EEN MANNENDING
(Door Peter Kuijt)
Altijd gedacht dat Saskia Noort de enige thrillerschrijfster is die in elk interview het vermeende seksisme onder recensenten te berde brengt. Die immer ach en wee klaagt over het zijn van de publiekelijke pispaal. Die het nu wel eens tijd vindt dat de critici serieus haar werk belichten in plaats van haar uiterlijk. Maar ze heeft inmiddels versterking gekregen van Marion Pauw.
Sinds ze de Gouden Strop won met haar thriller 'Daglicht' is Pauw niet uit de media weg te slaan. De interviews vliegen je om de oren. Op radio en tv, in krant en tijdschrift.
In On Air, het luchtige vakantieprogramma 'achter de douane' op Schiphol, presteerde de jolige presentator Harm Edens het laatst om Pauw op één lijn te stellen met Saskia Noort, Esther Verhoef en Heleen van Royen. ,,Al die chicklitdames dus'', aldus Edens, ,,stoute vrouwen die ook eens een boek doen'', waarna terecht protest volgde van Pauw.
Maar vervolgens poneerde ze een stelling, die je op zijn minst nog een paar keer via uitzendinggemist.nl moet volgen om er wat van te vinden. Ze zei letterlijk: ,,Je merkt wel dat het voor critici moeilijker wordt om je nu neer te sabelen. Er zijn toch heel veel mensen die iets vinden, maar dat is dan niet zozeer iets wat ze zelf vinden. Er zijn weinig mensen die vinden wat ze echt zelf vinden. Maar die vinden vooral dingen vanwege een precedent die er ligt of vanwege wat andere mensen ervan vinden.''
Nu was het een live programma en dan kan er door de gierende zenuwen wel eens iets raars over de lippen komen. Maar één ding was duidelijk: volgens Pauw is het door haar succes lastiger geworden voor recensenten om haar de grond in te boren. Een opmerkelijk standpunt. Maakt succes onaantastbaar? Boven alle (literatuur)kritiek verheven?
Dacht het niet.
Al eerder deed Pauw de wenkbrauwen fronsen toen ze in het Algemeen Dagblad zei dat een trage start typisch iets is voor 'de literaire thriller'. ,,Dus wen er maar aan'', zei ze.
Vandaag stuitte ik op een exemplaar van het tijdschrift Red, het magazine 'for the best things in life'. Overigens was dat niet geheel toevallig, hij lag gewoon bij ons op de salontafel. En verrek, daar stond ook al een interview in met Pauw. Na een foute aanname van de interviewster, die stelt dat Pauw de eerste vrouw is die de Gouden Strop heeft gewonnen (vier jaar geleden ging Johanna Spaey haar echter al voor, of telt ze niet mee omdat ze Vlaamse is?), gaat Pauw los over al het verschrikkelijke dat over vrouwelijke thrillerschrijvers wordt geschreven. ,,In een recensie las ik bijvoorbeeld dat mijn portret achter op de omslag de enige reden was om mijn boek te lezen. (...) Het zijn allemaal vooroordelen. We zijn anders dan de gevestigde orde - onder de vijftig, vrouw - en daar moeten ze blijkbaar even aan wennen.''
Net als je je begint af te vragen wie zij met 'ze' bedoelt, krijg je een interview met Pauw in de Volkskrant onder ogen. En daar komt eindelijk de botsing der seksen ter sprake. Het was de schrijfster namelijk opgevallen dat veel mannelijke recensenten vonden dat het eerste deel van haar nieuwe thriller 'Zondaarskind' te traag was, te veel achtergrond, te weinig actie. ,,Vrouwen waarderen dat juist'', voegde Pauw eraan toe.
Aha, typisch een mannending dus.
Maar klopt het wel wat Pauw zegt? Goed, de bebaarde recensent van het AD had het over de trage opbouw van het boek, evenals de kalende criticus van De Spanningsblog en Hans Knegtmans van Het Parool. Maar 'Zondaarskind' levert net zo veel kritische noten op van vrouwelijke recensenten. Het is even zoeken, maar je vindt ze wel. Zo had wat Mieske van Eck van het Brabants Dagblad betreft het boek ook meer vaart mogen hebben. En zelfs vrouwenthrillers.nl vond het boek 'geen echte thriller'.
In de Volkskrant vertelt Pauw over haar verhuizing op zesjarige leeftijd van Tasmanië naar Nederland en dat ze zich enorm heeft moeten aanpassen. ,,Je overleeft door heel goed naar andere mensen te kijken.''
Zou ze te veel naar Saskia Noort hebben gekeken?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten