15 juni 2010

Een open einde? (nieuws, 2010)

'LETTERENFONDS PLAATST THRILLER PER DEFINITIE BUITEN LITERATUUR'

Het Letterenfonds gedraagt zich als een maffiabaasje dat zichzelf onschendbaar acht. Dat zei thrillerauteur Jac. Toes vandaag voor de rechtbank in Arnhem in zijn zaak tegen de subsidieverstrekker. Formele inzet is de vernietiging van het besluit van het fonds om Toes geen werkbeurs te verlenen voor zijn misdaadroman 'Het leugenarchief'. Het gaat om een proefproces met als doel de boycot te doorbreken die Nederlandstalige misdaadschrijvers bij het aanvragen van financiële ondersteuning stelselmatig zou treffen.

Eind 2008 vroeg Toes een werkbeurs aan voor het schrijven van 'Het Leugenarchief' (inmiddels in november 2009 verschenen). De toekenning van die subsidie werd geweigerd op grond van de korte argumentatie dat het Letterenfonds in eerder werk van Toes ('Kunst zonder Genade' uit 2008, en 'Coup Zéro', 2001) geen verbeelding, geen diepgang, geen stijl, geen gelaagdheid, geen karakterologische ontwikkeling maar wel clichés te over aantrof. Kortom, gebrek aan literaire kwaliteit.

Toes gebruikte een scène uit Jiskefets sketch 'Boekenwinkel' als metafoor om zijn pleidooi kracht bij te zetten. Daarin speelt Michiel Romeyn een patserig maffiabaasje die met zijn maatje Kees Prins een terreinwagen voor een boekhandel parkeert. Romeyn eist van de boekverkoopster dat ze een boek uitzoekt voor zijn vriendin. Dat moet een boek zijn met 'iemand die op zoek is naar iets'. In het middenstuk dienen verder twee lagen ('drie mag ook') te zitten. Vooral van belang is 'een open einde'. De boekverkoopster zoekt naar beste weten zo’n boek uit. Enige tijd later komt Romeyn vloekend en tierend terug. Het boek voldoet niet aan zijn normen: ,,Noem jij dát een open einde?''

In de sketch wordt volgens Toes het conflict over literaire normen op het scherp van de snede gevoerd. Toes zegt zich in de positie van de boekverkoopster te herkennen. ,,In de reactie van Romeyn zie ik, weliswaar minder hardhandig maar even effectief en dedaigneus, die van het Letterenfonds terug. Want net zoals in Boekenwinkel is een inhoudelijke discussie met het Fonds niet aan de orde.''

,,De literaire norm, c’est moi, dat is de houding van het Fonds dat zich voor elke kritiek op haar toetsingscriteria afsluit'', aldus Toes. ,,Maar waaraan men die exclusieve literariteit ontleent, of hoe die is opgebouwd… het lijkt alsof er over die vragen een omerta is afgekondigd. Het Fonds staat zichzelf geen enkele relativering toe, laat staan twijfel over de onaantastbaarheid van de toetsingscriteria dan wel over de feilloosheid waarmee ze worden toegepast.''

Volgens Toes gelooft het Fonds gelooft zo heilig in het eigen gelijk 'dat het zelfs niet de moeite neemt om aan een afgewezen auteur te laten weten wie zijn werk hebben beoordeeld en waarom het nu precíes is afgewezen'. In zijn afwijzingsbrief over de werkbeurs voor 'Het leugenarchief' liet het Fonds Toes weten dat de voorgaande thriller 'Kunst zonder genade' als misdaadroman 'een geslaagd boek' is. Toes: ,,Het voldoet aan de genreaspecten en de fondsadviseurs noemen het zonder meer vakkundig. Ik zou zeggen: als het Fonds zijn eigen mission statement serieus neemt, namelijk het bevorderen van de diversiteit in de Nederlandse literatuur, dan zou ík een goede misdaadroman waarderen met een subsidietoekenning.''

,,Maar in plaats daarvan neemt het Fonds een merkwaardige beslissing: op grond van een aantal containerbegrippen als gelaagdheid, diepgang, stijl, verbeelding en karakterontwikkeling zet het Fonds een 'geslaagde misdaadroman' buiten de literatuur. Het Fonds hanteert dus één set criteria voor de misdaadliteratuur en één voor de 'echte' literatuur waardoor de misdaadroman per definitie buiten de literatuur wordt geplaatst.''

Toes, die een beurs van 15.000 euro had aangevraagd, noemde het tergend dat het Fonds weigert in te gaan op de gedetailleerde en concrete tegenargumenten die onder andere de getuige-deskundige, recensent Gert Jan de Vries, naar voren heeft gebracht om aan te tonen dat er in 'Kunst zonder Genade' wel degelijk sprake zou zijn van diepgang, verbeelding, gelaagdheid, karakterontwikkeling en eigen stijl. Toes: ,,Maar misschien is die weigering niet zo verwonderlijk als je moet constateren dat een van de fondsadviseurs het gratis ontvangen beoordelingsexemplaar 'Kunst zonder genade' al in januari op boekwinkeltjes.nl voor acht euro te koop heeft aangeboden.''

Toes citeerde voor de rechtbank in Arnhem Maarten 't Hart die in zijn dankwoord voor het toekennen van de Gouden Strop 1994 al wees 'op de onzinnige maar oer-Nederlandse scheiding van literatuurkerkjes die zich in de loop van de negentiende eeuw afspeelde en waarvan de misdaadliteratuur het slachtoffer is geworden'. ,,Het is de hoogste tijd om dat cordon literair op te heffen temeer omdat de misdaadliteratuur, zowel de Nederlandse als de buitenlandse, in de laatste twintig jaar aan een kwalitatieve opmars is begonnen.''

Toes zei niet te pleiten voor 'een situatie waarin iedereen die met zijn ene hand een pen kan vasthouden de andere meteen ook maar ophoudt om een schrijfsubsidie in ontvangst te nemen'. ,,Er moeten nu eenmaal keuzes gemaakt worden. Alleen zou de toetsing moeten plaatsvinden op basis van helder omschreven en transparant toegepaste criteria die het genre recht doen en die worden gehanteerd door adviseurs met een aantoonbare expertise op het terrein van de misdaadliteratuur. Pas dan kan er een deugdelijk oordeel met een inzichtelijke argumentatie uit de bus komen.'' De schrijver verzocht de rechtbank dan ook het Fonds op te dragen de aanvraagprocedure voor een werkbeurs ten behoeve van 'Het Leugenarchief' onder de genoemde condities opnieuw te laten doen.

Mr. Martine Bibo, advocaat van het Letterenfonds, bestreed de vooringenomenheid van de deskundigen van het fonds. Volgens haar is er ook geen sprake van dat het fonds tegen misdaadromans zou zijn. Dat geen aanvragen uit dit genre zijn gehonoreerd, motiveerde ze met de stelling dat de Nederlandse misdaadroman kennelijk een te laag literair niveau heeft. Volgens Bibo laat literatuur zich niet in definities vangen. ,,U zoekt naar juridisch houdbare criteria'', zei ze tegen Toes. ,,Die zijn niet te geven.''

Uitspraak over zes weken.

(Zie ook eerdere berichtgeving)

1 opmerking:

Remko Meddeler zei

Jammer dat ik er niet bij kon zijn, daar in Arnhem. Ik ben enorm benieuwd naar de uitspraak. Er zijn vast velen in de thrillerwereld die vinden dat het Letterenfonds terecht onderscheid maakt. Ik vind dat alle auteurs gelijk beoordeeld moeten worden. Pas als vervolgens blijkt dat de betreffende misdaadauteur simpelweg te weinig literaire kwaliteiten heeft, hebben we houvast voor een vervolgdiscussie.