DE EENENTWINTIGSTE VAN JOHN LE CARRÉ
In 1961 verscheen in de reeks kleine gebonden 'detectives' van uitgeverij Sijthoff het debuut van een dertiger die werkzaam was op de Britse ambassade in Bonn, de hoofdstad van het toenmalige West-Duitsland. De Koude Oorlog beleefde toen zijn hoogtepunt: de Berlijnse Muur werd gebouwd. 'Call for the dead' ('Telefoon voor de dode') was een korte thriller waarin geheim agent George Smiley voor het eerst zijn opwachting maakte. Smiley zou uitgroeien tot een spionnenmeester, net zoals zijn geestelijk vader John le Carré (pseudoniem van David John Moore Cornwell) zou uitgroeien tot de meester van de spionageromans.
Zevenenveertig jaar na zijn debuut brengt uitgeverij Sijthoff in september 2008 de eenentwintigste thriller van Le Carré op de markt: 'Aangeschoten wild'. Het is, schrijft directeur-uitgever Hanca Leppink in de aanbiedingsbrochure, 'een meesterwerk'. ,,Alles wat hem als schrijver zo uniek maakt, komt in 'Aangeschoten wild' samen: een messcherpe tekening van onze moderne, paranoïde wereld na 9/11; perfect uitgediepte, complexe karakters; geweldige dialogen; humor; romantiek en mededogen: een hyperactueel boek voor alle tijden.'' Het moge duidelijk zijn: Leppink verwacht niet minder dan dat 'Aangeschoten wild' een bestseller wordt.
In 394 pagina's vertelt Le Carré het verhaal over een nagenoeg uitgehongerde Russische jongeman die in het holst van de nacht Hamburg wordt binnengesmokkeld. Hij draagt een onwaarschijnlijk grote som geld in een beurs aan een koord om zijn nek. Hij zegt dat hij Issa heet en een vrome moslim is.
Le Carré verhaalt ook over Annabel Richter, een jonge, idealistische advocate die zich inzet voor de rechten van asielzoekers en minder bedeelden. Zij is vastbesloten te voorkomen dat Issa het land wordt uitgezet. Tijdens haar speurtocht naar Issa's mysterieuze verleden ontmoet ze Tommy Brue.
Tommy Brue is de zestig jaar oude, licht melancholische, maar ongeneeslijk romantische telg van het huis Brue Frères, een langzaam maar onafwendbaar naar faillissement afglijdende bank, gevestigd in Hamburg. Ondertussen krijgen spionnen van drie naties lucht van een doorslaand succes in de 'War on Terror' en dreigen drie onschuldige mensen ten prooi te vallen aan dadendrang en blinde ambitie.
ERFENISJE
Felix Thijssen (1933), die twee jaar jonger is dan John le Carré, heeft eveneens een omvangrijk oeuvre opgebouwd, waar hij in oktober 2008 nog een boek aan toevoegt als de thriller 'Esperanza' verschijnt. En ook nu weer vervult Max Winter, een degelijke privé-detective met een goed gevoel voor humor, de hoofdrol.
Een oude boer wordt doodgemangeld door zijn tractor. Ongeval, concludeert de politie. Zijn kinderen willen de vervallen boerderij verkopen, maar doen een schokkende ontdekking. Hij blijkt vlak voor zijn dood een testament te hebben gemaakt, waarin sprake is van een miljardenfortuin, dat hij wil nalaten aan een totaal onbekende: Esperanza.
Max Winter doet wat er van hem verlangd wordt: hij ontrafelt de levens van de oude man: het ene zo droevig als een leven kan zijn, het andere een mysterie. Winter komt terecht in een doolhof van hebzucht, leugens en hinderlagen, die zowel hem als de erfgename Esperanza bijna het leven kost. Thijssen won in 1999 de Gouden Strop voor 'Cleopatra' en in 2006 de Diamanten Kogel, de Vlaamse thrillerprijs voor 'Het diepe water'.
Andere nieuwe titels:
Jonathan Kellerman - 'Beklemming' (januari 2009)
Theresa Schwegel - 'De veroordeelde' januari 2009
Iris Johansen - 'De schedel' (november 2008)
Patricia Cornwell - 'Scarpetta' (januari 2009)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten