03 december 2011

Patricia Cornwell (interview, 2011)


'Snijden in een perfecte, gladde huid is zo onnatuurlijk'


Van Patricia Cornwell is deze week een nieuw deel verschenen in haar reeks rond patholoog-anatoom Kay Scarpetta, de bestverkochte thrillerserie ter wereld. ,,Mensen zien een lijkenhuis, ik een verhaal.''

(Door Theo Hakkert)

,,Om en nabij, waarschijnlijk meer.'' Patricia Cornwell heeft laatst, min of meer voor de gein, laten uitrekenen hoe veel exemplaren er wereldwijd van haar boeken zijn verkocht. Honderd miljoen. Dan konden de sieraden en kekke laarsjes die ze vandaag in Frankfurt draagt er gemakkelijk af. Evenals de reis die vrij spontaan in haar opkwam.

,,Mijn Duitse uitgever houdt een cocktailparty voor alle uitgevers die mijn reeks rond Kay Scarpetta uitgeven. 'Als jij zo aardig bent om dat voor mij en mijn boeken te doen, kom ik langs', zei ik.'' En daar zit ze. Niet met lege handen bovendien, want Patricia Cornwell (55) heeft haar nieuwe thriller afgerond.

'Rood waas', luidt de titel van het nieuwste deel in 's werelds bestverkochte thrillerreeks, die rond de vrouwelijke patholoog-anatoom Kay Scarpetta. Het boek kan moeiteloos zelfstandig worden gelezen, maar het verhaal sluit aan bij dat van het vorige deel, 'Mortuarium', waarin Scarpetta's collega Jack Fielding werd vermoord. ,,Je wist bij dat boek zeker dat ze nog niet klaar was met een aantal van de problemen.'' Maar 'Rood waas' ademt een heel andere sfeer dan 'Mortuarium'.

,,Na al die jaren met Kay Scarpetta ben ik haar nog altijd niet moe. Er is altijd iets nieuws om haar te laten uitzoeken. Het blijft fascinerend om haar in een situatie te plaatsen waarin ze niet eerder was en dan kijken wat er gebeurt. In 'Mortuarium' was de omgeving erg hightech.'' Patricia Cornwell schotelde de lezer een hele reeks bijzondere nieuwe wapens voor.

,,Ik ging voor het contrast en stuurde haar naar een spookachtig deel van de wereld. Een afgelegen gevangenis. De medische afdeling daar heeft niets van wat Kay normaal om zich heen heeft. Ze heeft er haar instrumentarium niet, geen jurisdictie. Daar raakt ze verzeild in de zwaarste zaak die ze ooit heeft gehad. En dan maar eens kijken wat ze doet.'' Ze vertelt het met een plagerige grijns. ,,Misschien is ze nu wel boos op me, misschien zegt ze een tijdje niets.''

- Praat u wel eens met haar?
,,Alleen onder het schrijven. Alleen in die zin dat ik haar woorden geef. Niet in de zin van: 'Kay, doe dat nou niet'. Mijn personages spreken dóór mij.''

- Is ze inmiddels wel een echt persoon geworden?
,,Als ik over haar schrijf en over haar praat, zoals nu. In het dagelijks leven denk ik nooit aan mijn karakters. Of ik moet een nieuw recept zoeken. 'Dit zou Scarpetta kiezen', denk ik wel eens. Meer niet. Ik bewoon mijn eigen wereld.''

Patricia Cornwell was de eerste die forensisch onderzoek een plek gaf in misdaadromans, ver voordat series over pathologen-anatoom als 'CSI', 'Silent witness' en 'Bones' de televisiekanalen vulden.

,,Ik heb brieven van uitgevers met afwijzingen. Mensen zouden niet geïnteresseerd zijn in forensische laboratoria en lijkenhuizen. Toen de boeken dan toch verschenen, belde mijn familie op. 'Stop ermee, Patricia, ga toch weg uit het mortuarium!'''

Ze verklaart het uit haar journalistieke interesse. Ze was misdaadverslaggeefster. ,,Mensen zien een steriel lijkenhuis. Een lelijke kamer, stalen tafels, stank, ontbinding. Jij en ik als journalisten weten: hier wordt een verhaal vertaald. Zo'n lab is net een archeologische vindplaats. Je ziet de gevolgen en wilt de oorzaken weten. Als je kijkt als een journalist, wordt de plek die zo luguber leek razend interessant. En over gevolgen gesproken. De Scarpetta-reeks heeft het laboratorium aantrekkelijk gemaakt voor de entertainmentindustrie.''

- Heeft u daar genoeg erkenning voor gehad?
,,Het maakte niemand iets uit wie wat begonnen is. Ik kan wel een T-shirt aantrekken met de tekst 'I did CSI before CSI', maar dat interesseert niemand. Het enige wat mensen willen is een goed boek van me lezen. Laat ik eerlijk zijn: ik wist ook niet dat het een trend zou worden. Zo werkt het niet. Veel mensen dachten: als ik nu iets schrijf zoals 'De Da Vinci Code' word ik net zo rijk als Dan Brown. Alsof Brown wist wat hij zou hij veroorzaken. En het heeft bij anderen niet gewerkt.''

Voor forensisch onderzoeker Kay Scarpetta - ,,Mijn ex vertelde vaak wilde verhalen over een vrouw die hij kende uit zijn middelbare schooltijd, zij heette Scarpetta, die naam fascineerde me'' - mag snijden in lijken dagelijks werk zijn, Patricia Cornwell kan en wil er niet aan wennen. ,,Autopsies, ik heb er duizenden gezien. Snijden in een perfecte, gladde huid is zo onnatuurlijk.''

Zes jaar deed ze research in zo'n laboratorium. Verrichtte hand- en spandiensten. ,,Ik maakte hun aantekeningen. Zij riepen de naam van het orgaan en het gewicht en ik schreef dat op. Ik heb bebloede kleding opgehangen, pillen geteld, een enkel orgaan gewogen. Iedere keer wanneer ik de lobby binnenloop van de New York Medical Examiners' Office in Manhattan realiseer ik mij dat ik een van de zeer weinigen ben die daar naar binnen wil. Voor bijna iedereen die daar komt, is het een zwarte dag in hun leven. Daar kom je alleen als er iets ergs is gebeurd. Ik ben zo gelukkig dat ik daar naar binnen loop uit vrije keuze.''

- En op televisie?
,,Ik kan er op televisie ook niet naar kijken. In Amerika hebben we tv-kanalen met alleen maar operaties. Vreselijk. Ik kan dat niet zien. Zappend zie ik een seconde en walg ik er al van. In mijn boeken zet ik Scarpetta er tussen. Ik kijk met haar ogen. Ik kan haar brein gebruiken.''

- En haar neus.
,,Ze heeft een gevoelige neus, ja. Niet je neus dichtstoppen als onderzoeker. Geur zit op moleculen. Scarpetta leert veel van geuren. Ze houdt haar neus niet dicht. De neus geeft haar informatie.''

Veel tijd gaat zitten in research en wellicht nog meer in het bijhouden van de ontwikkelingen op zowel forensisch als juridisch gebied. ,,Ik moet bijblijven. Er zijn nu virtuele autopsies door middel van scanners. Dat moet Kay weten. Ook zijn er uitspraken van het Hooggerechtshof die van invloed zijn op forensisch onderzoek en dus op mijn boeken. Zo heeft een beschuldigde het recht de beschuldiger te ontmoeten. De verdediging kan vragen of een toxicoloog naar de rechtszaal komt. Als Kay straks veel vaker naar de rechtbank moet, komt in een volgend boek misschien een engerd voor die haar in de ogen wil kijken, niet om juridische redenen, maar om haar angst aan te jagen.''

Dat zou Jean-Baptiste Chandonne kunnen zijn, The Wolfman, die in een aantal eerdere delen van de reeks een van Scarpetta's engste vijanden is geworden. ,,Ik word geïnspireerd door wat mijn lezers zeggen en velen vragen mij of The Wolfman nog terugkeert. De kans is groot, want zo'n vraag
blijft in mijn hoofd rondzweven. Daarom wil ik ook met mijn lezers in contact treden.''

Patricia Cornwell is weer begonnen met boektournees. ,,Na 9/11 leek dat minder interessant. Mensen kwamen niet zo graag meer hun huis uit. Kwamen er eerst duizend, na 9/11 nog tweehonderd. Toch voelde ik me daar niet goed bij. Ik wil mijn lezers in de ogen kijken. Mensen ontmoeten is belangrijk.''

Persoonlijk contact dat zich ook uitstrekt tot de sociale media. ,,,Mijn uitgever zei dat ik 170.000 volgers op Facebook had. Ik? Ik wist nergens van. Ik doe dat nu zelf, dat moet, vind ik.
Twee maanden geleden ben ik met Twitter begonnen. Ook zelf. Er gaat nog veel fout. Dat is niet erg, dan weten de mensen ook zeker dat ik het zelf doe.''

Patricia Cornwell: Rood waas. Vertaling: Mieke Trouw-Luyckx en Yolande Ligterink. Uitgeverij Sijthoff

(Bron: Twentsche Courant Tubantia)

(Zie ook interview met Patricia Cornwell uit 1999)

Geen opmerkingen: