VEELZIJDIG AUTEUR MET AANDACHT VOOR HET OCCULTE
De Spanningsblog besteedt met recensies, interviews en nieuws voornamelijk aandacht aan de hedendaagse thriller en de auteurs daarvan. De vroege Nederlandse misdaadroman is op deze site een ondergeschoven kindje. Maar verzamelaar Wim van Eyle biedt uitkomst. Uit zijn rijke collectie richt Van Eyle eens per maand de schijnwerper op het werk van een - wellicht vergeten - Nederlandse misdaadschrijver uit vroeger tijden. Vandaag de zesde aflevering uit de serie Plaat van de Maand. Over poppenspeler en magisch realist Rico Bulthuis.
Rico Johannes Bulthuis werd op 27 augustus 1911 in Den Haag geboren. De schrijver overleed op 98-jarige leeftijd op 4 oktober in Zutphen.Tragisch detail: zijn dochter, de actrice Sascha Bulthuis, stierf elf dagen later.
Rico was de derde zoon van Hendrik Jan Bulthuis, een belastinginspecteur die veel in het Esperanto schreef. Na de ambachtsschool (schilder) studeerde hij vanaf zijn achttiende aan de Academie voor Beeldende Kunsten, waar hij nijverheids- en tekenonderwijs volgde. Deze opleiding kwam hem later goed van pas toen hij als reclamedeskundige en portretfotograaf werkte. In 1932 stichtte hij een marionettentheater en in 1937 een handpoppentheater. Over het poppenspel zou hij vijftien boeken schrijven (o.a. 'De beknopte geschiedenis van het poppentheater', 1948).
In 1933 verscheen zijn eerste boek 'Diederiks droeve dood', gevolgd door 'Lied zonder naam' (1935), 'Grotesken' (1938) en 'Het glazen masker' (1940). Hier bleek al zijn liefde voor sprookjes en mysteries.
In 1942 trouwde hij met Paula Dietz (gobelinweefster en dochter van een parapsycholoog). Ze kregen twee kinderen. Bulthuis werkte vervolgens als illustrator en bij de grafische dienst van de PTT. Zijn roman 'Het andere verleden' (1947) werd in 1963 verfilmd onder de titel 'De vergeten medeminnaar', met Henk van Ulsen in de hoofdrol. Bulthuis werd vervolgens recensent en kunstredacteur bij de Haagsche Courant.
In 1948 verscheen de fantastische roman (voor sommigen een psychologische thriller) 'De schim van Joyce Herfst', een occulte roman met herdrukken in 1966 en 1972. In 1949 volgde de misdaadroman 'De misdaad van Richard Ross', met een herziene druk in 1962 (soms getiteld 'De misdaad van Richard Ros').
'De klokkenmaker van Budapest' ziet in 1952 het licht. Het misdaadverhaal, een sterk boek, wordt in 1964 van een andere titel voorzien: 'Zeven stille getuigen'. In 1953 volgt de thriller 'De kat kwam weer'. Naast het schrijven van misdaadboeken was Bulthuis nog steeds actief in het poppenspel. Zo was hij in 1954 mede-oprichter van de Nederlandse Vereniging voor het Poppenspel. In 1959 verscheen 'De vergeten medeminnaar' als boek. In datzelfde jaar publiceerde hij zeven boekjes over het sterrenbeeld, bij zijn bezoek aan Denemarken
was hij aanraking gekomen met de astrologie en ook dat boeide hem zeer.
Hij scheidde van zijn eerste vrouw en huwde Anneke, een deskundige op het gebied van dyslexie. Rico Bulthuis kreeg wat meer naam, maar een echte topper werd deze liefhebber van het magisch realisme niet. Wel werd in 1985 zijn werk 'De koorddanseres' bekroond met de Literaire Witte Prijs.
In 1964 verscheen zijn laatste misdaadboek, 'Het maagdenspel'. Hij schreef over Johan Fabricius en een goed ontvangen boek over de crisisjaren 1930-1940, 'De dagen na Donderdag' (autobiografisch).
Nog een paar woorden over de mensen die zijn covers ontwierpen en tekenden: Theo de Haan ('Joyce Herfst') werkte voor de Documentatiedienst Nederlands Letterkundig Museum Archief (jaren vijftig). Robert Deodaat Emile (Ootje) Oxenaar ('Het maagdenspel') was graficus en jarenlang hoofd vormgeving bij de PTT en hoogleraar industriële vormgeving. Toen hij voor de Nederlandsche Bank werkte (1966-1985) ontwierp hij twee series bankbiljetten, o.a. de zonnebloem, de snip, de vuurtoren.
(Bronnen: Wim van Eyle, Mats Beek, G.J. van Bork en Moorden met Woorden)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten