Ewan grijpt terug op Wallace
(Door Arno Ruitenbeek)
Toeval bestaat niet, roep ik altijd. Zo kon het gebeuren dat ik Nachtdief in Amsterdam uitlas op de avond dat ik op een Duits tv-station een reeks Edgar Wallace-verfilmingen zag. De overeenkomsten tussen het debuut van Chris Ewan en de bijna vijftig jaar oude zwart-wit policiers zijn treffend.
Een in meer opzichten knappe hoofdpersoon, een prachtige vrouw met een vreselijk geheim, bijgoochems die uit Comedy Capers lijken gestapt, grote huizen, dienders die het niet moeten hebben van intellect. En niet in de laatste plaats de ontknoping, waarbij de schrandere held alle betrokkenen heeft uitgenodigd in een grote ruimte annex plaats delict en daar uitgebreid vertelt hoe het verhaal echt in elkaar steekt. Waarbij hij natuurlijk een of meer figuren op het verkeerde been zet, uit de tent lokt en aldus de ontbrekende schakels in de ketting van deductie en combinatie alsnog kan aanbrengen.
De uitgever waagt het Ewans roman te presenteren als een moderne thriller. Uit bovenstaande mag onomstotelijk blijken dat dit nu juist niet het geval is. De Britse advocaat Ewan heeft met meer dan een schuin oog gekeken wat zijn ooit befaamde landgenoot Wallace in de vorige eeuw presteerde. Aldus is zijn proza te scharen onder de noemer 'beter goed gejat dan slecht bedacht'. Want eerlijk is eerlijk, Nachtdief in Amsterdam is een alleszins leesbaar avontuur geworden met als stralend middelpunt de thrillerauteur annex dief Charlie Howard. Deze ontvangt van een Amerikaan een smak geld als hij gipsen beeldjes van apen steelt. De aapjes vormen het trio 'horen, zien en zwijgen'.
De opdrachtgever van de diefstal wordt vermoord, Charlie krijgt klappen. Er is een verband tussen de apen en een juwelenroof uit een kluis van een bedrijf in Amsterdam. De vriendin van de Amerikaan weet meer dan ze kwijt wil.
Chris Ewan - Nachtdief in Amsterdam. Vertaling: Gerrit-Jan van den Berg. Uitgeverij Mynx, 271 pag.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten