20 maart 2022

Jens Vern - Nevenschade (2021)

Over batches, identifiers en microchips




(Door Peter Kuijt)


Twee jaar geleden, aan het begin van de coronacrisis, vroeg De Spanningsblog aan een aantal thrillerschrijvers of de pandemie inspiratie zou kunnen zijn voor een volgend boek. De meeste auteurs waren daar huiverig voor of hadden al een virusthriller geschreven, Tomas Ross won met Bèta er zelfs een Gouden Strop mee. Jens Vern pakte de handschoen wél op en gebruikte corona als vehikel om zijn tweede spannende boek, Nevenschade, te publiceren. 

Jens Vern
, pseudoniem van Hebban-baas Sander Verheijen, schrijft in het nawoord van Nevenschade dat hij geen complotdenker is, maar er wel een zwak voor heeft. 'De beste complottheorieën zijn verhalen waarvan ik smul.' In zijn boek komt een complot van heb ik jou daar voor, maar bewandelen de helden wél een lange weg (met hier en daar enkele doodlopende zijstraatjes) om daar achter te komen.

Het duurt een kleine anderhalf jaar voordat Nederland herstelt van een explosieve virusuitbraak. Dankzij een deal die minister-president Koenen heeft gesloten met een Amerikaanse farmaceut, kan er een succesvol vaccinatieprogramma op touw worden gezet. Maar de hele kleine lettertjes onder dat contract bevatte een bijvangst die nogal op gespannen voet staat met de privacyregels. Nevenschade, zoals Vern dat noemt. 

De drie hoofdrolspelers in Nevenschade zijn ziekenhuisarts Mark van Dinter, onderzoeksjournalist Matthew Dawson en vertaalster Sarah van der Horst. De arts krijg Koenens rechterhand Alex van Casteren op zijn operatietafel, die zwaargewond raakt bij een motorongeluk. De operatie slaagt, maar de patiënt knijpt er onder verdachte omstandigheden toch voorgoed tussenuit. De journalist komt een paar verdachte sterfgevallen op het spoor en de vertaalster ontdekt informatie over het virus die geheim had moeten blijven. De drie gaan op eigen houtje op zoek naar wat er werkelijk gebeurd is, komen in elkaars vaarwater terecht en besluiten te gaan samenwerken. 

Vern weet dat met korte hoofdstukken het verhaal snelheid krijgt: hij heeft er 77 voor nodig om tot een explosieve finale te komen. Daarvoor heeft hij met een knipoog feiten en feitjes uit de 'coronawerkelijkheid' geleend om zijn verhaal een actueel tintje te geven. Er is sprake van een app die als virustracker fungeert, er zijn wekelijks protesten die uit de hand lopen, gsm-zendmasten gaan op in vlammen en er is zelfs een rapper die allerlei onheil over het virus verkondigt.

Vern heeft na De macht van K. met Nevenschade opnieuw een knap staaltje werk afgeleverd. Het verhaal is geloofwaardig genoeg om af en toe te verzuchten: het zou zo maar eens kunnen... Het taalgebruik is doeltreffend, dialogen zijn dik in orde. Enig punt van kritiek is dat de drie hoofdrolspelers niet echt helemaal tot leven komen. Deze lezer had wat moeite om zich met hen te identificeren. Nog iets meer warmbloedigheid zou geen kwaad hebben gekund. En in de finale vallen veelvuldig termen als batches, identifiers, microchips en uploadsnelheden. Het zou een digibeet - als deze recensent - kunnen afschrikken.

Al met al is het toe te juichen als Vern overweegt een derde thriller te schrijven. 

Jens Vern - Nevenschade. Uitgeverij Volt, 327 pag.   

Geen opmerkingen: