21 maart 2022

Ad fundum (column, 2022)


Nergens zijn is fijn 
 



(Door Peter de Zwaan)

Onlangs was ik ergens en het beviel matig. Er waren een paar collega’s met wie ik graag praat, er waren rabarberrabarbermensen alom, er was drukte. En ik dacht: ik ben net zo lief nergens.

Nergens zijn, dat is thuis achter mijn toetsenbord zitten en letters aanslaan. Ik gebruik er 24, want ik doe niet aan x en q, maar die 24 plaats ik wel voortdurend in een andere volgorde en na een aanslag of 500.000 is het resultaat een boek.

Nergens zijn is fijn.

Ik keek dan ook erg op van al de mensen die, net als ik, ergens waren en deden of dat het mooiste op de hele wereld was.

Wel meer dan een jaar hadden ze het niet gedaan, ergens zijn, en nu waren ze er aan toe, tjongejonge, wat waren ze er aan toe, drank en speeksel spatten in het rond.

Ook bij de collega’s. Ze hadden het ergens zijn ook gemist en ik zei dat ik dat niet snapte.

Nergens zijn is toch veel prettiger? Niemand die lawaai maakt, niemand die aan je kop zeurt, niemand die zegt: neem er nog een of, erger: ad fundum, jongen.

Het beviel me geweldig, de afgelopen coronajaren, net zoals het me de jaren ervoor beviel. Voor mij was er nauwelijks verandering. Een paar vergaderingen werden uitgesteld en weer uitgesteld, maar dat was mooi meegenomen.

Het enige dat me niet lekker zat, was dat ik op mijn woorden moest passen.

Daar hou ik niet zo van. Ik pas graag op mezelf, maar mijn woorden mogen hun gang gaan, hoe vrijer hoe beter.

Mijn leven lang wordt me dat een beetje ingepeperd en meestal - bijna altijd - kan ik daar van genieten. Ha, hij is boos, kijk nou toch, hij is erg boos en ik was nog wel veel aardiger dan ik wilde zijn.

Boosheid mag en meestal gaat het over, zelfs bij de meneer, het is al weer een poosje geleden, die wist waar ik woonde en dat ik grote ruiten had.

Ik woon nu ergens anders en de ruiten zijn kleiner.

Sommige mensen stellen een daad op boekenniveau.

‘Ik heb jouw boek teruggestuurd naar de boekwinkel, van jou wil ik niets meer lezen.’

Alleen omdat ik een keer op Facebook had gezegd dat ik me liever lek laat prikken dan dat ik het risico van een corona-ictje neem.

Af en toe wordt me iets vergeven, maar niet over corona, daar mag je niet over praten, want dan blijken er lezers te zijn die je met je eigen boeken om je oren slaan. Ik zie dat voor me. Iemand koopt een boek van mij. Ik hoop dat hij het doet, omdat hij er eerder een heeft gelezen en heeft vastgesteld dat het beviel. Dan zeg ik iets over prikken en meteen ben ik een beroerde schrijver van wie eigenlijk niets in druk mag verschijnen.

Daar had ik het over met die collega’s. Het liet ze koud. Ze waren vrij, er even uit, ze namen er nog een.

Geen opmerkingen: