct. Eén uitgever adviseerde hem 'Pater Noster' te verwerken in een mantelverhaal. ,,Van de 200 pagina's heb ik er 185 geschrapt. Dat deed zeer. Daaromheen heb ik een toegankelijke thriller geschreven.'' De thriller is uiteindelijk op de markt gebracht door uitgeverij Karakter.
Nu het seksueel misbruik in de katholieke kerk in het middelpunt van de actualiteit staat, wordt her en der om maatregelen geroepen. Bisschop Van Luyn van Rotterdam pleit voor een onafhankelijk onderzoek en er moet volgens hem ook verontschuldigingen worden aangeboden aan de slachtoffers. Ook politieke partijen zijn voor een landelijk onderzoek, maar Hennekam vindt dat onzin, schrijft hij op zijn weblog. ,,Ziet u misbruikten die zich doodschamen voor wat hen is gebeurd en het al tientallen jaren voor iedereen om hen heen verzwijgen zich in rotten van tien melden bij de politiek? Nou, ik niet, dan kan je beter meteen met naam en toenaam in de krant gaan staan. Dus hoe willen ze dat onderzoek dan in hemelsnaam doen? En stel dat het ze lukt, wat dan?''
Op geld en excuses van de kerk zitten de slachtoffers volgens hem ook niet te wachten. ,,Misschien is er inderdaad een enkeling die het om geld zal gaan, maar veel zullen er niet zijn. Een 'sorry' van de Kerk? Ik denk dat degenen die niets meer met de Kerk te maken willen hebben daar ook niet op zitten te wachten. En dat zijn de meesten, verwacht ik.''
De schrijver hoeft zelf geen geld, geen verontschuldigingen en geen erkenning. ,,Wat ik wil is dat door het opengaan van deze beerput de katholieke kerk zo onder druk komt te staan dat ze het misbruiken van kinderen die aan hen zijn toevertrouwd eindelijk een halt zullen toeroepen. Want vergist u zich niet, wat in de vijftiger, zestiger en zeventiger jaren in (toen nog echt bestaand) katholiek Nederland gebeurde, kan zich op dit moment nog steeds in katholieke landen van o.a. Midden-Amerika afspelen. Daar heeft de Kerk nog zoveel macht dat je wel ontzettend dapper moet zijn als je iemand van seksueel misbruik durft te beschuldigen.''
,,Het verleden is geweest'', schrijft Hennekam, ,,als we dat willen kunnen we het optekenen door bijvoorbeeld een onafhankelijk centraal meldpunt in te stellen, een soort misbruik-ombudsman, maar laten we niet in het verleden blijven hangen. Het gaat om de toekomst, de toekomst van kinderen die nu op internaten zitten. Over de hele wereld.''
(Bron: o.a. weblog José Hennekam, PZC)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten