Machtspelletjes om Manhattan
(Door Peter Kuijt)
Daniëlle Hermans is de witte raaf in het bataljon van de vrouwelijke misdaadauteurs, die zich voor het merendeel braaf aan het onverwoestbare thema van de zogeheten literaire thriller houden: vrouw valt voor foute man en daar komt heisa van.
Hermans pakt het anders aan: zij mixt historische feiten met een verhaallijn die tot in het heden loopt. Ze doet dat niet onverdienstelijk, maar een plaats in de bestsellerlijsten heeft ze er vooralsnog niet mee bereikt. Het is de makke van een auteur die niet in een hokje valt te plaatsen: onbekend maakt onbemind en niet zo goed verkocht als Simone van der Vlugt of Saskia Noort.
De man van Manhattan is na Het tulpenvirus (over opkomst en ondergang van de tulpenhandel) en De watermeesters (over de eeuwige strijd van de Hollanders tegen het water) het derde boek van Hermans, waar geschiedenis, cultuur en een dosis spanning samenkomen. Ditmaal heeft de schrijfster haar vizier gericht op Manhattan, dat zo'n vierhonderd jaar geleden door de Hollanders werd ontdekt en gekoloniseerd.
De hoofdrol in deze thriller is weggelegd voor Kes van Buren, een hyperambitieuze verslaggeefster. Na een journalistieke faux pas kan zij haar baan behouden bij de krant als zij een opdracht van haar hoofdredacteur tot een goed einde weet te brengen: een interview met een Amerikaanse historicus die zijn levenswerk heeft gemaakt van het ontcijferen van duizenden zeventiende-eeuwse documenten. Wetenschapper Donald Christie die zijn onderzoek doet in Amsterdam, bestudeert onder andere de handel en wandel van Peter Stuyvesant, de hardvochtige bestuurder van de Hollandse kolonie op Manhattan.
Dan blijkt er ineens een testament te bestaan dat een heel ander licht werpt op de vraag van wie Manhattan vroeger was. Heeft Holland destijds daadwerkelijk afstand gedaan van wat nu zo'n waardevol stukje aarde is met zijn vele wolkenkrabbers en Wall Street? Diverse partijen ruiken geld en mogelijkheden om hun machtspositie te versterken en deinzen niet terug voor vuile trucs. Zo handelt bijvoorbeeld ook de Nederlandse premier (van de Nationalistische Partij) teneinde wat van zijn verloren prestige terug te winnen.
Hermans haalt in De man van Manhattan niet het niveau van De watermeesters, dat naast een lekkere whodunit ook humor en aansprekende karakters bevat. De rommelige introductie van (te) veel niet tot de verbeelding sprekende personages maakt van haar derde thriller een lastig te doorgronden boek. Er is ook niet zo zeer sprake van een nagelbijtende spanning. De schrijfster slaagt er niet in het belang van vierhonderd jaar oude eigendomspapieren helder voor het voetlicht te brengen. Eerder lijkt Hermans de lezer deelgenoot te willen maken van haar prijzenswaardige standpunten over humanisme, tolerantie en diversiteit. Dat maakt van De man van Manhattan meer een politieke roman dan een messcherpe thriller.
Daniëlle Hermans - De man van Manhattan. Uitgeverij A.W. Bruna, 303 pag.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten